ECLI:NL:RBZWB:2017:190

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 januari 2017
Publicatiedatum
17 januari 2017
Zaaknummer
parketnr. 02-995512-13
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Kooijman
  • P. Peters
  • J. van de Wetering
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Valsheid in geschrift door leidinggevenden van bedrijven in de compostsector met betrekking tot vervoersbewijzen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 januari 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als leidinggevende van twee bedrijven betrokken was bij valsheid in geschrift. De verdachte werd beschuldigd van het opmaken van valse vervoersbewijzen voor compost en zuiveringsslib, waarbij opzettelijk verkeerde afnemers werden vermeld. Dit handelen ondermijnde de regelgeving van de Meststoffenwet, wat potentieel leidde tot milieuschade door overbemesting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten op meerdere momenten valse VZC's (vervoersbewijzen) hebben opgemaakt, waarbij de afnemers niet overeenkwamen met de werkelijke afnemers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 47.100, waarvan € 23.550 voorwaardelijk, rekening houdend met een ruime overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank heeft bij de strafoplegging aansluiting gezocht bij de bestuurlijke boetes die doorgaans worden opgelegd voor soortgelijke overtredingen van de Meststoffenwet. De verdachte heeft feitelijke leiding gegeven aan de verboden gedragingen, en de rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake was van opzet bij de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/995512-13
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 23 januari 2017
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1974 te [geboorteplaats]
wonende te [adres 1]
raadsman mr. J. van Groningen, advocaat te Middelharnis

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 5 december 2016, waarbij de officier van justitie, mr. Huisman, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. Het onderzoek ter zitting is gesloten op 9 januari 2017.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte staat, met inachtneming hiervan, terecht terzake dat
1.
de rechtspersoon [naam 1] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de
periode van 1 januari 2011 tot en met 29 december 2011 te Dirksland en/of
Nieuwerkerk en/of andere plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met
anderen of een ander, althans alleen, 10, althans een (groot) aantal
vervoersbewijzen zuiveringsslib en compost, -(elk) zijnde een geschrift dat
bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -valselijk heeft opgemaakt
of heeft laten opmaken danwel heeft vervalst of heeft laten vervalsen, door
(telkens) valselijk en in strijd met de waarheid in:
1. het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 1] (zaak la, ordner/map
9,document nummer [documentnummer 1] ) te vermelden of te laten vermelden dat een
persoon genaamd [naam 2] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat bewijs
voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van genoemde [naam 2]
, zulks terwijl die compost in werkelijkheid door een bedrijf of
persoongenaamd [naam 3] , in ieder geval een ander dan die [naam 2] , was afgenomen
en/of
2 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 3] (zaak la, ordner/map 9,
document nummer [documentnummer 2] ) te vermelden of te laten vermelden dat een persoon
genaamd [naam 2] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat bewijs
voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van genoemde [naam 2]
, zulks terwijl die compost in werkelijkheid door een bedrijf of persoon
genaamd [naam 3] , in ieder geval een ander dan die [naam 2] , was afgenomen en/of
3 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 5] (zaak la, ordner/map 9,
document nummer [documentnummer 3] ) te vermelden of te laten vermelden dat een
persoon genaamd [naam 2] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat bewijs
voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van genoemde [naam 2]
, zulks terwijl die compost in werkelijkheid door een bedrijf of persoon
genaamd [naam 3] , in ieder geval een ander dan die [naam 2] was afgenomen en/of
4 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 7] (zaak 3, ordner/map 9,
document nummer [documentnummer 4] ) te vermelden of te laten vermelden dat het
bedrijf genaamd [naam 4] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van) [naam 4] ,zulks terwijl die compost in
werkelijkheid door een bedrijf of persoon genaamd [naam 5] , in ieder geval een
ander dan [naam 4] , was afgenomen en/of
5 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 9] (zaak 3, ordner/map 9,
document nummer [nummer 10] ) te vermelden of te laten vermelden dat het
bedrijf genaamd [naam 4] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van) [naam 4] ,zulks terwijl die compost in
werkelijkheid door een bedrijf of persoon genaamd [naam 5] , in ieder geval een
ander dan [naam 4] , was afgenomen en/of
6 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 62] (zaak 3, ordner/map 9,
document nummer [nummer 12] ) te vermelden of te laten vermelden dat het
bedrijf genaamd [naam 4] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van) [naam 4] , zulks terwijl die compost in
werkelijkheid door een bedrijf of persoon genaamd [naam 5] , in ieder geval een
ander dan [naam 4] , was afgenomen en/of
7 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 63] (zaak 3, ordner/map 9,
document nummer [documentnummer 5] ) te vermelden of te laten vermelden dat het
bedrijf genaamd [naam 4] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van) [naam 4] , zulks terwijl die compost in
werkelijkheid door een bedrijf of persoon genaamd [naam 5] , in ieder geval een
ander dan [naam 4] , was afgenomen en/of
8 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 15] (zaak 9, ordner/map 15,
document nummer [nummer 16] ) te vermelden of te laten vermelden dat het
bedrijf genaamd [naam 6] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaanvoor die van (een
vertegenwoordiger van) [naam 6] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid
door een bedrijf of persoon genaamd [naam 7] , in ieder geval een ander dan
[naam 6] , was afgenomen en/of
9 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 64] (zaak 17, ordner/map 16,
document nummer [nummer 18] ) te vermelden of te laten vermelden dat het
bedrijf genaamd [naam 8] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat bewijs
voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van) [naam 8] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid door
een bedrijf of persoon genaamd [naam 9] , in ieder geval een ander dan [naam 8] , was
afgenomen en/of
10 - een doorslag van het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 19] (zaak
20, ordner/map 16, document nummer [nummer 20] ) te vermelden of te laten
vermelden dat het bedrijf genaamd [naam 8] een hoeveelheid compost had afgenomen
en/of dat bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die
van (een vertegenwoordiger van) [naam 8] , zulks terwijl die compost in
werkelijkheid door een bedrijf of persoon genaamd [naam 10] , in ieder geval een
ander dan [naam 8] , was afgenomen,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
tot het plegen vanm welk(e) strafbare feit(en) hij, verdachte, opdracht heeft
gegeven dan wel aan welke verboden gedraging(en) hij, verdachte, feitelijke
leiding heeft gegeven;
Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
de rechtspersoon [naam 11] op een of meer tijdstip(pen) in of
omstreeks de periode van 30 december 2011 tot en met 31 december 2012 te
Dirksland en/of Nieuwerkerk en/of andere plaatsen in Nederland, tezamen en in
vereniging met anderen of een ander,
althans alleen, 10, althans een (groot) aantal vervoersbewijzen
zuiveringsslib en compost, - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot
bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of heef laten
opmaken danwel heeft vervalst of heeft laten vervalsen, door (telkens)
valselijk en in strijd met de waarheid in:
1. het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 21] (zaak 7, ordner/map 10,
document nummer [nummer 22] ) te vermelden of te laten vermelden dat een
bedrijf genaamd [naam 12] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van ) [naam 12] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid
door een bedrijf of persoon genaamd [naam 13] , in ieder geval een
ander dan [naam 12] , was afgenomen en/of
2 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 23] (zaak 7, ordner/map 10,
document nummer [documentnummer 6] ) te vermelden of te laten vermelden dat een
bedrijf genaamd [naam 12] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van ) [naam 12] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid
door een bedrijf of persoon genaamd [naam 13] , in ieder geval een
ander dan [naam 12] , was afgenomen en/of
3 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 25] (zaak 7, ordner/map 10,
document nummer [nummer 65] ) te vermelden of te laten vermelden dat een
bedrijf genaamd [naam 12] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van ) [naam 12] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid
door een bedrijf of persoon genaamd ( [naam 13] , in ieder geval een
ander dan [naam 12] , was afgenomen en/of
4 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 27] (zaak 7, ordner/map 11,
document nummer [nummer 28] .61 ) te vermelden of te laten vermelden dat een
bedrijf genaamd [naam 12] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van ) [naam 12] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid
door een bedrijf of persoon genaamd [naam 13] , in ieder geval een
ander dan [naam 12] , was afgenomen en/of
5 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [documentnummer 7] (zaak 7, ordner/map 11,
document nummer [nummer 28] .61) te vermelden of te laten vermelden dat een
bedrijf genaamd [naam 12] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van ) [naam 12] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid
door een bedrijf of persoon genaamd [naam 13] , in ieder geval een
ander dan [naam 12] , was afgenomen en/of
6 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 30] (zaak 7, ordner/map 11,
document nummer [documentnummer 8] ) te vermelden of te laten vermelden dat een
bedrijf genaamd [naam 12] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van ) [naam 12] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid
door een bedrijf of persoon genaamd [naam 13] , in ieder geval een
ander dan [naam 12] , was afgenomen en/of
7 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 32] (zaak 8, ordner/map 15,
document nummer [nummer 33] te vermelden of te laten vermelden dat een bedrijf
genaamd [naam 8] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat bewijs voorzien
van een handtekening die door moest gaan voor die van (een vertegenwoordiger
van ) [naam 8] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid door een bedrijf of
persoon genaamd [naam 14] , in ieder geval een ander dan [naam 8] , was afgenomen
en/of
8 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 34] (zaak 8, ordner/map 15,
document nummer [nummer 35] te vermelden of te laten vermelden dat een
bedrijf genaamd [naam 8] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat bewijs
voorzien van een handtekening die door moest gaanvoor die van (een
vertegenwoordiger van ) [naam 8] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid door
een bedrijf of persoon genaamd [naam 14] , in ieder geval een ander dan [naam 8] ,
was afgenomen en/of
9 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 36] (zaak 8, ordner/map 15,
document nummer [nummer 38] ) te vermelden of te laten vermelden dat een
bedrijf genaamd [naam 8] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat bewijs
voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van ) [naam 8] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid door
een bedrijf of persoon genaamd [naam 14] , in ieder geval een ander dan [naam 8] ,
was afgenomen en/of
10 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 37] (zaak 8, ordner/map 15,
document nummer [nummer 39] ) te vermelden of te laten vermelden dat een
bedrijf genaamd [naam 8] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat bewijs
voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van ) [naam 8] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid door
een bedrijf of persoon genaamd [naam 14] , in ieder geval een ander dan [naam 8] ,
was afgenomen,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
tot het plegen vanm welk(e) strafbare feit(en) hij, verdachte, opdracht heeft
gegeven dan wel aan welke verboden gedraging(en) hij, verdachte, feitelijke
leiding heeft gegeven;
Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht beide ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
Zij baseert zich daarbij op de bewijsmiddelen zoals die in het dossier zijn opgenomen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen. Hij wijst daarbij op het volgende.
