ECLI:NL:RBZWB:2016:8691

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 december 2016
Publicatiedatum
2 augustus 2017
Zaaknummer
02/820633-16
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • Janssen, voorzitter
  • Koek
  • Kneepkens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake woningoverval met geweld en bedreiging tegen meerdere slachtoffers

Op 16 december 2016 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een woningoverval in Breda op 15 april 2016. De verdachte, samen met mededaders, heeft een studentenhuis binnengevallen waar vier studentes aanwezig waren. Tijdens de overval werd geweld gebruikt, waaronder het tonen van een taser en het vastbinden van de slachtoffers met tie wraps. De slachtoffers werden gedwongen om hun persoonlijke bezittingen, waaronder telefoons en geldbedragen, af te geven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan afpersing en diefstal, waarbij de feiten zijn gepleegd door twee of meer verenigde personen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan een jaar voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde dat hij zich laat behandelen voor zijn verslavingsproblematiek. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die rechtstreeks voortvloeien uit de bewezen verklaarde feiten. De rechtbank heeft de impact van de overval op de slachtoffers zwaar meegewogen in de strafoplegging, waarbij de slachtoffers verklaarden dat zij nog steeds angstig zijn en zich niet veilig voelen in hun eigen woning. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verslavingsproblematiek en eerdere criminele activiteiten.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/820633-16
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 16 december 2016
in de strafzaak tegen
[Verdachte]
geboren op [Geboortedag] 1988 te [Geboorteplaats]
wonende te [Adres]
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zuid-West te Dordrecht
raadsman mr. Schönfeld, advocaat te Dordrecht

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 2 december 2016, waarbij de officier van justitie, mr. Simpelaar, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte staat, met inachtneming hiervan, terecht ter zake dat
1.
hij op of omstreeks 15 april 2016 te Breda tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [Slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van haar pincode en/of haar pinpas en/of de code van haar telefoon en/of een geldbedrag van 7500 Euro en/of een geldbedrag van 2000 Euro en/of een Iphone 6, in elk
geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
- de woning en/of (vervolgens) de slaapkamer van die [Slachtoffer 1] is/zijn binnengedrongen en/of
- die [Slachtoffer 1] een taser heeft/hebben getoond en/of
- die [Slachtoffer 1] gedwongen op haar bed te liggen en/of
- haar polsen en voeten heeft/hebben vastgebonden met tie wraps en/of
- duck tape op de mond van die [Slachtoffer 1] heeft/hebben geplakt en/of
- die [Slachtoffer 1] telkens dreigend heeft/hebben toegevoegd: "Waar is je telefoon" en/of "Waar is je geld" en/of "Neem ons serieus, anders doen we je pijn", althans telkens woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
2.
hij op of omstreeks 15 april 2016 te Breda tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- een telefoon (Huawai), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Slachtoffer 2] en/of
- een telefoon (Iphone 5S), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Slachtoffer 3] en/of
- een telefoon (Iphone 5S), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Slachtoffer 4]
in elk geval telkens aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [Slachtoffer 2] en/of [Slachtoffer 3] en/of [Slachtoffer 4] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit
van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij verdachte en/of zijn mededader(s)
- de woning en/of van die [Slachtoffer 2] en/of die [Slachtoffer 3] en/of die [Slachtoffer 4] is/zijn binnengedrongen en/of
- de slaapkamer van die [Slachtoffer 2] is/zijn binnengedrongen en/of
- een zaklamp in haar gezicht heeft/hebben gericht en/of
- haar polsen/armen achter haar rug heeft/hebben vastgebonden en/of
- tape over haar mond heeft/hebben geplakt en/of
- haar benen heeft/hebben vastgebonden en/of
- de slaapkamer van die [Slachtoffer 3] is/zijn binnengedrongen en/of
- haar handen heeft/hebben vastgebonden met tie wraps en/of
- haar enkels heeft/hebben vastgebonden met een oplader en/of
- haar mond heeft/hebben afgeplakt met tape en/of
- haar hoofd in een hoofdkussen geduwd en/of
- haar dreigend heeft/hebben toegevoegd -zakelijk weergegeven- dat zij zich rustig moest houden en dat zij vijf minuten moest wachten met de politie te bellen, anders zou haar ruit eruit geknald zou worden, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- de slaapkamer van die [Slachtoffer 4] is/zijn binnengedrongen en/of
- haar gedwongen heeft/hebben op de grond te gaan liggen en/of
- haar dreigend heeft/hebben toegevoegd: "Ik ben pro, ik kan je zo vermoorden of doodmaken", althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking
en/of
- haar handen heeft/hebben vastgebonden/getaped en/of
- haar mond en/of bril heeft/hebben afgetaped en/of
- haar voeten heeft/hebben vastgebonden en/of
- haar dreigend heeft/hebben toegevoegd -zakelijk weergegeven- dat het tien minuten zou duren en dat zij stil moest blijven liggen anders zou haar iets aangedaan worden, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking
3.
