4.3Het oordeel van de rechtbank
betrouwbaarheid verklaringen [straatnaam 1]
De rechtbank ziet geen reden om aan de verklaring van [straatnaam 1] te twijfelen, te meer nu deze grotendeels wordt ondersteund door de overige bewijsmiddelen in het dossier zoals de rechtbank die hieronder per feit heeft opgenomen.
De voorbeelden die de raadsman naar voren heeft gebracht ter onderbouwing van zijn standpunt, maken naar het oordeel van de rechtbank niet dat de verklaring van [straatnaam 1] daardoor onbetrouwbaar is.
betrouwbaarheid verklaringen [getuige 4]
Nu de rechtbank de verklaringen van [getuige 4] niet voor het bewijs gebruikt, zal zij niet ingaan op het door de raadsman gevoerde verweer omtrent de betrouwbaarheid van die verklaringen.
stemherkenning tapgesprekken
Door verbalisanten is middels stemherkenning en de inhoud van verschillende tapgesprekken vastgesteld dat verdachte de gebruiker was van de telefoonnummers [3 gsm nummers][3 gsm nummers] .
Verdachte heeft (eerst) ter zitting verklaard dat hij zijn telefoons regelmatig uitleende.
De rechtbank overweegt dat er door de verbalisanten verschillende gesprekken die op verschillende data zijn gevoerd zijn beluisterd en dat ten aanzien van al die gesprekken is vastgesteld dat het steeds verdachte was en niet iemand anders die van de desbetreffende telefoonnummers gebruik maakte.
Daarnaast heeft verdachte niet verklaard wie op welke momenten zijn telefoon zou hebben gebruikt in plaats van hemzelf en door wie de desbetreffende gesprekken dan, anders dan door hemzelf, zouden zijn gevoerd.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis van het onderzoek naar genoemde telefoonnummers worden vastgesteld dat die in gebruik waren bij verdachte, te meer nu dit standpunt wordt ondersteund door de overige bewijsmiddelen in het dossier zoals de rechtbank die hieronder per feit heeft opgenomen.
feit 1
[slachtoffer] heeft aangifte gedaan van diefstal van de parkeerzuil bij [naam camping] te Molenschot op 23 juli 2015. Op de camerabeelden zag aangever dat er omstreeks 1.44 uur een grijskleurige auto aan kwam rijden die vervolgens enkele keren achteruit tegen de parkeerzuil aanreed, waardoor die parkeerzuil omboog. Daarna reed de auto weg en kwam deze om 1.48 uur weer terug. Aangever zag dat er twee personen uit de auto kwamen waarna er door één van hen met een hakbijl op de parkeerzuil in werd gehakt. Kort hierna reed de auto weer weg. Om 2.14 uur zag aangever dat dezelfde auto nogmaals terug kwam rijden, waarna er drie personen uitstapten, die de parkeerzuil optilden en in de kofferbak legden.
Bij het uitkijken van de camerabeelden wordt door verbalisant Van den Brand nog waargenomen dat, vlak voordat de parkeerzuil in de auto wordt getild, één van de drie personen naar de zuil toeliep en vermoedelijk met een groot model kniptang de elektriciteitsdraad in de parkeerzuil doorknipte. Er was een vonkregen zichtbaar.
Medeverdachte (inmiddels veroordeelde) [straatnaam 1] heeft verklaard dat hij bij die diefstal is geweest. Hij was die avond samen met verdachte en nog een andere jongen. [straatnaam 1] bestuurde de grijze Audi A4. Het plan was dan ook om de paal uit de grond te rijden met de trekhaak van de auto en hem dan in de auto te laden. [straatnaam 1] heeft vervolgens de trekhaak er tegenaan gezet en gas gegeven. De paal ging daarbij gedeeltelijk om. Omdat er nog een hoop stroomdraden aan de paal zaten, heeft verdachte naar iemand gebeld om een kniptang te komen brengen. Ze hebben die jongen daarop opgehaald en zijn weer teruggereden. De jongen had iets bij zich wat op een grote betonschaar leek. Bij de camping aangekomen heeft één van hen de kabels doorgeknipt.
Toen hij de kabels doorknipte, begon het te knetteren. Verdachte en de twee anderen hebben vervolgens de paal achterin de auto geladen.
Uit afgeluisterde telefoongesprekken volgt dat verdachte op 23 juli 2015 te 01:53 uur belt naar NNman2157. Verdachte vraagt aan hem of hij even snel kan komen met zijn tang van twee meier. Verdachte zegt dat het maar even duurt omdat hij even iets niet snapt maar dat er echt veel geld in zit. NNman geeft aan dat hij wel even kan komen. Verdachte zegt dat hij binnen vijf minuten voor hem staat.
Om 03:36 uur belt verdachte naar [straatnaam 1] en vraagt hij aan [straatnaam 1] of hij veilig thuis is gekomen. [straatnaam 1] zegt dat dat zo is.
Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich, samen met [straatnaam 1] en twee anderen, schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde diefstal van de parkeerzuil door deze met de auto omver te rijden, de stroomdraden door te knippen en mee te nemen in de auto.
feit 2
[slachtoffer 2] heeft namens zwembad [naam zwembad] in Rijen aangifte gedaan van inbraak gepleegd op 20 juli 2015. Omstreeks 4.40 uur is er bij de beveiliging een inbraakalarm binnengekomen. Er is een raam van een kantoorruimte geforceerd. Er is braakschade aan het raam. Aangever zag dat de kluis, welke in dit kantoor staat, is verschoven. Er is € 3,00 weggenomen.
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij op 20 juli 2015 omstreeks 4.30 uur met de fiets kranten aan het bezorgen was in de omgeving van het zwembad ‘ [naam zwembad] ’ te Rijen. Hij hoorde twee honden blaffen en zag vervolgens twee personen van zich af rennen. Toen hij even later de straat van het zwembad in liep, hoorde hij aan de zijkant van het zwembad een mobiele telefoon overgaan. Op het moment dat hij vrij zicht had op de hoofdingang van het zwembad, hoorde hij glasgerinkel en zag hij dat er drie personen bij het zwembad stonden. Twee van deze drie personen had hij eerder zien rennen. Later zag hij twee van de drie personen nog een keer staan en hij hoorde hen praten in een voor hem onbekende taal.
Uit afgeluisterde telefoongesprekken volgt dat verdachte op 20 juli 2015 om 0.16 uur tegen een NNman3716 zegt dat ze vanavond gaan zwemmen in Rijen en dat NNman paraat moet staan. NNman3716 zegt dat het nu nog te vroeg is en dat ze later rond 3 uur moeten gaan. Verdachte zegt dat hij hem straks belt.
Om 01.31 uur heeft verdachte een gesprek met NNman2157 waaraan hij vraagt of hij een krik heeft liggen, een klein krikje. Verdachte zegt dat hij deze nodig heeft om een ijzeren doos los te krikken van de muur af.
Om 01.45 uur heeft verdachte weer een gesprek met NNman3716 waarin verdachte zegt dat hij een kermo of een moki mee moet nemen. NNman 3716 zegt dat hij een mokie heeft klaarliggen. Verdachte zegt dat het midden in een woonwijk is en dat NNman3716 tape mee moet nemen.
Om 02.47 uur heeft verdachte weer een gesprek met NNman2157 waarin verdachte tegen NNman2157 zegt dat hij hem over 10 minuten belt en dat hij dan even die krik moet komen brengen.
Om 03.35 uur heeft verdachte een gesprek met NNman9676 op fluistertoon. Verdachte vraagt aan NNman9676 waar hij is. NNman zegt dat hun achter de container zitten en dat de man is opgestaan. Verdachte zegt dat ze hier weg moeten gaan.
Om 04.42 uur heeft verdachte een gesprek met NNman9633 op fluistertoon. NNman9633 vraagt aan verdachte wat er aan de hand is. Verdachte zegt dat het alleen die postbode jongen was en dat NNman9633 terug moet komen. Verdachte vraagt of die raam al goed is en zegt dat het het beste is om baksteen gelijk naar binnen. Verdachte zegt dat die man, die fietser hen gezien heeft.
Uit de mastgegevens van de voornoemde telefoongesprekken is gebleken dat de telefoon van de verdachte gebruik maakt van de zendmast gelegen aan de Pastoor Gillisstraat 50 te Rijen. Alle gesprekken welke voorafgaand aan de inbraak gevoerd worden, stralen aan op de zendmast eindigend met nummer [nummer] . De gesprekken welke gevoerd worden ten tijde van het plegen van het strafbare feit stralen aan op de zendmast eindigend op nummer [nummer 2] . Te midden van het stralingsbereik van deze gesprekken bevindt zich de plaats delict.
De rechtbank overweegt dat in de tapgesprekken wordt verwezen naar een postbode die hen zou hebben gezien en dat getuige [getuige 2] , die op dat moment de kranten aan het rondbrengen was, heeft verklaard personen bij het zwembad te hebben zien staan en zien rennen. Ook hoorde hij glasgerinkel terwijl in de tapgesprekken wordt gezegd ‘het best is om de baksteen gelijk naar binnen’.
Tevens wordt in de tapgesprekken gesproken over het loskrikken van een ijzeren doos van de muur af en blijkt uit de aangifte dat de kluis die in de kantoorruimte staat is verschoven.
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met twee anderen schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde inbraak bij het zwembad in Rijen.
feit 3 en 4
[slachtoffer 3] heeft aangifte gedaan van inbraak in haar woning aan de [straatnaam 1] te Dongen op 10 maart tussen 3.30 uur en 7.30 uur. Een klepraampje aan de voorzijde is geforceerd en het grote raam eronder stond wagenwijd open. Vanaf het sleutelrekje zijn de autosleutels ontvreemd. Daarnaast is zowel haar telefoon als de telefoon van haar zoon weggenomen. Dit betroffen een zwarte Samsung S4 en een zwarte Samsung mini S4. Vanaf de oprit zijn beide auto’s ontvreemd, een Peugeot 407 met kenteken [kenteken] en een Opel Combo met kenteken [kenteken] .
Medeverdachte (inmiddels veroordeelde) [getuige 3] heeft verklaard dat verdachte en medeverdachte [straatnaam 1] die dag rond 22.00 of 23.00 uur in zijn auto stapten en dat ze naar Dongen zijn gereden. In Dongen stopte hij op aanwijzen van [straatnaam 1] . [straatnaam 1] stapte uit de auto en liep weg. Na ongeveer vijf of tien minuten keerde [straatnaam 1] terug bij zijn auto en zei [straatnaam 1] tegen hen dat hij een raampje had gevonden. Verdachte is toen met [straatnaam 1] meegegaan en ze zeiden tegen [getuige 3] dat hij daar moest blijven wachten. Na ongeveer vijftien minuten of een half uur kwamen verdachte en [straatnaam 1] terug bij zijn auto. [straatnaam 1] had een tas bij zich en gooide die op de achterbank van de auto. Verdachte en [straatnaam 1] zijn vervolgens weer weggegaan en kwamen na een paar minuten terug bij de auto van [getuige 3] . Zij hadden allebei een auto bij zich. [straatnaam 1] had een Peugeot bij zich en verdachte reed in een Opel Astra stationwagen.
Medeverdachte (inmiddels veroordeelde) [straatnaam 1] heeft verklaard dat hij op 10 maart 2015 samen met verdachte en [getuige 3] heeft ingebroken op het adres [straatnaam 1] te Dongen. Hij heeft door het klepraampje, dat open stond, de handle van het grote raam eronder open kunnen doen. In de woning heeft hij twee telefoons gepakt en twee autosleutels uit een sleutelkastje weggenomen. Dit betrof en sleutel van een Opel station en een Peugeot. De auto’s stonden gewoon op de oprit van de woning. Verdachte heeft de Opel gereden en [straatnaam 1] de Peugeot. Terwijl [straatnaam 1] in de woning was, stonden verdachte en [getuige 3] op de uitkijk.
De telefoons betroffen telefoons van het merk Samsung. Eén van de telefoons is direct meegegaan met [getuige 3] en de andere met verdachte.
Bij de aanhouding van verdachte op 12 maart 2015 werd bij hem onder andere een zwarte Samsung S4 mini aangetroffen die op basis van het IMEI-nummer in het systeem naar voren kwam als gestolen goed bij een woninginbraak aan de [straatnaam 1] te Dongen.