*
ten aanzien van [naam 1]
In een aantal zaken is [naam 1] wel formeel de vervoerder geweest, maar is de compost feitelijk vervoerd door een ander. [naam 1] vulde dan de afnemer in die door de feitelijke vervoerder werd doorgegeven. Het kon gebeuren dat een adres op een VZC was vermeld dat achteraf verkeerd bleek te zijn. Er werd dan in een aantal gevallen een correctieverzoek ingediend. Voor zover VZC’s niet naar waarheid zijn opgemaakt is dat niet met opzet gebeurd. [naam 1] heeft te goeder trouw informatie op de VZC’s vermeld met betrekking tot de afnemer, welke informatie aan [naam 1] werd verstrekt door de feitelijke vervoerders.
* ten aanzien van [naam 11]
Ten aanzien van de leveringen aan [naam 12] wijst de raadsman erop dat de bedoeling was dat de compost toegepast zou worden bij [naam 12] in België. [naam 13] had dat zo afgesproken met [naam 12] en [naam 11] heeft op verzoek van [naam 13] de naam [naam 12] op de VZC’s gezet. De compost is door [naam 13] in depot gezet en ligt er nog steeds. [naam 11] heeft naar eer en geweten gehandeld door [naam 12] te vermelden als degene bij wie de compost zou worden toegepast.
* ten aanzien van zowel [naam 1] als [naam 11]
Ten aanzien van de leveringen aan [naam 8] voert de raadsman aan dat [naam 8] zelf de compost heeft vervoerd en heeft bepaald waar het werd geleverd. Omdat [naam 8] aangaf dat het naar Duitsland ging, is op de VZC’s de exportcode voor Duitsland vermeld. [naam 1] heeft derhalve niet bewust de Dienst Regelingen misleid.
Verdachte erkent weliswaar dat het fout is dat op de VZC’s [naam 8] als afnemer is vermeld, maar dat er geen opzet in het spel is. Destijds had [naam 1] nog een meldsysteem waarbij een adressenblokje bleef staan als je dat niet veranderde, waardoor het mogelijk was dat bij een volgende melding datzelfde blokje bleef staan. Het zou kunnen zijn dat administratief medewerker [naam 27] vergeten is de adrescode te veranderen bij een aantal meldingen.
Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging, nu [naam 1] te goeder trouw heeft gehandeld.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De verdachten [naam 1] en [naam 11]
De besloten vennootschap [naam 1] met vestigingsadres [vestigingadres naam 1] is op 27 juli 2001 opgericht onder KvK-nummer [nummer 40] . Bestuurders van deze BV zijn [naam 15] (vanaf 27-7-2001) en Van der [transporteur 2] Beheer BV (vanaf
1-1-2003). [1] Enig aandeelhouder en bestuurder van [naam 15] is verdachte. [2] Bestuurders van Van der [transporteur 2] Beheer BV zijn [naam 37] en M .C. van der [transporteur 2] -van de Velde . [3]
Door een statutenwijziging op 29 december 2011 is de naam van [naam 1] gewijzigd in [naam 19] . [4]
De besloten vennootschap [naam 11] met vestigingsadres [vestigingadres naam 1] is op 29 december 2011 opgericht. Bestuurder en enige aandeelhouder van [naam 11] is [naam 20] . [5] Bestuurders van [naam 20] zijn [naam 15] en [naam 21] . [6]
Enig aandeelhouder en bestuurder van [naam 21] is Van der [transporteur 2] Beheer BV . [7]
Gelet op het bovenstaande stelt de rechtbank vast dat verdachte en medeverdachte [naam 37] ten tijde van de ten laste gelegde periode bestuurders waren van [naam 1] en van [naam 11] .
