Uitspraak
2.De verzoeken
3.De beoordeling
private life(artikel 8 EVRM), in het bijzonder het recht op persoonlijke identiteit, eveneens voortvloeit dat een kind het recht heeft te weten van wie het afstamt (EHRM 20 december 2007, 23890/02 (
Phinikaridou/Cyprus)). Dat recht is tevens gewaarborgd in de artikel 7 en 8 IVRK. Artikel 1:247 lid 1 BW bepaalt dat het ouderlijk gezag de plicht en het recht van de ouder omvat zijn minderjarig kind te verzorgen en op te voeden. Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het minderjarig kind alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid (lid 2). Tot de zorg en verantwoordelijkheid voor het geestelijk welzijn en de persoonlijke ontwikkeling van het kind behoort het geven van informatie over zijn afstamming (‘statusvoorlichting’). De rechtbank geeft de moeder, net als overigens de Raad, nadrukkelijk mee dat zij de minderjarigen deze informatie dient te geven. De vader is en blijft de (biologische) vader van de minderjarigen. Zijn bestaan dient dan ook niet te worden verloochend. En de moeder dient er voor te waken dat zij de minderjarigen niet belast met haar persoonlijke ervaringen met de vader. Met de Raad is de rechtbank van oordeel dat de moeder en de stiefvader zich ervan bewust dienen te zijn dat zij actief statusvoorlichting dienen te verlenen. Indien nodig, kunnen de moeder en de stiefvader hierbij worden ondersteund door een professional.