De rechtbank gaat niet mee met de eerst ter zitting door verdachte afgelegde verklaring dat hij enkel op de uitkijk heeft gestaan maar vervolgens terug naar [getuige 3] is gelopen omdat het niet goed voelde, niet in één van de auto’s heeft gereden en de bij hem aangetroffen Samsung mini op de ochtend na het feit om 8.00 uur bij de Albert Heijn van [straatnaam 1] heeft gekocht. De rechtbank acht die verklaring ongeloofwaardig gelet op de verklaringen van [straatnaam 1] en [getuige 3] .
Om diezelfde reden acht de rechtbank de verklaring van verdachte bij de politie dat hij de Samsung mini voor € 250,00 van [straatnaam 1] heeft gekocht ongeloofwaardig.
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met [getuige 3] en [straatnaam 1] schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde inbraak bij het zwembad in Rijen.
feit 5
[slachtoffer 4] heeft aangifte gedaan inbraak in zijn woning op het adres [straatnaam 1] te Wagenberg gepleegd op 21 maart 2015 tussen 1.15 uur en 6.30 uur. Het gordijn aan de voorzijde was opengemaakt en het uitzetijzer van het bovenlicht aan de voorzijde van de woonkamer was afgebroken. Het bovenlicht aan de voorzijde staat altijd op een kiertje. Aan de achterzijde van de woonkamer stonden het openslaand raam en het bovenlicht ook open terwijl deze afgesloten was toen ze naar bed gingen. Uit de woning zijn onder meer 2 iPads, een portemonnee met inhoud en een mobiele telefoon van het merk Samsung S4 ontvreemd.
Op 21 maart 2015 omstreeks 1.15 uur zagen verbalisanten, door middel van het niet registrerend peilbaken, dat de auto van het merk Seat Leon met het kenteken [kenteken] het dorp Wagenberg, gemeente Drimmelen, inreed. Zij zagen dat de auto enige tijd rondreed door Wagenberg waarbij hij meerdere malen door onder andere de [straatnaam 1] reed.
Omstreeks 1.38 uur zagen verbalisanten dat het voertuig tot stilstand werd gebracht op de [straatnaam 1] nabij de kruising met de [straatnaam 1] . De locatie van de woninginbraak aan de [straatnaam 1] te Wagenberg is naar schatting op ongeveer 100 meter is gelegen van deze kruising. Omstreeks 2.35 uur kwam de auto weer in beweging kwam en reed deze weg. Omstreeks 3.00 uur vond een controle plaats van de auto en de inzittenden. In de tijd dat de personenauto wegreed vanuit Wagenberg en het tijdstip dat de inzittenden van de personenauto werden gecontroleerd, heeft de personenauto voortdurend gereden.
Bij de controle bleek dat er drie mensen in het voertuig zaten, te weten verdachte, [getuige 3] en [getuige 4] .
[getuige 3] heeft verklaard dat hij op 20 maart 2015 in de avond in zijn auto, een zwarte Seat Leon met kenteken [kenteken] zat en dat verdachte, [straatnaam 1] en [getuige 4] bij hem in de auto stapten. Op een gegeven moment werd er gesproken over het feit dat zij geld nodig hadden. [straatnaam 1] wees hem de weg naar Wagenberg. Bij Wagenberg aangekomen vertelde [straatnaam 1] waar hij zijn auto moest parkeren. Vervolgens zijn verdachte en [straatnaam 1] uit zijn auto gestapt en liepen ze een woonwijk in. Na ongeveer drie kwartier tot een uur kwamen ze terug bij zijn auto en stapten ze in. Verdachte en [straatnaam 1] vertelden hem dat ze geprobeerd hadden in te breken maar dat het hen niet gelukt was. Toen ze door de politie werden gecontroleerd, zat [straatnaam 1] niet meer in de auto.
[straatnaam 1] heeft verklaard hij die avond samen was met verdachte, [getuige 3] en [getuige 4] . Ze gingen kijken of er misschien wat te halen viel. Bij de woning aan de [straatnaam 1] te Wagenberg zag [straatnaam 1] dat het klepraam aan de voorzijde van de woning openstond. Ze zijn daar twee keer langs gereden. [getuige 3] is in een straat achter de woning gestopt en [straatnaam 1] is samen met verdachte naar de woning gegaan. Verdachte heeft hem een steuntje gegeven zodat hij de schroeven van het raam los kon draaien, waarop [straatnaam 1] naar binnen is geklommen. [straatnaam 1] heeft aan de achterkant van de woning een raam open gedaan voor verdachte, waardoor verdachte naar binnen is gekomen. Ze hebben onder andere een iPad meegenomen en twee portemonnees met daarin totaal € 700,00 euro. Ze zijn via de achterkant van het huis teruggelopen naar de auto. Omdat ze het geld niet met [getuige 3] wilden delen, hebben ze tegen hem gezegd dat het niet was gelukt.