hij op of omstreeks 01 maart 2016 te Ermelo opzettelijk een Iphone 6s en/of een sporttas (onder meer inhoudende een rijbewijs en/of een identiteitsbewijs en/of een bankpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten de Iphone 6s ter installering van het toestel en/of de sporttas ter bewaring in zijn, verdachtes, personenauto, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2016 tot en met 15 april 2016 te Breda, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [Slachtoffer 5] en/of [Naam 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een [Naam 1]
telefoonabonnement, door een formulier van overdracht van een [Naam 1] abonnement (digitaal) in te vullen met de persoonsgegevens van die [Slachtoffer 5] als nieuwe klant en/of een kopie van de bankpas en/of het identiteitsbewijs van die [Slachtoffer 5] bij te voegen en/of dat formulier te voorzien van een handtekening, als zijnde dit de handtekening van die [Slachtoffer 5] .

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de hem tenlastegelegde feiten heeft gepleegd en baseert zich daarbij ten aanzien van de feiten 1 en 2 onder meer op de aangiften van de bewoners, op de bekennende verklaring van verdachte, op bevindingen met betrekking tot camerabeelden en op bevindingen met betrekking tot bankoverschrijvingen. Ten aanzien van feit 3 baseert zij zich op de aangifte, op de bekennende verklaring van verdachte en op een fotoherkenning. Ten aanzien van feit 4 baseert zij zich eveneens op de aangifte en op de gedeeltelijk bekennende verklaring van verdachte.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen bewijsverweer gevoerd. Met betrekking tot feit 4 heeft verdachte verklaard dat hij niet degene is geweest die een telefoonabonnement heeft afgesloten maar dat hij wel degene is geweest die het identiteitsbewijs en bankpas van [Slachtoffer 5] heeft aangeleverd met de intentie om een telefoonabonnement af te laten sluiten.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Feiten 1 en 2
Aangezien verdachte ten aanzien van deze feiten een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en acht de rechtbank dat feit wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd tijdens de zitting van 2 december 2016 [1] ;
- de aangifte van [Slachtoffer 1] [2] ;
- de aanvullende verklaring van [Slachtoffer 1] [3] ;
- de aangifte van [Slachtoffer 2] [4] ;
- de aangifte van [Slachtoffer 3] [5] ;
- de aangifte van [Slachtoffer 4] [6] ;
- het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de Iphone 5S van aangeefster [Slachtoffer 3] [7] .
Feit 3
Aangezien verdachte ten aanzien van feit 3 een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en acht de rechtbank dat feit wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd tijdens de zitting van 2 december 2016 [8] ; - de aangifte van [Slachtoffer 5] [9] [Slachtoffer 5]
Feit 4
Op 1 maart 2016 is de bankpas, het rijbewijs en het identiteitsbewijs van [Slachtoffer 5] weggenomen [10] . Op 14 april 2016 ontving aangeefster een bericht van de bank dat er binnenkort een bedrag van haar bankrekening zou worden afgeschreven van [Naam 1] [11] . Een medewerkster van [Naam 1] deelde haar mee dat ten name van [Slachtoffer 5] een telefoonabonnement was afgesloten in Etten-Leur. Daarbij werd gebruik gemaakt van de bankpas en de identiteitskaart van voornoemde [Slachtoffer 5] .
Bij [Naam 1] is door [Naam 2] een contract afgesloten voor een telefoonabonnement [12] . Korte tijd later is een contractovernameformulier ingediend bij [Naam 1] [13] . Op dit formulier werd aangegeven dat [Naam 2] en [Slachtoffer 5] waren overeengekomen het abonnement over te dragen aan die [Slachtoffer 5] . Bij dat formulier, voorzien van een handtekening van de nieuwe klant, was een kopie van de bankpas en identiteitskaart van [Slachtoffer 5] gevoegd.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij de bankpas en het identiteitsbewijs van [Slachtoffer 5] heeft weggenomen [14] . Met de intentie om met die gegevens van [Slachtoffer 5] een telefoonabonnement af te sluiten, heeft hij de pasjes aan de zus van een ex-vriendin van hem gegeven. Verdachte heeft verklaard dat hij wist dat “ze” met deze gegevens van [Slachtoffer 5] een nieuw telefoonabonnement zouden gaan afsluiten. Een bekende van verdachte heeft daarna de bij het abonnement behorende telefoon gekocht van de vrienden van verdachte.
De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van oplichting. Het is verdachte geweest die de voor het abonnement benodigde gegevens heeft verstrekt aan vrienden waarna de telefoon is verkocht aan een bekende van de verdachte.
Op grond van het vorenstaande kan ook feit 4 wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
hijop
of omstreeks15 april 2016 te Breda tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,met het oogmerk om zich en/of een ander
enwederrechtelijk te bevoordelen door geweld en
/ofbedreiging met geweld [Slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van haar pincode en
/ofhaar pinpas en
/ofde code van haar telefoon en
/ofeen geldbedrag van 7500 Euro en
/ofeen geldbedrag van 2000 Euro en
/ofeen Iphone 6,
in elk
geval van enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [Slachtoffer 1] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte en/of zijn mededader
(s)
- de woning en
/of (vervolgens
)de slaapkamer van die [Slachtoffer 1]
is/zijn binnengedrongen en
/of
- die [Slachtoffer 1] een taser heeft/hebben getoond en
/of
- die [Slachtoffer 1] gedwongen op haar bed te liggen en
/of
- haar polsen en voeten heeft/hebben vastgebonden met tie wraps en
/of
- duck tape op de mond van die [Slachtoffer 1] heeft/hebben geplakt en
/of
- die [Slachtoffer 1] telkens dreigend heeft/hebben toegevoegd: "Waar is je telefoon" en
/of"Waar is je geld" en
/of"Neem ons serieus, anders doen we je pijn", althans telkens woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
2.
hijop
of omstreeks15 april 2016 te Breda tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- een telefoon (Huawai),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [Slachtoffer 2] en
/of
- een telefoon (Iphone 5S),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [Slachtoffer 3] en
/of
- een telefoon (Iphone 5S),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [Slachtoffer 4] ,
in elk geval telkens aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en
/ofgevolgd van geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen [Slachtoffer 2] en
/of[Slachtoffer 3] en
/of[Slachtoffer 4] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en
/ofom bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader
shetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit
van het gestolene te verzekeren, welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij verdachte en
/ofzijn mededader
(s)
- de woning
en/ofvan die [Slachtoffer 2] en
/ofdie [Slachtoffer 3] en
/ofdie [Slachtoffer 4]
is/zijn binnengedrongen en
/of
- de slaapkamer van die [Slachtoffer 2] is/zijn binnengedrongen en
/of
- een zaklamp in haar gezicht heeft/hebben gericht en
/of
- haar
polsen/armen achter haar rug heeft/hebben vastgebonden en
/of
- tape over haar mond heeft/hebben geplakt en
/of
- haar benen heeft/hebben vastgebonden en
/of
- de slaapkamer van die [Slachtoffer 3] is/zijn binnengedrongen en
/of
- haar handen heeft/hebben vastgebonden met tie wraps en
/of
- haar enkels heeft/hebben vastgebonden met een snoer van een oplader en
/of
- haar mond heeft/hebben afgeplakt met tape en
/of
- haar hoofd in een hoofdkussen geduwd en
/of
- haar dreigend heeft/hebben toegevoegd -zakelijk weergegeven- dat zij zich rustig moest houden en dat zij vijf minuten moest wachten met de politie te bellen, anders zou haar ruit eruit geknald zou worden, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking en
/of
- de slaapkamer van die [Slachtoffer 4] is/zijn binnengedrongen en
/of
- haar gedwongen heeft/hebben op de grond te gaan liggen en
/of
- haar dreigend heeft/hebben toegevoegd: "Ik ben pro, ik kan je zo vermoorden of doodmaken", althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking
en
/of
- haar handen heeft/hebben vastgebonden/getaped en
/of
- haar mond en
/ofbril heeft/hebben afgetaped en/of
- haar voeten heeft/hebben vastgebonden en
/of
- haar dreigend heeft/hebben toegevoegd -zakelijk weergegeven- dat het tien minuten zou duren en dat zij stil moest blijven liggen anders zou haar iets aangedaan worden, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
3.