Regelgeving met betrekking tot compost
Compost is een organische meststof, waarop de regelgeving van de Meststoffenwet van toepassing is. Compost bevat onder meer stikstof en fosfaat als bemestende elementen. Ingevolge de bij en krachtens de Meststoffenwet gestelde voorschriften gaan transporten van compost vergezeld van ‘vervoersbewijzen zuiveringsslib en compost’ (hierna genoemd VZC’s).
Ingevolge art. 55, lid 1 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet wordt, terzake van het vervoer van zuiveringsslib, compost en overige organische meststoffen door de leverancier, de vervoerder en de afnemer gezamenlijk een vervoersbewijs opgemaakt. Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat de vervoerder er voor zorg draagt dat het vervoersbewijs overeenkomstig de krachtens art. 56 gestelde regels volledig en naar waarheid wordt ingevuld en door de leverancier, de vervoerder en de afnemer wordt ondertekend.
De gegevens die zijn vermeld op de VZC’s dienen elektronisch te worden geleverd aan Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (hierna DR) die deze gegevens registreert. Hiermee kan worden vastgesteld welke hoeveelheden stikstof en fosfaat op een landbouwbedrijf zijn aangevoerd en in de bodem gebracht en of de compost overeenkomstig de gebruiksnorm wordt toegepast.
De ten laste gelegde VZC’s onder feit 1
De vermeende transporten naar [naam 2]
In de tenlastelegging zijn 3 VZC’s opgenomen waarop [naam 1] als vervoerder en [naam 2] als afnemer staat vermeld. Het betreft de volgende VZC’s:
VZC nr. [nummer 1] d.d. 16 september 2011,
VZC nr. [nummer 3] d.d. 16 september 2011,
VZC nr. [nummer 5] d.d. 15 september 2011. [8]
In de op 28 augustus 2012 op de locatie van [naam 1] aan de [vestigingadres naam 1] in beslag genomen administratie is onderzoek gedaan naar de aldaar aangetroffen VZC’s.
In een ordner werden 10 VZC’s aangetroffen, waaronder:
- een kleurenfotokopie van de originele VZC’s nrs. [nummer 1] en [nummer 3] ;
- het origineel van VZC nr [nummer 5] .
Te zien is dat op deze 10 VZC’s kennelijk mede met behulp van correctievloeistof onder
meer de hierop onder 3d vermelde “postcode losplaats”, alsmede het/de onder 5 vermelde
“relatienummer”, “Naam”, “Postcode” en “Huisnummer” waren gewijzigd. Als “Postcode
losplaats” was nu [adres 2] ) vermeld. Onder 5 waren nu het
relatienummer, naam en postcode en huisnummer van [naam 2] vermeld. Te zien is dat
ondanks de gebruikte correctievloeistof onder 5 bij "naam" eerst was vermeld: " [naam 3] ".
Van de daarin genoemde 10 vrachten werden er 5 volgens deze VZC’s getransporteerd met
een vervoermiddel met het kenteken [kenteken 1] , welk ten tijde van het vervoer op naam
stond van [naam 22] te Breda. Op 8 maart 2012 werd een onderzoek ingesteld bij deze
transporteur, ten einde de eindbestemming van deze vrachten te verifiëren. Daarbij werden
door dit bedrijf de originelen en de voor de voor de afnemer bestemde doorslagen van 8
Vervoersbewijzen, waaronder de nrs. [nummer 1] en [nummer 3] overgelegd. Hierop was bij
“5 Afnemer” vermeld: naam: [naam 3] , postcode [adres 3] . Bij dit onderzoek
bleek aan de hand van getoonde werkbon en overzicht dat deze vrachten door [naam 22]
werden vervoerd van Moerdijk naar Lage Zwaluwe en niet naar Dinteloord.
De overige 5 van de daarin genoemde 10 vrachten (waaronder VZC [nummer 5] ) werden
volgens de VZC’s getransporteerd met een vervoermiddel met het kenteken [kenteken 2] ,
welk ten tijde van het vervoer op naam stond van [naam 21] te
Nieuwerkerk. Er is vervolgens onderzoek gedaan naar de facturering tussen [naam 21]
en [naam 1] . In een ordner werd een factuur ( [nummer 41] )
aangetroffen, genummerd [nummer 42] , afkomstig van [naam 21] en gericht
aan [naam 1] . Op deze factuur wordt aan [naam 1] onder meer het transport op
16-09-2011 van 5 vrachten GFT-compost in rekening gebracht à € 3,50/ton met de
bijgevoegde specificatie: laadplaats [naam 23] Moerdijk en losplaats [naam 3] Lage Zwaluwe.
Er is vervolgens onderzoek gedaan naar de facturering tussen [naam 23] en [naam 1]
: In een ordner werd een factuur [9] ( [nummer 43] ) genummerd [nummer 44] aangetroffen,
afkomstig van [naam 1] en gericht aan [naam 23] . Op deze factuur wordt door
[naam 1] onder meer het op 15 en 16 september 2011 afhalen van 13 vrachten c.q. een
partij ad. 313,840 ton compost in rekening gebracht. In de specificatie [nummer 43] is onder
meer vermeld dat de transporteur [transporteur 1] dan wel [transporteur 2] is en dat de afnemer [naam 3] in
Lage Zwaluwe is. [10]
In een brief van 27 december 2011 verzoekt [naam 1] aan het Bureau Heffingen
wijzigingen door te voeren in 10 VZC’s, die bij die brief zijn gevoegd, waaronder de VZC’s
die op de tenlastelegging staan. Op de oorspronkelijke VZC’s zou een verkeerde afnemer
zijn vermeld volgens [naam 1] . De naam [naam 3] moet gewijzigd worden in [naam 2]
, [adres 2] . In de VZC’s die bij deze brief zijn gevoegd is
onder meer de hierop onder 3d vermelde “postcode losplaats”, alsmede het/de onder 5
vermelde “relatienummer”, “Naam”, “Postcode” en “Huisnummer” gewijzigd. Als
“Postcode losplaats” was nu [adres 2] ) vermeld. Onder 5 waren
nu het relatienummer, naam en postcode en huisnummer van genoemde [naam 2] vermeld. [11]
De hierboven genoemde [naam 3] heeft, nadat hem de hiervoor genoemde brief met bijlagen van [naam 1] van 27-12-2011 is getoond, verklaard [12] dat hij in 2011 te veel vrachten geleverd heeft gekregen waardoor er te veel compost op zijn naam kwam te staan. [naam 24] kwam in sept. 2011 bij het bedrijf van [naam 3] en bood nog compost aan. [naam 3] heeft gezegd tegen [naam 24] dat zij geen ruimte hadden. [naam 24] zou regelen dat de compost geleverd zou worden maar dat die niet mee zou tellen voor de Meststoffenwet. Later bleek dat [naam 24] zich niet aan de afspraak gehouden had omdat [naam 3] zag dat bij de DR wel vrachten waren gemeld terwijl dit niet de bedoeling was. [naam 3] heeft hierop [naam 24] aangesproken. [naam 24] zei dat hij dit wel zou oplossen en toen kwam hij met het correctieverzoek dat hem zojuist getoond is. [naam 3] heeft bericht gekregen van de DR dat de vrachten van zijn naam zijn gehaald.
Gelet op het bovenstaande, staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat de drie VZC’s die in de tenlastelegging zijn opgenomen, welke VZC’s door [naam 1] aan het Bureau Heffingen zijn gestuurd, vals zijn. De naam van de afnemer en de losplaats is gewijzigd in de naam en postcode van [naam 2] en [naam 1] wist dat dat niet klopte.
De vertegenwoordigers en feitelijk bestuurders van [naam 1] , verdachte en [naam 37] , hebben verklaard dat de VZC’s blijkbaar op verzoek van [naam 3] zijn gewijzigd, omdat [naam 2] mogelijk de eigenaar van de grond was en daarmee de feitelijke afnemer is geweest. Bij [naam 1] weet men niet van wie de grond is en dat kunnen zij ook niet controleren.
De rechtbank acht de door verdachte en [naam 37] gegeven uitleg niet geloofwaardig. Niet alleen verklaart [naam 3] hier anders over, welke verklaring van [naam 3] de rechtbank aannemelijk acht, maar de rechtbank stelt voorts vast dat de redenering van verdachte en [naam 37] niet kan kloppen, omdat, hun redenering volgend, alleen de naam van de afnemer gewijzigd zou moeten worden en niet de (naam van de) losplaats, hetgeen in casu wel gebeurd is. Die feitelijke (naam van de) losplaats is immers niet gewijzigd. Men wist dus dat deze wijziging vals was.
De rechtbank acht daarmee wettig en overtuigend bewezen dat [naam 1] genoemde 3 VZC’s valselijk heeft opgemaakt.
De vermeende transporten naar [naam 4]
In de tenlastelegging zijn 4 VZC’s opgenomen waarop [naam 1] als vervoerder en [naam 4] met postcode [adres 4] als afnemer staat vermeld. Het betreft de volgende VZC’s:
VZC nr. [nummer 7] d.d. 26 juli 2011,
VZC nr. [nummer 9] d.d. 27 juli 2011,
VZC nr. [nummer 11] d.d. 28 juli 2011,
VZC nr. [nummer 13] d.d. 28 juli 2011. [13]
Door de politie zijn 15 vrachten, waaronder de vrachten van de VZC’s die hierboven zijn genoemd als de VZC’s die op de tenlastelegging staan, van vervoerder [naam 1] onderzocht, waarbij [naam 4] als afnemer op de VZC’s stond vermeld. Volgens de gegevens bij de DR is [naam 1] vervoerder van deze 15 vrachten en heeft [naam 1] deze gegevens op 17 augustus 2011 elektronisch doorgegeven aan de DR. Volgens de bij de DR met betrekking tot deze 15 Vervoersbewijzen geregistreerde gegevens, zouden deze 15 vrachten vanaf de leverancier [naam 23] vervoerd zijn met een trekker naar afnemer [naam 4] . en gelost zijn op de postcode losplaats " [adres 4] ). Deze melding is gedaan door [naam 1] .
Op alle op 28 augustus 2012 op de locatie [vestigingadres naam 1] , in beslag genomen documenten genaamd: "Vervoersbewijs Zuiveringsslib en Compost" die betrekking hebben op deze 15 transporten staat te lezen, bij:
afnemer: "relatienummer 47, naam: [naam 4] [adres 4] "
Postcode losplaats: " [adres 4] Dit geldt dan voor de originele documenten "Bestemd voor eigen administratie" (Voorzien van de even bijlagennummers).
Tevens staat, op de voor de "Overige betrokkene" bestemde
doorslagenvan deze documenten, bij:
afnemer"relatienummer [nummer 45] [naam 5] [adres 5]
Postcode losplaats: " [adres 5] " staan. (Voorzien van
onevenbijlagennummers)
De data van laden en lossen betroffen 26, 27 en 28 juli 2011.
Een hierboven beschreven VZC bestaat uit een set van een origineel en 4 doorslagen (resp. voor leverancier, afnemer, vervoerder en overige betrokkene).
Het origineel en de doorslagen zijn voorzien van hetzelfde unieke nummer. In het papier van deze sets is carbon verwerkt, zodat hetgeen op het origineel wordt ingevuld, wordt doorgedrukt op de hieronder "liggende" doorslagen.
Wanneer (zonder doorhalingen e.d.) op het origineel andere gegevens zijn ingevuld dan op één of meerdere van de doorslagen, moeten deze separaat c.q. los van elkaar zijn ingevuld (of dient tussen het origineel en de doorslagen b.v. karton gelegd te worden). [14]
Gelet hierop lijkt het naar het oordeel van de rechtbank onaannemelijk dat het feit dat op de documenten met hetzelfde nummer telkens een andere afnemer staat vermeld een vergissing is.
[naam 1] heeft op 29-8-2011 een factuur opgemaakt voor genoemde [naam 5] met betrekking tot “franco compost” o.a. op de data 26, 27 en 28 juli 2011.
De eigenaar van [naam 4] , [naam 25] , wonende op het adres [adres 4] , heeft verklaard dat hij begrijpt dat er op de naam van [naam 4] meer compost is geregistreerd dan dat [naam 4] in werkelijkheid heeft gehad. Nadat hem de VZC’s van de 15 hiervoor genoemde transporten waarop [naam 4] als afnemer is vermeld zijn getoond verklaarde [naam 25] dat op de door u aan hem getoonde bewijzen niet zijn handtekening of de handtekening van iemand anders van het bedrijf staat en dat zij niet dergelijke bewijzen van [naam 1] hebben gekregen. [15]
[naam 5] , wonende [adres 5] verklaard dat [naam 1] in 2011 compost aan hem heeft geleverd. [naam 24] berekende en hield bij hoeveel fosfaat en stikstof er aangevoerd mocht worden. [naam 1] regelde het transport. [naam 5] kreeg per post in één keer alle vervoersbewijzen door [naam 1] toegestuurd. De vervoersbonnen werden door [naam 1] namens hem ondertekend omdat hij hen daartoe gemachtigd had.
Er werd tijdens het verhoor nog een enveloppe door [naam 5] getoond. In deze enveloppe zaten doorslagen van 18 Vervoersbewijzen. 15 van deze 18 Vervoerbewijzen hebben betrekking op de vrachten van 26, 27 en 28 juli 2011. Nadat [naam 5] was voorgehouden dat deze 15 vrachten bij de DR staan geregistreerd met daarop een iemand anders als afnemer en hem is gevraagd wat de reden kan zijn om vrachten buiten de "meldingen" aan de DR te houden, heeft [naam 5] geantwoord dat dat is om binnen de norm te blijven en een overschrijding flink in de papieren kan lopen. [16]
In een latere verklaring erkent [naam 5] dat hij van [naam 1] genoemde 15 vrachten compost heeft ontvangen op 26, 27 en 28 juli 2011 en dat hij deze compost heeft gebruikt op eigen grond. [17]
De vertegenwoordigers en feitelijk bestuurders van [naam 1] , verdachte en [naam 37] , hebben verklaard dat het mogelijk is dat zij het niet goed gedaan hebben met betrekking tot opmaken van deze VZC’s. [18]
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat [naam 1] de in de tenlastelegging vermelde 4 VZC’s, valselijk heeft opgemaakt door, in strijd met de waarheid, een andere afnemer en onjuiste postcode losplaats te noteren.
