Om de vraag te kunnen beantwoorden of sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming, dient eerst vastgesteld te worden wat tussen partijen is overeengekomen ten aanzien van de verkoop van de woning en het bijgebouw.
In de akte van levering is onder meer opgenomen:
“Verkoper heeft blijkens een met koper aangegane overeenkomst van koop en verkoop gesloten op tien mei tweeduizend zeven, aan koper verkocht en levert op grond daarvan aan koper die blijkens voormelde overeenkomst van verkoper heeft gekocht en bij deze voor zich aanvaardt de eigendom van:
Het woonhuis met ondergrond, tuin en verdere aanhorigheden te [postcode] [plaatsnaam] , (…)
door koper te gebruiken als woonruimte.
Ten aanzien van dit gebruik van het verkochte heeft verkoper het navolgende medegedeeld:
hem is niet bekend dat dit gebruik op publiek- of privaatrechtelijke gronden niet is toegestaan.”
De tussen partijen gesloten koopovereenkomst van 10 mei 2007 is door partijen niet in het geding gebracht.
Bedrijfshuisvesting BV heeft de eigendom van het woonhuis en verdere aanhorigheden overgedragen aan [eiseres] en [eiseres] kan het woonhuis als woonruimte gebruiken. In zoverre is dus voldaan aan de op Bedrijfshuisvesting BV rustende verplichtingen. Uit de akte van levering zelf volgt niet dat Bedrijfshuisvesting BV gehouden was een bijgebouw dat bewoond mocht worden te leveren. Door [eiseres] zijn daarnaast geen feiten en omstandigheden gesteld die moeten leiden tot het oordeel dat de akte van levering op die manier moet worden uitgelegd.
Weliswaar wijst [eiseres] in dit verband nog op het taxatierapport van [naam A] & [man A] Makelaars en Taxateurs van 17 april 2007 (productie 6 bij dagvaarding), waarbij [eiseres] suggereert dat de akte van levering hiernaar verwijst, maar de inhoud van dit rapport leidt de rechtbank niet tot een andere conclusie.
In de akte van levering wordt verwezen naar het door de heer [man A] opgemaakte taxatierapport waarin een koopprijs van € 330.000,00 wordt genoemd (productie 2 bij conclusie van antwoord) welk rapport is gedateerd 5 februari 2007. Het rapport waar [eiseres] naar verwijst betreft een ander taxatierapport opgemaakt door [naam A] en [naam B] waarin de onderhandse verkoopwaarde van de woning vrij van huur en gebruik wordt gewaardeerd op € 535.000,00.
Het taxatierapport waar [eiseres] op wijst betreft dus niet het rapport waar de akte van levering naar verwijst. Het taxatierapport waarin de waarde van de woning op
€ 330.000,00 wordt gewaardeerd, spreekt enkel over de verhuur van de woning aan [eiseres] , niet over de verhuur van het bijgebouw.