In Rijen zag [straatnaam 1] koplampen op hem schijnen. [getuige 3] is toen een straat ingedraaid, waarop [straatnaam 1] is uitgestapt en de iPad heeft meegenomen. [straatnaam 1] had ook het geld op zak en heeft dat later met verdachte gedeeld.
De rechtbank gaat niet mee met de eerst ter zitting door verdachte afgelegde verklaring dat hij enkel op de uitkijk heeft gestaan en dat [straatnaam 1] toen hij terugkwam ook tegen hem had gezegd dat het niet was gelukt. De rechtbank acht die verklaring ongeloofwaardig gelet op de verklaring van [straatnaam 1] , welke op meerdere punten wordt ondersteund door de overige bewijsmiddelen in het dossier, te weten de verklaring van [getuige 3] en het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot het peilbaken op de auto van [getuige 3] .
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met [getuige 3] en [straatnaam 1] schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde inbraak in de woning in Wagenberg.
feit 6, 7 en 10
[slachtoffer 5] heeft namens opticien [naam Opticien] in het winkelcentrum [straatnaam 1] te Tilburg aangifte gedaan van inbraak in de winkel gepleegd op in de nacht van 23 op 24 juli 2015. De daders hebben de rechter glazen deur van de winkel kapotgemaakt om binnen te komen. Meteen na binnenkomst stond een rek met 80 Rayban zonnebrillen. Dit rek is weg. Het rek is, zonder de brillen, buiten het winkelcentrum teruggevonden. De winkel is gelegen naast de ingang van winkelcentrum [straatnaam 1] aan de zijde van de [straatnaam 1] . De schuifdeuren aan deze zijde van het winkelcentrum zijn geforceerd door de daders.
[slachtoffer 8] heeft in de aangifte namens winkelcentrum [straatnaam 1] te Tilburg verklaard dat de zijdeuren en de loopdeur van het winkelcentrum aan de zijde [straatnaam 1] zijn vernield bij een ramkraak in de nacht van 24 juli 2015. Aangever heeft op de camerabeelden gezien dat de deuren door een auto zijn geramd en dat er werd getracht de loopdeur middels een breekvoorwerp open te breken dan wel te forceren. Op de loopdeur zit veel schade van het breken.
Uit afgeluisterde telefoongesprekken volgt dat verdachte op 16 juli 2015 om 18.00 uur tegen een onbekende persoon zegt “Ik heb misschien wel iets gezien man”. Even later zegt de onbekende persoon: “Iets met brilletjes” waarop verdachte Ghaouti zegt “uhh, dwars doorhene”.
Op 20 juli 2015 om 3.48 uur zegt verdachte in een telefoongesprek met een onbekende persoon “blijf nog even wakker he, ik bel je over vijf minuten dan moet je of komen of we pakken die brillenzaak één van de twee”.
Op 23 juli 2015 om 17.32 uur zegt verdachte in een telefoongesprek met een onbekende persoon “kijk effe iemand die brillen wil afnemen.”
In een telefoongesprek op 24 juli 2015 om 01.14 uur tussen verdachte en [straatnaam 1] zegt verdachte dat er serieus een snelle actie is en vraagt hij aan [straatnaam 1] of hij kan rijden. Verdachte zegt: “je weet toch uh brillen”. [straatnaam 1] zegt dat hij niet wil rijden.
Om 3.11 uur zegt verdachte tegen [straatnaam 1] “Ik wil hem eigenlijk binnen een paar seconden in zijn achteruit zetten, maar ehh kun je dat zelf niet beter komen doen dan.” [straatnaam 1] zegt dat hij niet gaat.
