3.6.Ter zitting van de meervoudige strafraadkamer is tussen de raadsman van verzoeker en de voorzitter van de strafraadkamer een discussie over de processtukken ontstaan. Het van die zitting opgemaakte proces-verbaal vermeldt daarover het volgende:
‘
De raadsman:
Heeft u de verklaringen van [verzoeker] ?
mr. Doesburg:
Deze verklaringen zijn gisteren laat in de middag toegezonden.
De voorzitter:
Wij hebben deze verklaringen niet. Mogelijk liggen ze op mijn bureau, maar ik ben al de
hele dag hier in de zittingszaal. Een advocaat komt wellicht ’s avonds om 22:00 uur nog op
zijn kantoor en kan dan stukken aantreffen en doornemen, maar dat is op de rechtbank niet
mogelijk en op de ochtend van de zitting zelf ben ik met de raadkamer bezig en bekijk ik
mijn mail niet meer.
De raadsman:
Waarom zit de tap van [man x] en [vrouw x] nu pas in het dossier?
De voorzitter:
Dat weet ik niet.
De raadsman:
Ik heb een voedselvergiftiging opgelopen. Ik heb me uit bed gesleept. Ik wil aandacht voor
deze zaak. Hoe is het mogelijk dat het openbaar ministerie de rechtbank op dinsdagmiddag
ordners aanlevert en dat u de verklaringen van [verzoeker] niet heeft. Ik wil dat u de behandeling
van de vordering gevangenhouding aanhoudt tot volgende week en dat dan de behandelend
officier van justitie er zal zijn. Vorige week had de rechtbank dossier 3 nog niet kunnen
lezen. Ik heb omstandig uitgelegd dat ik in beperkingen zit. Als magistraat moet u mij in
staat stellen mijn werk te doen. Ik pik dit niet langer. Ik stel nog een keer de vraag. Waarom
is de tap van 8 juli er niet, terwijl die er al was op het moment dat het appèl afwijzing
inbewaringstelling werd behandeld?
Het is opzet dat de behandelend officier van justitie, mevrouw Bos, er niet is. Ik wil dat u
het OM beveelt of uitdrukkelijk verzoekt dat zij volgende week hier aanwezig is. Als u dat
niet toestaat dan worden de artikelen 5 en 6 EVRM geschonden. Er wordt gegoocheld met
beperkingen. Die zaak van Den Haag komt een dag vóór de beslissing van mr. Woerdeman
omhoog. [man y] is een informant die wel verklaringen aflegt. Vanaf 2012, 2013, 2014
gebeurt er niks en nu moet [man y] hangen. De beperkingen moeten worden opgeheven.
[man y] stelt voor een scherpschutter in te schakelen. Uit de verklaring van [naam y] bij
de politie blijkt dat opdracht is gegeven door [naam z] . Daar klopt geen ene moer van. Er is
geen noodzaak om de beperkingen te handhaven. Ik hoor de officier van justitie nu zeggen
dat er nog 40 getuigen gehoord moeten worden. Wij willen de zaak voor een week
aanhouden opdat u de verklaringen van [verzoeker] kan lezen.
De voorzitter:
Ik kan de verklaringen straks lezen en wij kunnen die verklaringen dan in raadkamer
meenemen. Ik geef geen opdracht aan de officier van justitie met betrekking tot de
zaaksofficier.
De raadsman:
Dan kunt u geen concrete vragen stellen aan mijn cliënt als u nu de verklaringen niet heeft
gelezen.
De voorzitter:
U weet dat op de SRK een uitgebreide behandeling niet aan de orde is. De zaak kan nu
gewoon behandeld worden.
De raadsman verzoekt een korte onderbreking voor overleg met zijn kantoorgenoot, waarna
de behandeling wordt hervat.
De raadsman:
De verdediging kan zijn werk niet doen. De ruimte die ik nodig heb, krijg ik van u niet. Ik
verzoek u uw beslissing te heroverwegen.
De voorzitter:
Het verzoek van de verdediging was om de zaak volgende week te behandelen. Zonder dat
ik in feite een standpunt heb gehoord, zou ik dan nu een week gevangenhouding moeten
bevelen.
De raadsman:
U kent de zaak toch.
De voorzitter:
Ik zit hier wel met twee andere rechters.
De raadsman:
Dat is niet mijn probleem. Ik wil dat u zich afvraagt hoe het mogelijk is dat er wederom
geen stukken zijn.
De voorzitter:
De stukken die er zijn en die niet door de officier van justitie worden onthouden, dienen in
het dossier te zitten. Indien de raadsman zich op het standpunt stelt dat er stukken onthouden
worden, dan weet hij de weg te bewandelen. De raadsman sprong net al op voordat ik dat
nog kon benoemen.
De raadsman:
U kunt niet in raadkamer een beslissing nemen als u niet alle stukken heeft. De tap zit in het
dossier nu, maar die had al in het dossier moeten zitten toen het appel van de officier van
justitie werd behandeld. U doet uw werk niet goed. Ik wil dat u zich verschoont.
De voorzitter:
Dat doe ik niet.
De raadsman:
Dan wraak ik u.
Vervolgens is de behandeling ter zitting geschorst tot het moment waarop een uitspraak over het verzoek tot wraking wordt gedaan.