ECLI:NL:RBZWB:2017:1509

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 maart 2017
Publicatiedatum
13 maart 2017
Zaaknummer
AWB 16_8016
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep tegen verlening tijdelijke nachtvergunning

In deze zaak hebben eisers beroep ingesteld tegen het besluit van de burgemeester van de gemeente Steenbergen, dat op 9 juni 2016 is genomen, waarbij een tijdelijke nachtvergunning is verleend aan een horeca-inrichting. De zitting vond plaats op 2 maart 2017 in Breda, waar de eisers en de vergunninghouder aanwezig waren. De burgemeester werd vertegenwoordigd door ing. [naam vertegenwoordiger].

De rechtbank overweegt dat voor het aannemen van voldoende procesbelang vereist is dat het resultaat dat de indiener van het beroep nastreeft, daadwerkelijk kan worden bereikt. In dit geval is de verleende nachtvergunning inmiddels geëxpireerd, waardoor eisers niet meer kunnen bewerkstelligen wat zij met hun beroep beoogden, namelijk de intrekking of wijziging van de vergunning. Hierdoor is het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

De rechtbank wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Bovendien is er geen belang bij een oordeel over de rechtmatigheid van het besluit, aangezien er inmiddels een nieuwe nachtvergunning voor onbepaalde tijd is verleend, waartegen geen rechtsmiddelen zijn aangewend. De rechtbank concludeert dat eisers niet hebben aangetoond dat zij materiële of immateriële schade hebben geleden als gevolg van de besluitvorming, en dat hun enkele stelling over gebrek aan nachtrust onvoldoende is om procesbelang aan te tonen. De uitspraak is gedaan door mr. J.J.M. van Lanen, rechter, op 2 maart 2017.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 16/8016 VEROR
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 2 maart 2017 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[namen eisers], te [woonplaats eisers], eisers,
en

de burgemeester van de gemeente Steenbergen, verweerder.

Als derde partij heeft aan het geding deelgenomen:
[naam vergunninghouder], te [woonplaats vergunninghouder].

Procesverloop

Eisers hebben beroep ingesteld tegen het besluit van 9 juni 2016 (bestreden besluit) van de burgemeester inzake de verlening van een tijdelijke nachtvergunning aan [naam vergunninghouder] (vergunninghouder) voor de horeca-inrichting aan de [adres horecainrichting] in [woonplaats vergunninghouder].
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Breda op 2 maart 2017.
Eiser is verschenen. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door eiser. De burgemeester heeft zich laten vertegenwoordigen door ing. [naam vertegenwoordiger]. Vergunninghouder is verschenen. Na sluiting van het onderzoek ter zitting heeft de rechtbank mondeling uitspraak gedaan.

Overwegingen

1. Volgens vaste rechtspraak is pas sprake van voldoende procesbelang indien het resultaat dat de indiener van een bezwaar- of beroepschrift met het maken van bezwaar of het indienen van beroep of hoger beroep nastreeft, daadwerkelijk kan worden bereikt en het realiseren van dat resultaat voor deze indiener feitelijke betekenis kan hebben. Het hebben van een louter formeel of principieel belang is onvoldoende voor het aannemen van voldoende procesbelang.
2. Bij het bestreden besluit is aan de vergunninghouder een nachtvergunning verleend voor de duur van zes maanden. Deze vergunning is inmiddels geëxpireerd. Eisers kunnen derhalve thans niet meer bewerkstellingen wat zij met het instellen van het beroep hebben beoogd, namelijk de intrekking of wijziging van de verleende nachtvergunning.
Zoals de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State eerder heeft overwogen (uitspraak van 2 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2927) kan het belang bij een oordeel omtrent de rechtmatigheid van een besluit zijn gelegen in de omstandigheid dat dit bij toekomstige besluiten kan worden betrokken. Gebleken is echter dat intussen - te weten op 29 november 2016 - een nachtvergunning is verleend voor onbepaalde tijd, zodat het bestreden besluit door dat besluit is ingehaald. Daartegen zijn geen rechtsmiddelen aangewend, zodat dit besluit in rechte vaststaat. Een beslissing op het onderhavige beroep kan al daarom geen consequenties hebben voor het al dan niet verlenen van een nachtvergunning in de toekomst.
De omstandigheid dat schade is geleden als gevolg van de bestuurlijke besluitvorming kan in een situatie als de onderhavige tot het oordeel leiden dat nog belang bestaat bij het beroep. Daarvoor is echter vereist dat tot op zekere hoogte aannemelijk wordt gemaakt dat daadwerkelijk materiële en/of immateriële schade is geleden als gevolg van de besluitvorming. Daarin zijn eisers naar het oordeel van de rechtbank niet geslaagd. De enkele stelling dat er een gebrek aan nachtrust is geweest in de betreffende periode, is daartoe onvoldoende.
3. Gelet hierop dient het beroep wegens het ontbreken van procesbelang niet-ontvankelijk te worden verklaard.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.M. van Lanen, rechter, in aanwezigheid van
W.J. Steenbergen, griffier, op 2 maart 2017.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending van dit proces-verbaal hoger beroep worden ingesteld de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.