Op 24 juli 2015 om 8.38 zegt verdachte tegen [straatnaam 1] in een telefoongesprek dat hij hem zelf in de reverse en alles zelf heeft geklaard, dat hij niet solo was maar wat altijd de functie van [straatnaam 1] is, was nu zijn functie. Hij zegt dat hij wel een Raybennetje voor hem apart zal houden.
Op 24 juli 2015 om 20.46 uur vraagt een onbekende man in een telefoongesprek aan verdachte “Ewa, had je nog een paar brillen daar of wat?”. Verdachte antwoordt daarop “o ja, die zijn allemaal al verkocht man.”
Op 24 juli 2015 omstreeks 11.15 uur werd op de Bieslookweg in Tilburg een Audi A4-avant aangetroffen met het Hongaars kenteken [kenteken] Het model en de verlichting kwamen overeen met hetgeen te zien is op de camerabeelden. De achterzijde van deze Audi had verse schade. Aan de linkerzijde van de Audi waren verse sleepsporen zichtbaar. Achter de Audi lag een labeltje met daarop een barcode en boven de barcode de cijfers 39739. Verbalisanten herkende het labeltje als een label dat door opticiens wordt gebruikt om aan brillen te bevestigen.
Verbalisanten lieten vervolgens een bergingsvoertuig komen om de Audi in verband met sporen veilig te stellen voor onderzoek.
Op de vloer van de kofferruimte van de Audi werd een label met opschrift 39739 LUXO euro 1,33 aangetroffen. Het label werd getoond aan een personeelslid van opticien [naam Opticien] te Tilburg. Zij verklaarde het label voor 100% te herkennen als afkomstig van deze winkel. In het bijzijn van verbalisant werd de barcode ingelezen en herkend als zijnde behorende bij een Rayban zonnebril.
Op 3 juli 2015 heeft [slachtoffer 6] aangifte gedaan van diefstal van zijn Audi A4 met het Hongaarse kenteken [kenteken] , gepleegd op die dag tussen 4.45 uur en 5.00 uur.
Uit afgeluisterde telefoongesprekken volgt dat verdachte op 20 juli 2015 tegen een onbekende man zegt “Ik rij rond in Rijen met je dikke Audi ouwe maat.” Verder in het gesprek zegt hij “Is er iets te doen of niet want deze Audi mag ik vanavond lenen.”
In een gesprek op 22 juli 2015 zegt verdachte tegen [straatnaam 1] dat hij al een wagen heeft. Hij heeft het daarbij over vier ringetjes.
In het proces-verbaal van bevindingen is daarbij opgenomen dat het logo van een Audi uit vier ringen bestaat.
In een gesprek op 23 juli 2015 tussen verdachte en een onbekende man wordt erover gesproken om met zijn drieën naar binnen te gaan en de Audi mee te nemen.
Op 24 juli 2015 om 0.05 uur belt verdachte wederom met een onbekende man. De man vraagt of ze gaan, waarop verdachte zegt “ja zeker” en daarna “Ja, Audi jongen.”
Op 24 juli 2015 om 14.46 voert verdachte een gesprek met een onbekende man en zegt tegen hem “Oja kun je even [naam 1] bellen? Kun je ajb zeggen dat die waggie is opgetakeld recht voor mijn neus.”
In een gesprek op diezelfde dag om 16.11 uur vraagt een onbekende man aan verdachte of hij mee gaat stappen, waarop verdachte antwoordt “Ik kan wel maat, maar alleen die uhh torfin (fon) van mij is opgetakeld ouwe.”
[straatnaam 1] heeft verklaard dat hij een video heeft gezien van iemand dat die Audi ergens in Tilburg werd opgetakeld. [straatnaam 1] wist dat ze een brillenzaak in Tilburg wilde gaan pakken. Hij werd daarvoor steeds door verdachte gebeld dat hij moest gaan rijden. [straatnaam 1] wilde dat niet en is niet meegegaan. Na het feit werd hij door verdachte gebeld. Verdachte zei tegen hem dat hij zei dat hij die avond had gereden en dat hij hetzelfde had gedaan als dat [straatnaam 1] altijd deed. Verdachte was die avond met twee andere jongens.
