In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 4 augustus 2016, wordt de omgevingsvergunning voor het bouwen van een appartementencomplex in Zoutelande besproken. De rechtbank oordeelt dat de vergunning lijdt aan een onderzoeks- en motiveringsgebrek, omdat het college van burgemeester en wethouders geen deugdelijke ruimtelijke onderbouwing heeft gegeven voor de extra bouwlaag in de kap van het gebouw. Dit is in strijd met de structuurvisie, die een dorpse uitstraling en een maximum van twee bouwlagen voorschrijft. Bovendien is er geen 'verklaring van geen bedenkingen' afgegeven door de gemeenteraad, wat ook een vereiste is voor het verlenen van de vergunning. De rechtbank stelt het college in de gelegenheid om deze gebreken binnen drie maanden te herstellen. De eisers, die in de nabijheid van het project wonen, hebben beroep ingesteld tegen de verleende vergunning, omdat zij zich benadeeld voelen door de plannen die in strijd zijn met het bestemmingsplan. De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard en houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak.