Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
Het subsidiair onder 1 ten laste gelegde kan volgens de officier van justitie wel wettig en overtuigend bewezen worden. Verdachte heeft met een snelheid van meer dan 80 kilometer per uur gereden in een 30 kilometerzone. Hierdoor was hij niet in staat op te letten op spelende kinderen. Verdachte heeft door zijn hoge snelheid [voornaam slachtoffer] te laat opgemerkt en kon tevens daardoor niet meer tijdig remmen. Wanneer verdachte zich aan de maximumsnelheid ter plaatse had gehouden had het ongeval waarschijnlijk niet plaatsgevonden. Het voorgaande leidt er toe dat het ongeval aan de schuld van verdachte is te wijten in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (verder: WVW), waarbij de officier van justitie uitgaat van grove schuld in de zin van zeer onoplettend, onachtzaam en onvoorzichtig rijgedrag.
of omstreeks27 april 2016, te Breda, als verkeersdeelnemer, namelijk
(personenauto, Renault
), daarmede rijdende
roekeloos, in elk gevalin hoge
, althans
/ofonachtzaam en
/ofonnadenkend
en/of
, althans met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan de ter plaatse geldende
/ofte blijven rijden
/of (vervolgens)daarbij
, althans niet tijdig en/of voldoende,het door hem, verdachte,
/oftot stilstand te brengen en
/of
, althans niet tijdig en/of niet voldoende,met het door hem, verdachte,
in ieder geval zonder voldoende en/of
althans welke persoon zich op dat moment op voormelde weg bevond,
na te meldenpersoon,
(genaamd: [adres] , geboren op [geboortedatum]
)werd
(mede
)werd veroorzaakt doordat hij,
/ofdoor wiens
/aande Veurnestraat, op
of omstreeks27 april 2016,
(te weten:
) (dodelijk)letsel en/of schade was toegebracht;
/of
/ofdoor wiens
(al dan nietals bestuurder van een motorrijtuig
)een
everkeersongeval had plaatsgevonden in
/aande Veurnestraat, op
of omstreeks27 april 2016, de (voornoemde)
(dodelijk)letsel was
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging ten aanzien van het eerste cumulatief ten laste gelegde onder 2;
een gevangenisstraf van achttien maanden;
gedeelte van deze gevangenisstraf groot zes maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd van
drie jarenna te melden voorwaarde niet heeft nageleefd;
bijzondere voorwaarde:
een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van vier jaren;