Uit bovenstaande bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de gestolen Audi met Hongaars kenteken is gebruikt bij de ramkraak bij het winkelcentrum [straatnaam 1] in Tilburg waarbij de toegangsdeuren van dat winkelcentrum zijn vernield en een grote hoeveelheid zonnebrillen van het merk Rayban zijn weggenomen bij opticien [naam Opticien] .
Gelet op de verklaring van [straatnaam 1] en de tapgesprekken acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan die ramkraak, dat hij de Audi, waarvan hij wist dat die gestolen was, tot zijn beschikking had en daarmee op de toegangsdeur van het winkelcentrum is ingereden.
Naar het oordeel van de rechtbank is er onvoldoende bewijs aanwezig voor de betrokkenheid van verdachte bij de onder 7 primair ten laste gelegde diefstal van de Audi. De rechtbank zal verdachte daarvan vrijspreken.
De rechtbank acht de onder 6, 7 subsidiair en 10 ten laste gelegde feiten wel wettig en overtuigend bewezen.
feit 8
Evenals de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende bewijs aanwezig is voor het medeplegen van de ten laste gelegde inbraak. De rechtbank zal verdachte daarvan vrijspreken.
feit 9
[aangever] heeft aangifte gedaan van een inbraak bij stichting [naam stichting] te Tilburg. Het alarm was op 7 augustus 2015 rond 4.00 uur afgegaan. Aan de achterzijde van het terrein is een gat in het gaas van het hek geknipt. Vervolgens is een bovenraam (klepraam) opengebroken, waarschijnlijk met een breekvoorwerp. Uit de kantoorruimte zijn drie Appel iMacs verdwenen.
Uit afgeluisterde telefoongesprekken volgt dat verdachte op 7 augustus 2015 om 3.52 uur wordt gebeld door [straatnaam 1] . Verdachte zegt dat ze veilig zijn en vraagt waar hun zijn. [straatnaam 1] zegt dat hij ook veilig is.
Kort na de inbraak straalde de telefoon van [straatnaam 1] een zendmast aan op de kruising Van Limburg Stirumlaan met de Ringbaan West.Deze zendmast is enkele kilometers van de plaats delict vandaanen op deze plek is een Texaco tankstation gevestigd. Verbalisant heeft de beelden afkomstig van dat tankstation bekeken. Op die camerabeelden wordt gezien dat er omstreeks 3.44 uur een grijskleurige Ford Ka met kenteken [kenteken] voor de deur stopte. Het was verbalisant ambtshalve bekend dat [straatnaam 1] gebruik maakte van een Ford Ka met kenteken [kenteken] Bij de auto werden twee personen gezien.Eén van deze personen wordt herkend als verdachte.
Ter zitting heeft verdachte bevestigd dat hij de persoon op die camerabeelden is.Verdachte heeft echter niet verklaard waarom hij daar die nacht was.
[straatnaam 1] heeft verklaard dat hij en verdachte zijn meegevraagd met de inbraak bij stichting [naam stichting] in Tilburg. Er was een tip dat daar iMac’s weg te halen waren. Er waren vijf personen betrokken bij die diefstal. [straatnaam 1] is daar met zijn eigen auto, de Ford Ka, naartoe gereden. Ze hadden een koevoet bij zich. De taak van [straatnaam 1] was om op de uitkijk te staan. Iemand anders stond ook op de uitkijk. [straatnaam 1] is een stuk achter de anderen aangelopen en zag dat ze via de bosjes op het terrein kwamen. Eén persoon ging door het raam naar binnen en deed de deur open. Op dat moment ging het alarm af. [straatnaam 1] zag dat ze met drie iMac’s naar buiten kwamen.
De rechtbank overweegt dat verdachte kort na het feit samen met [straatnaam 1] in de omgeving van de plaats delict was, dat [straatnaam 1] heeft verklaard dat hij de inbraak samen met verdachte en drie anderen heeft gepleegd en dat er rond het tijdstip van de inbraak een telefoongesprek is geweest tussen verdachte en [straatnaam 1] waarin verdachte zegt dat ze veilig zijn en [straatnaam 1] desgevraagd ook aangeeft dat hij veilig is. Verdachte heeft hier geen verklaring voor gegeven. Gelet op deze feiten en omstandigheden acht de rechtbank de onder 9 ten laste gelegde inbraak wettig en overtuigend bewezen.