hijop
of omstreeks01 maart 2016 te Ermelo opzettelijk een Iphone 6s en
/ofeen sporttas (onder meer inhoudende een rijbewijs en
/ofeen identiteitsbewijs en
/ofeen bankpas,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [Slachtoffer 5] ,
in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte,en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten de Iphone 6s ter installering van het toestel en
/ofde sporttas ter bewaring in zijn, verdachtes, personenauto, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
4.
hijin
of omstreeksde periode van 1 maart 2016 tot en met 15 april 2016
te Breda, althansin Nederland tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam
en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [Slachtoffer 5] en/of[Naam 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten een [Naam 1]
telefoonabonnement, door een formulier van overdracht van een [Naam 1] abonnement (digitaal) in te vullen met de persoonsgegevens van
die[Slachtoffer 5] als nieuwe klant en
/ofeen kopie van de bankpas en
/ofhet identiteitsbewijs van die [Slachtoffer 5] bij te voegen en
/ofdat formulier te voorzien van een handtekening, als zijnde dit de handtekening van die [Slachtoffer 5] .
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 4 jaar, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest met daarbij als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich klinisch laat behandelen bij een forensische verslavingskliniek.
6.2
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is aangevoerd dat verdachte zich schaamt voor de door hem gepleegde feiten. Verder kan de verdediging zich vinden in het advies van de reclassering. Verzocht is de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf te matigen omdat hulpverlening anders wel erg laat op gang gaat komen. Voorgesteld wordt een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een woningoverval. Gedurende de nacht zijn verdachte en zijn mededader een studentenhuis binnengevallen. In die woning waren op dat moment 4 studentes aanwezig. Verdachte wist dat één van hen veel geld had. Deze studente werd een taser getoond en zij werd vastgebonden met tie-wraps. Zij werd gedwongen om haar telefoon, pinpas en pincode af te geven. Tevens moest zij een groot geldbedrag van haar bankrekening overschrijven op een andere bankrekening. Vervolgens zijn ook de andere aanwezige studentes vastgebonden. Van hen werden mobiele telefoons afgenomen. Hen werd op een dreigende manier gezegd dat ze zich rustig moesten houden en 5 of 10 minuten moesten wachten met het bellen van de politie omdat hen anders iets aangedaan zou worden.
Het spreekt voor zich dat een op deze manier uitgevoerde overval voor de slachtoffers een bijzonder traumatische ervaring moet zijn geweest. Dit blijkt ook wel uit de ter zitting afgelegde verklaringen van mevrouw [Slachtoffer 3] en mevrouw [Slachtoffer 1] . Zij hebben verklaard dat ze nog steeds bang zijn en niet meer kunnen slapen, niet meer in het donker weg durven te gaan en dat ze vrezen zich nooit meer veilig te zullen voelen. Bijzonder zwaar is voor mevrouw [Slachtoffer 1] dat verdachte de erfenis van haar overleden vader heeft weggenomen.
Juist in de eigen woning, in de eigen slaapkamer nota bene moet men zich veilig kunnen voelen. En juist in die omgeving is de slachtoffers dit leed aangedaan. Verdachte heeft hierbij kennelijk in het geheel niet stilgestaan. Het heeft hem er in ieder geval niet van weerhouden om, ten koste van anderen, op deze manier snel aan geld en waardevolle spullen te komen.
Al eerder, in maart 2016, was het al misgegaan met verdachte. Via een datingsite is hij toen in contact gekomen met een jonge vrouw. Hij heeft haar vertrouwen gewekt en haar vervolgens een telefoonabonnement laten afsluiten. Vervolgens is verdachte er met de telefoon, haar bankpas en identiteitsbewijs vandoor gegaan. Met die bankpas en identiteitsbewijs is later weer opnieuw een telefoonabonnement afgesloten.
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van zeer ernstige feiten welke een langdurige gevangenisstraf rechtsvaardigen. Bij de soort en de hoogte van de op te leggen straf heeft de rechtbank in aanmerking genomen hetgeen landelijk voor soortgelijke strafbare feiten wordt opgelegd.
Daarnaast heeft de rechtbank rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Ter zitting en uit de rapporten die over verdachte zijn uitgebracht door de reclassering is de rechtbank gebleken dat verdachte al vanaf jonge leeftijd cannabis gebruikt. Dit drugsgebruik heeft mede geleid tot veel criminele activiteiten, hetgeen ook blijkt uit het strafblad van verdachte. Verdachte heeft aangegeven nu gemotiveerd te zijn voor een klinische opname om zo behandeld te worden voor zijn verslavingsproblematiek en zijn eventuele persoonlijkheidsproblematiek. Op het moment dat verdachte geen cannabis meer gebruikt en hij ook meer zicht heeft op zijn persoonlijkheidsproblematiek zal naar de opvatting van de reclassering de kans op recidive afnemen. Geadviseerd wordt dan ook verdachte een gedeeltelijk voorwaardelijke straf op te leggen met daarbij onder meer als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich klinisch zal laten behandelen bij de Forensische Verslavingskliniek van Novadic-Kentron.
De rechtbank kan zich vinden in dit advies. De rechtbank acht, mede gelet op de ernst van de gepleegde feiten, een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar noodzakelijk. De rechtbank ziet geen ruimte voor een lichtere sanctie. De door de verdediging voorgestelde 3 jaar vindt de rechtbank onvoldoende recht doen aan de ernst van de feiten en de impact die de feiten op de slachtoffers heeft gehad. Wel ziet de rechtbank aanleiding een groter deel dan de officier van justitie heeft gevorderd , te weten 1 jaar, voorwaardelijk op te leggen. Deze voorwaardelijke straf maakt een verplichte begeleiding en behandeling door Novadic-Kentron mogelijk. Met deze forse voorwaardelijke straf wordt tevens beoogd verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.

7.De benadeelde partij

De benadeelde partij [Slachtoffer 1] vordert een schadevergoeding van € 12.346,00 voor feit 1. De verdediging heeft aangevoerd dat de vordering kan worden toegewezen waarbij verzocht is rekening te houden met het conservatoir beslag van € 5.000,00.
De rechtbank is van oordeel dat de schade tot een bedrag van € 7.346,00 een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit, waarvan € 5.340,00 ter zake van materiële schade en € 2.000,00 ter zake van immateriële schade, en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. De rechtbank heeft op het gevorderde een bedrag van € 5.000,00 in mindering gebracht omdat conservatoir beslag is gelegd ter hoogte van laatstgenoemd bedrag zodat dat bedrag aangewend kan worden om de benadeelde partij in zoverre schadeloos te stellen.
Het gevorderde acht de rechtbank tot dat eerstgenoemd bedrag voldoende aannemelijk gemaakt en zij zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Voor het overige zal de rechtbank de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaren.
De benadeelde partij [Slachtoffer 2] vordert een schadevergoeding van € 2.243,24 voor feit 2, bestaande uit immateriële schade van € 2.000,00 en materiële schade van € 243,24. De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat deze vordering kan worden toegewezen.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt, zodat de vordering zal worden toegewezen.
De benadeelde partij [Slachtoffer 3] vordert een schadevergoeding van € 2.127,94 voor feit 2, bestaande uit immateriële schade van € 2.000,00 en materiële schade van € 127,94. De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat deze vordering kan worden toegewezen.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt, zodat de vordering zal worden toegewezen.
Met betrekking tot de toegekende vorderingen van de benadeelde partijen zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 27, 36f, 47, 57, 310, 312, 317 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2:diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, en om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 3:verduistering;
feit 4:medeplegen van oplichting;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 4 jaar;
- bepaalt dat een
gedeelte van deze gevangenisstraf van 1 jaarniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd van 2 jaar na te melden voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaarden:
* dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
* dat verdachte medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, de medewerking van huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich binnen 5 dagen nadat hij in vrijheid is gesteld zal melden bij de reclasseringsinstelling Novadic-Kentron te Breda en zich daarna gedurende een door de reclasseringsinstelling te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) zal blijven melden, zo lang en zo frequent als de reclassering noodzakelijk acht;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de behandelaars van verdachte in overleg met de reclassering nodig achten, zal laten opnemen in de Forensische Verslavingskliniek van Novadic-Kentron te Vught, althans een soortgelijke intramurale instelling, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die verdachte in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de behandelaars van verdachte in overleg met de reclassering nodig achten, onder behandeling zal stellen van een forensische polikliniek, zulks ter beoordeling van de reclassering, op de tijden en plaatsen als door of namens die reclasseringsinstelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen voor zijn verslaving en persoonlijkheidsproblematiek;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [Slachtoffer 1] van € 7.346,00, waarvan € 5.346,00 ter zake van materiële schade en € 2.000,00 ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, berekend vanaf 15 april 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. (BP.20)
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht; (BP.22)
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [Slachtoffer 2] van € 2.243,24, waarvan € 243,24 ter zake van materiële schade en € 2.000,00 ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, berekend vanaf 15 april 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. (BP.20)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [Slachtoffer 3] van € 2.127,94, waarvan € 127,94 ter zake van materiële schade en € 2.000,00 ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, berekend vanaf 15 april 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. (BP.20)
Schadevergoedingsmaatregel
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van de hierna te noemen slachtoffers de daarbij vermelde bedragen te betalen, bij niet betaling te vervangen door het daarbij vermelde aantal dagen hechtenis:
- benadeelde partij [Slachtoffer 1] (feit 1), € 7.346,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, berekend vanaf 15 april 2016 tot aan de dag der algehele voldoening , 71 dagen hechtenis,
- benadeelde partij [Slachtoffer 2] (feit 2), € 2.243,24, te vermeerderen met de wettelijke rente, berekend vanaf 15 april 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, 32 dagen hechtenis,
- benadeelde partij [Slachtoffer 3] (feit 2), € 2.127,94, te vermeerderen met de wettelijke rente, berekend vanaf 15 april 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, 31 dagen hechtenis,
met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft; (BP04A)
- bepaalt dat voor zover deze bedragen door één of meer mededaders zijn betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Janssen, voorzitter, mr. Koek en mr. Kneepkens, rechters, in tegenwoordigheid van Van den Goorbergh, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 16 december 2016.
Mr. Kneepkens is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt -tenzij anders vermeld- bedoeld het eindproces-verbaal met dossiernummer 2016096386, onderzoek Solihull, van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 1302.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [Slachtoffer 1] , pagina 93 van voornoemd eindproces-verbaal.
3.Het proces-verbaal van verhoor van [Slachtoffer 1] , pagina 103 van voornoemd eindproces-verbaal.
4.Het proces-verbaal van aangifte van [Slachtoffer 2] , pagina 113 van voornoemd eindproces-verbaal.
5.Het proces-verbaal van aangifte van [Slachtoffer 3] , pagina 117 van voornoemd eindproces-verbaal.
6.Het proces-verbaal van aangifte van [Slachtoffer 4] , pagina 122 van voornoemd eindproces-verbaal.
7.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 120 van voornoemd eindproces-verbaal.
8.De verklaring van verdachte, afgelegd op de zitting van 2 december 2016.
9.Het proces-verbaal van aangifte van [Slachtoffer 5] , pagina 706 van voornoemd eindproces-verbaal.
10.Het proces-verbaal van aangifte van [Slachtoffer 5] , pagina 706 van voornoemd eindproces-verbaal.
11.Het proces-verbaal van verhoor van [Slachtoffer 5] , pagina 725 van voornoemd eindproces-verbaal.
12.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 754 van voornoemd eindproces-verbaal.
13.Het geschrift, inhoudende een formulier “overdragen [Naam 1] abonnement”, pagina 759 van voornoemd eindproces-verbaal.
14.De verklaring van verdachte, afgelegd op de zitting van 2 december 2016.