ECLI:NL:RBZWB:2016:6286

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 oktober 2016
Publicatiedatum
10 oktober 2016
Zaaknummer
C/02/321226 / HA RK 16-198
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • mr. Van 't Nedereind
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar in een nalatenschap met ontheffing van publicatieplicht

In deze beschikking van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 7 oktober 2016, wordt de heer mr. H.R.P. Dumatubun benoemd als vereffenaar van de nalatenschap van wijlen mevrouw [naam], die op 28 juni 2015 is overleden. De verzoeker, die samen met de belanghebbende als erfgenaam is benoemd in het testament, heeft verzocht om de benoeming van een derde als vereffenaar, omdat zij gezamenlijk niet in staat zijn om de nalatenschap te vereffenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de erfgenamen de nalatenschap beneficiair hebben aanvaard en dat er geen behoefte is aan een mondelinge behandeling, aangezien de belanghebbende instemt met het verzoek.

De rechtbank heeft de verzoeken van de verzoeker beoordeeld, waaronder de benoeming van de vereffenaar, de bepaling van het loon van de vereffenaar, en de ontheffing van de publicatieplicht. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vereffenaar recht heeft op loon conform de Recofa-richtlijnen, maar dat dit loon niet op voorhand kan worden vastgesteld. De rechtbank heeft ook besloten dat de vereffenaar ontheven wordt van de verplichting om de benoeming in een landelijk dagblad bekend te maken, omdat bekendmaking op internet een even goede mogelijkheid biedt voor belanghebbenden om op de hoogte te blijven van de nalatenschap.

De kosten van de procedure, begroot op €740,00, worden ten laste van de nalatenschap gebracht. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank heeft het verzoek om meer of anders te beslissen afgewezen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Handelsrecht
Breda
zaaknummer / rekestnummer: C/02/321226 / HA RK 16-198
Beschikking van 7 oktober 2016
in de zaak van
[naam verzoeker],
wonende te Uitwijk,
verzoeker,
advocaat mr. R. Teerink te Tilburg
en
[naam belanghebbenden],
wonende te Utrecht,
belanghebbenden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 22 september 2016, met alle daarin genoemde stukken,
  • het faxbericht van mr. Teerink, gedateerd 2 augustus 2016, ingekomen ter griffie op 27 september 2016.

2.Het verzoek

2.1.
Verzoeker verzoekt de rechtbank om, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. de heer mr. H.R.P. Dumatubun, kandidaat-notaris, werkzaam bij De Rivieren Notarissen te (4281 NR) Andel, aan de Julianastraat 1, althans een door de rechtbank in goede justitie aan te wijzen persoon, te benoemen als vereffenaar in de nalatenschap van mevrouw [naam] , overleden te Utrecht op 28 juni 2015;
2. te bepalen dat de vereffenaar recht heeft op loon conform de Recofa-richtlijnen, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen loon, en dat dit loon, zoals vastgesteld door de kantonrechter, een schuld van de nalatenschap van mevrouw [naam] betreft;
3. de vereffenaar te ontheffen van de publicatieplicht ex artikel 4:206 lid 6 BW;
4. te bepalen dat de beschikking bekend zal worden gemaakt door plaatsing op internet (www.rechtspraak.nl);
5. te bepalen dat de kosten die gemoeid zijn met deze procedure voor rekening van de nalatenschap van mevrouw [naam] komen.

3.De beoordeling

3.1.
Vast staat dat mevrouw [naam] , geboren te Groningen op 15 oktober 1941, op 28 juni 2015 te Woudrichem is overleden, bij testament over haar nalatenschap heeft beschikt dat dat verzoeker en belanghebbende als erfgenamen zijn benoemd.
3.2.
Verzoeker legt aan het verzoek ten grondslag dat de beide erfgenamen de nalatenschap beneficiair hebben aanvaard, zodat zij daardoor gezamenlijk vereffenaar zijn. Gelet op de onderlinge verhoudingen tussen verzoeker en belanghebbende, kunnen zijn niet gezamenlijk tot vereffening overgaan en hebben zij in onderling overleg besloten tot benoeming van een derde als vereffenaar.
3.3.
Gelet op het bepaalde in artikel 4:206 BW beslist de rechtbank niet eerder op het verzoek tot benoeming van een vereffenaar dan na verhoor of behoorlijke oproeping van verzoeker, de bekende erfgenamen, de boedelnotaris en de executeur. Partijen hebben bericht dat zij geen behoefte hebben aan een mondelinge behandeling, nu belanghebbende met het verzoek en de voorgestelde vereffenaar heeft ingestemd. De rechtbank heeft om deze reden afgezien van het houden van een mondelinge behandeling.
3.4.
De heer mr. H.R.P. Dumatubun, kandidaat-notaris bij De Rivieren Notarissen, heeft zich, blijkens het e-mailbericht van 29 juli 2016, die als productie 2 bij het verzoekschrift is gevoegd, bereid verklaard om de benoeming tot vereffenaar te aanvaarden.
3.5.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het verzoek tot benoeming van de heer mr. H.R.P. Dumatubun tot vereffenaar van de nalatenschap van wijlen mevrouw [naam] toewijzen op de voet van artikel 4:203 BW.
3.6.
Ten aanzien van het verzoek op voorhand te bepalen dat het loon van de vereffenaar te zijner tijd overeenkomstig de Recofa-richtlijnen zal worden berekend door de kantonrechter, alsmede dat de vereffenaar in dat kader wordt toegestaan haar loon tijdens haar werkzaamheden maandelijks te declareren bij de nalatenschap, oordeelt de rechtbank als volgt. Het loon van de vereffenaar zal, conform artikel 4:206 BW, op verzoek van de vereffenaar worden vastgesteld door de kantonrechter en kan derhalve niet op voorhand door de rechtbank worden vastgesteld, nu zij daartoe niet bevoegd is. De vereffeningskosten (waaronder het loon van de vereffenaar) zullen aangemerkt worden als boedelschuld zoals bedoeld in artikel 182 Faillissementswet. Als de geringe waarde van de baten van de nalatenschap daartoe aanleiding geeft kan de vereffenaar een verzoek tot het bevelen van een kosteloze vereffening dan wel opheffing van de vereffening als bedoeld in artikel 4:209 BW indienen bij de kantonrechter. De rechtbank verwijst naar de Handleiding erfrechtprocedures kantonrechter (p. 83 t/m 86) op www.rechtspraak.nl.
3.7.
Verzoeker verzoekt, nu niet bekend is of de nalatenschap toereikend is om de schulden te voldoen, om de vereffenaar te ontheffen van de publicatieplicht. De rechtbank ziet aanleiding om dit verzoek te honoreren, nu naar het oordeel van de rechtbank geen redelijk belang gediend wordt wanneer de (kostbare) wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking in een landelijk verspreid dagblad zoals vermeld in artikel 4:206 lid 6 BW wordt gevolgd. De personen die belang hebben bij het bekend worden met de inhoud van deze beschikking kunnen namelijk ook op een andere manier worden geïnformeerd. De rechtbank is van mening dat bekendmaking op het internet een even goede, misschien zelfs betere, mogelijkheid geeft aan iedere belanghebbende om op de hoogte te komen van de financiële situatie van de nalatenschap. Dit brengt ook geen nieuwe kosten met zich mee. De bekendmaking van de beschikking zal plaatsvinden op www.rechtspraak.nl/uitspraken.
Ten aanzien van de bekendmaking in de Staatscourant zal geen ontheffing van de publicatieplicht worden verleend, aangezien het plaatsen van de bekendmaking in de Staatscourant geen kosten met zich meebrengt.
3.8.
Verzoeker heeft tevens verzocht te bepalen dat de kosten van deze procedure voor rekening van de nalatenschap van erflaatster komen. Nu verzoeker met indiening van onderhavig verzoekschrift beoogt te komen tot een algehele afwikkeling van de nalatenschap, zal de rechtbank bepalen dat de kosten die zijn gemoeid met het indienen van onderhavig verzoekschrift ten laste van de nalatenschap komen.
De kosten aan de zijde van verzoeker worden begroot op:
- griffierecht € 288,00
- salaris advocaat €
452,00(1 punt × tarief € 452,00)
Totaal € 740,00.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
benoemt de heer mr. H.R.P. Dumatubun, kandidaat-notaris, werkzaam bij De Rivieren Notarissen te (4281 NR) Andel, aan de Julianastraat 1, tot vereffenaar van de nalatenschap van:
wijlen mevrouw [naam] ,
geboren te Groningen op 15 oktober 1941,
laatstelijk wonende te Woudrichem,
overleden op 28 juni 2014 te Woudrichem,
4.2.
draagt de griffier op de benoeming van deze vereffenaar onverwijld in het boedelregister in te schrijven,
4.3.
ontheft de vereffenaar van de verplichting tot bekendmaking van de benoeming van de vereffenaar in een landelijk verspreid dagblad ingevolge het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 BW,
4.4.
bepaalt dat deze beschikking bekend zal worden gemaakt door plaatsing op internet (
www.rechtspraak.nl/uitspraken),
4.5.
draagt de vereffenaar op de benoeming bekend te maken in de Staatscourant,
4.6.
bepaalt dat de kosten van deze procedure, aan de zijde van verzoeker tot op heden begroot op € 740,00, ten laste van de nalatenschap komen,
4.7.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.8.
wijst af het anders of meer verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van 't Nedereind en in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2016. [1]

Voetnoten

1.type: mvda