feit 11
[slachtoffer 10] geboren in Polen en wonende aan [straatnaam 1] te Rijen, heeft aangifte gedaan van brandstichting. Hij heeft verklaard dat hij op 15 juni 2015 midden in de nacht wakker werd en dat hij zag dat zijn slaapkamerraam vol met rook stond. Toen hij uit het raam keek, zag hij dat de auto van zijn moeder, een Renault Megane met kenteken [kenteken] , in brand stond. Aangever is naar de woning van zijn buren gelopen en zag dat er een zwart spoor vanaf de straat richting de auto liep. Zijn buurman zei tegen hem dat hij aan het spoor geroken had en dat hij een benzinegeur rook. De auto stond geparkeerd op de oprit naast de woning. Tussen de auto en de woning zat ongeveer twintig centimeter. Een deel van de muur van de woning was zwartgeblakerd door het vuur.
[slachtoffer 10] denkt dat [naam 2] uit Rijen van ongeveer 20 jaar oud de brand heeft gesticht omdat hij een getuigenverklaring heeft afgelegd tegen verdachte in een zaak waar ook [naam 2] bij betrokken was.
Uit onderzoek in het politiesysteem bleek dat op 15 mei 2015 aangifte was gedaan van poging doodslag cq moord door [een verdachte in een andere zaak] . In dit onderzoek werd [verdachte] als verdachte aangehouden. Tevens bleek dat aangever [slachtoffer 10] in deze zaak als getuige een verklaring had afgelegd tegen verdachte.
Uit afgeluisterde telefoongesprekken volgt dat [naam 2] [achternaam] op 14 juni 2015 in een telefoongesprek tegen een onbekende vrouw vertelde dat ze gehoord had dat ze die pool gingen aanpakken. Ze vertelde dat ze dit ging doen omdat hij dingen in een verklaring had gezet en dat kon niet volgens haar. Ze had gehoord dat ze een mooi plan voor hem hadden bedacht.
Vervolgens voerde [achternaam] op 14 juni 2015 om 15.40 uur een gesprek met verdachte waarin onder meer het volgende werd gezegd:
Verdachte: Maar hoe wil je hem aanpakken dan?
[achternaam] : Ik pak hem sowieso wel hoor.
Verdachte: Die Pool dat weet je, dat hoef ik je niet meer te vertellen toch.
Wil ik vanavond misschien gaan doen.
[achternaam] : Als je hulp nodig hebt? Bel me maar.
Verdachte: Ja misschien. Als jij dinges wilt halen, die vloeibare waar het mee moet gebeuren. Gewoon één cola flesje vol ofzo dan kom ik die straks gelijk ophalen. Want die meisje gaan ze niet naar kijken. Als ik daar met mijn Gucci pet aankom koop een fles en ga weg …
Pats boem pats boem.
Morgen ga jij doodlachen als je wakker wordt
Maar je moet weten je mag niet praten, bakkes houden.
Kom ik die straks ophalen als het kan rond de avond zo
[achternaam] : Is goed gewoon cola fles
Verdachte: Gewoon litertje of twee zo. Ga gewoon bij onbemande.
Je kan eigenlijk beter in jerry doen man want cola fles gaat krimpen.
Op 16 juni 2015 om 08.13 uur belde [achternaam] naar een onbekende vrouw. De vrouw vroeg
aan [achternaam] of de auto uitgefikt was. [achternaam] vertelde dat de auto aan de [straatnaam 2] helemaal is uitgefikt.
De rechtbank overweegt dat het plan dat in het tapgesprek tussen verdachte en [achternaam] wordt besproken ook als zodanig is uitgevoerd en naderhand door [achternaam] ook zo wordt besproken in een telefoongesprek met een onbekende vrouw. Daarnaast is gebleken dat aangever, zoals hij in zijn aangifte heeft verklaard, heeft getuigd tegen verdachte, hetgeen verdachte een motief geeft voor het ten laste gelegde feit.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de hierboven genoemde feiten en omstandigheden redengevend voor het bewijs en heeft verdachte hiervoor geen redelijke, die redengevendheid ontzenuwende verklaring gegeven, zodat het naar het oordeel van de rechtbank vaststaat dat verdachte zich samen met één of meer anderen schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde brandstichting. De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen.