In de overeenkomst “
Afspraken i.v.m. concessie overgang Veolia Transport Fast Ferries naar Westerschelde Ferry b.v.”d.d. 21 november 2014 tussen Veolia, Westerschelde Ferry en FNV is, voor zover hier van belang, bepaald:
“Artikel 9 Eindafrekening
(…) Eveneens vindt in december 2014 de uitbetaling plaats van de ORT en overige variabele looncomponenten, opgebouwd t/m 1 december 2014. In januari 2015 zal de eindafrekening plaats vinden, met betrekking tot de ORT en overige variabele looncomponenten van december 2014.”(…)
3.1.1.FNV vordert dat de kantonrechter:
( a) voor recht verklaart dat de gemiddelde onregelmatigheidstoeslagen zoals opgenomen in artikel 22 CAO deel uitmaken van het loon dat gedurende het verlof door Westerschelde Ferry en Veolia dient te worden doorbetaald;
alsmede Veolia, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, en op verbeurte van een dwangsom, veroordeelt om:
( b) aan haar werknemers en ex-werknemers die in de periode van 1 januari 2010 tot 1 januari 2015 bij haar in dienst zijn geweest, correcte en inzichtelijke berekeningen te verstrekken van de in deze periode ten onrechte tijdens verlofuren niet doorbetaalde onregelmatigheidstoeslagen;
( c) over te gaan tot betaling aan hen van de over de periode van 1 januari 2010 tot 1 januari 2015 achterstallige onregelmatigheidstoeslagen vermeerderd met 8% vakantiebijslag, dit verhoogd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, gesteld op 50% hiervan, en verhoogd met de wettelijke rente vanaf de vervaldata tot aan de datum van voldoening;
( d) zorg te dragen voor afdracht van pensioenpremies over deze nabetalingen aan het ABP;
( e) aan de betreffende werknemers een bruto/netto-specificatie en een specificatie van de wettelijke rente te verstrekken;
alsmede Westerschelde Ferry veroordeelt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en op verbeurte van een dwangsom, aldus dat wanneer Veolia een deel van het gevorderde voldoet, Westerschelde Ferry voor dat deel zal zijn gekweten, om:
f) aan haar werknemers en ex-werknemers die in de periode van 1 januari 2010 tot 1 oktober 2015 bij haar in dienst zijn geweest, correcte en inzichtelijke berekeningen te verstrekken van de in deze periode ten onrechte tijdens verlofuren niet doorbetaalde onregelmatigheidstoeslagen;
( g) over te gaan tot betaling aan hen van de over de periode van 1 januari 2010 tot 1 oktober 2015 achterstallige onregelmatigheidstoeslagen vermeerderd met 8% vakantiebijslag, dit verhoogd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, gesteld op 50% hiervan, en verhoogd met de wettelijke rente vanaf de vervaldata tot aan de datum van voldoening;
( h) zorg te dragen voor afdracht van pensioenpremies over deze nabetalingen aan het ABP;
( i) aan de betreffende werknemers een bruto/netto-specificatie en een specificatie van de wettelijke rente te verstrekken;
( j) de onregelmatigheidstoeslag gedurende het verlof aan elke werknemer door te betalen, dit voor elke maand vanaf 1 oktober 2015 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst met de betreffende werknemer rechtsgeldig is beëindigd, en dit, voor zover te laat betaald, verhoogd met de wettelijke verhoging conform artikel 7:625 BW en de wettelijke rente vanaf de vervaldata tot aan de datum van voldoening;
alsmede Veolia en Westerschelde Ferry hoofdelijk veroordeelt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling van:
( k) € 3.025,-- als buitengerechtelijke incassokosten, verhoogd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding;
( l) de proceskosten.
3.1.2.[eiser] vordert dat de kantonrechter Veolia, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, veroordeelt:
( a) tot betaling van een bedrag van € 1.468,-- bruto ter zake onregelmatigheidstoeslag gedurende verlofdagen over de periode januari 2010 tot januari 2015, vermeerderd met 8% vakantiebijslag, verhoogd met € 734,00 als wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf de vervaldata tot aan de datum van voldoening, een en ander onder gelijktijdige verstrekking van een bruto-/netto-specificatie en een specificatie van de wettelijke rente;
( b) tot afdracht van pensioenpremies over deze nabetalingen aan het ABP;
alsmede Westerschelde Ferry, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, veroordeelt, aldus dat wanneer Veolia een deel van het gevorderde voldoet Westerschelde Ferry voor dat deel is gekweten:
( c) tot betaling van een bedrag van € 1.795,51 bruto ter zake onregelmatigheidstoeslag gedurende verlofdagen over de periode van januari 2010 tot 1 september 2015, vermeerderd met 8% vakantiebijslag, te verhogen met een bedrag van € 897,76 als 50% wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf de vervaldata tot aan de datum van voldoening, een en ander onder een en ander onder gelijktijdige verstrekking van een bruto-/netto-specificatie en een specificatie van de wettelijke rente;
( b) tot afdracht van pensioenpremies over deze nabetalingen aan het ABP;
( c) tot doorbetaling van onregelmatigheidstoeslag gedurende verlof voor elke maand vanaf 1 september 2015 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd, verhoogd met, voor zover te laat is betaald, de wettelijke verhoging conform artikel 7:625 BW en de wettelijke rente vanaf de vervaldata tot aan de datum van voldoening.