Het vermeende transport naar [naam 6]
In de tenlastelegging is één VZC opgenomen waarop [naam 1] als vervoerder en [naam 6] met postcode [adres 6] en opmerkingscode 12 als afnemer staat vermeld. Het kenteken van het trekkend voertuig is [kenteken 3] . Het gewicht van de vracht is 33.2 ton. Het betreft het volgende VZC:
VZC nr. [nummer 15] d.d. 13 januari 2011. [19]
Door [naam 26] (hierna [naam 26] ) zijn in oktober 2012 diverse bescheiden overhandigd aan de NVWA, waaronder gegevens met betrekking tot 154 in 2011 door [naam 26] vervoerde vrachten compost met als naam van de opdrachtgever [naam 1] . De gegevens van die transporten zijn vergeleken met de gegevens die bij de DR zijn geregistreerd. Met betrekking tot 137 vrachten is bij de DR een andere afnemer, te weten [naam 6] , geregistreerd dan volgens de gegevens van [naam 26] was aangegeven. [20]
In de op 28 augustus 2012 op de locatie H1 ( [vestigingadres naam 1] ) in beslaggenomen administratie werden 108 van de eerder genoemde VZC’s (in origineel of in kopie) of doorslagen daarvan, waaronder het VZC dat op de tenlastelegging is vermeld ( [nummer 16] ), aangetroffen. Er is nader onderzoek gedaan naar het opmaken van VZC’s en registratie daarvan bij de DR m.b.t. 11 vrachten compost die volgens de gegevens van [naam 26] in de periode van 13 januari 2011 t/m 11 november 2011 zijn geleverd aan [naam 7] te St. Odiliënberg. Daarbij wordt het volgende opgemerkt:
- volgens de gegevens van [naam 26] zijn deze 11 vrachten gelost/geleverd bij/aan “ [naam 7] ”;
- op het VZC met het nummer [nummer 15] ( [nummer 16] ) dat bij [naam 1] in beslag is genomen staat bovenaan met pen de vermelding “ [naam 7] [nummer 46] ”;
- op het VZC met nummer [nummer 15] is als afnemer [naam 6] vermeld alsmede de opmerkingscode 12, inhoudende dat deze vracht was geëxporteerd nar Duitsland. [21]
[naam 26] heeft op 31-1-2011 een factuur gestuurd naar [naam 1] onder andere met betrekking tot een transport op 13 januari 2011 van 33,28 ton met de omschrijving “ [nummer 15] St. Oedenrode ( [nummer 46] ) [kenteken 3] . [22]
Deze omschrijving sluit aan bij de gegevens die op het VZC met nummer [nummer 15] zijn vermeld, inclusief het kenteken van het voertuig en de met pen bijgeschreven nummer [nummer 46] .
[naam 26] heeft voorts een factuur opgemaakt, gericht aan dhr. [naam 7] in Sint Odiliënberg, d.d. 31-5-2011, met betrekking tot het leveren van bodemverbeteraar in de periode van 13-1-2011 t/m 1-4-2011. [23]
Genoemde [naam 26] , bestuurder van [naam 26] , heeft verklaard dat zij met [naam 27] van [naam 1] belden als zij compost nodig hadden. [naam 26] regelde zelf de losplaatsen van de compost. Naar aanleiding van de opmerking van de verbalisanten dat zij zagen dat er op VZC’s veelal [naam 6] als afnemer vermeld stond, verklaarde [naam 26] dat zij deze VZC’s allemaal op [naam 6] hebben staan, terwijl er sprake is van andere afnemers. Over die VZC’s hadden zij contact met [naam 27] . [naam 27] vond het te veel moeite om voor die bewijzen een correctieverzoek naar de DR te sturen. [naam 26] weet dat er diverse vervoersbewijzen niet goed zijn gegaan, omdat [naam 27] bijna alle bonnen al op [naam 6] had staan op het moment dat [naam 26] aan hem de echte afnemers door wilde geven. Dit is nooit meer aangepast. Dan bleek dat [naam 27] of [naam 1] die vervoersbewijzen al had gemeld bij de DR met daarop [naam 6] als afnemer. Op de vraag of zij dit dan alsnog wilden wijzigen, werd hen geantwoord dat zij dat te veel werk vonden. De Vervoersbewijzen werden door de leverancier ingevuld, behalve de afnemer. Bij 4 en 5 werd na contact met [naam 27] , de naam [naam 6] ingevuld, zoals [naam 27] ook al had gemeld. [24]
Uit het vorenstaande leidt de rechtbank af dat het in de tenlastelegging vermelde VZC met nummer [nummer 15] vals is, nu [naam 6] als afnemer is ingevuld, terwijl de rechtbank bewezen acht dat [naam 7] de werkelijke afnemer was.
De vertegenwoordigers en feitelijk bestuurders van [naam 1] , verdachte en [naam 37] , hebben verklaard dat het klopt dat het bij de VZC’s met de vermelding dat [naam 6] afnemer was, niet goed is gegaan. Volgens verdachte en [naam 37] haalde [naam 26] zelf de compost op en gaf [naam 6] aan hen door als afnemer. [naam 6] was het bedrijf van [naam 26] . Volgens hen had [naam 26] afnemers in Limburg die hij uit concurrentie-overwegingen niet door wilde geven aan [naam 1] . Soms kwam [naam 26] met een wijziging van de afnemer, maar dan was er al lang gemeld bij de DR. Verdachte en [naam 37] hebben ook verklaard dat [naam 1] als degene die de VZC’s moest melden bij de DR verantwoordelijk is voor deze meldingen. [25]
Door zonder controle af te gaan op [naam 6] als afnemer, wetende dat [naam 6] het bedrijf van [naam 26] was en wetende dat [naam 26] bepaalde afnemers uit concurrentieoverwegingen niet door wilde geven, hebben verdachte en [naam 37] als feitelijk leidinggevenden en daarmee ook [naam 1] zich naar het oordeel van de rechtbank op zijn minst schuldig gemaakt aan voorwaardelijk opzet ten aanzien van het valselijk opmaken van de VZC’s waarop [naam 6] als afnemer stond vermeld en dus ook in het bijzonder ten aanzien van de VZC die in de tenlastelegging is vermeld.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [naam 1] het in de tenlastelegging vermelde VZC, valselijk heeft opgemaakt door, in strijd met de waarheid, een andere afnemer en onjuiste postcode losplaats te (laten) noteren.
De vermeende transporten naar [naam 8]
Op de tenlastelegging staan een VZC en een doorslag van een VZC vermeld, waarvan de gegevens door [naam 1] zijn ingediend bij de DR. Op deze (doorslag van) VZC’s is [naam 8] als afnemer met opmerkingscode 12 en is als losplaats [adres 7] ingevuld. Het betreft de volgende VZC’s:
VZC nr. [nummer 17] , laaddatum 26 februari 2011, 30,02 ton;
VZC nr. [nummer 19] , laaddatum 18 november 2011, 33,6 ton. [26]
Met betrekking tot afnemer [naam 9]
Door het Bureau Heffingen is op 12 december 2011 een brief [27] , gedateerd 8 december 2011,
ontvangen van [naam 1] . In deze brief wordt gevraagd een wijziging door te voeren
met betrekking tot het VZC met nummer [nummer 17] dat op naam stond van: [naam 9] te
Castenray. Dit VZC zou abusievelijk op de verkeerde afnemer zijn gemeld. Dit VZC moest
op naam gezet worden van: [naam 8] te [adres 8] Heinsberg. Deze brief is door of namens
[naam 1] ondertekend, waarbij de naam van verdachte werd vermeld.
Door [naam 1] zijn eerder op 4 maart 2011 de gegevens vermeld op dit VZC digitaal /
elektronisch ingediend. Daarbij heeft [naam 1] toen voor dit VZC de navolgende
(afwijkende) afnemer gemeld: [naam 9] . Het kenteken van het trekkend voertuig betrof
[kenteken 2] . [28]
In de op 28 augustus 2012 op de locatie H01, [vestigingadres naam 1] , in beslag genomen administratie is onderzoek gedaan naar de aldaar aangetroffen VZC’s. In een ordner bevond zich het origineel van VZC [nummer 17] . Op dit origineel is te zien dat
kennelijk mede met behulp van correctievloeistof de hierop onder 3 vermelde “kenteken
trekkend voertuig” en “postcode losplaats”, alsmede de/het onder 5 vermelde
“relatienummer”, “Naam”, “Postcode” en “Huisnummer” waren gewijzigd. Als “kenteken
trekkend voertuig” was nu vermeld: [kenteken 4] , alsmede [adres 7] als “Postcode losplaats”.
Onder 4 was als opmerkingscode “12” vermeld, waarmede wordt aangegeven dat de vracht
is geëxporteerd naar Duitsland. Onder 5 was “ [naam 8] ” als afnemer vermeld, met daarbij
[adres 8] als postcode en huisnummer. Verder was tevens (ondanks het gebruik van
correctievloeistof) onder 5 bij "naam" te zien dat daar " [naam 9] ." vermeld was
geweest. [29]
Het kenteken [kenteken 2] , stond ten tijde van het vervoer op naam van [naam 21]
te Nieuwerkerk. In een ordner, inbeslaggenomen bij [naam 1] , zat een
factuur [30] genummerd [nummer 49] met bijlage afkomstig van [naam 21] en
gericht aan [naam 1] . Op deze factuur wordt aan [naam 1] onder meer het
transport op 26-02-2011 van een vracht ad. 30,020 ton compost in rekening gebracht. Dit
onder de navolgende omschrijving op de bijgevoegde bijlage:
Datum Laadplaats Losplaats Laadcode gewicht
26-02-2011 [naam 28] [nummer 50] 30,020 . [31]
Voorts werd in een ordner, inbeslaggenomen bij [naam 1] , een factuur [32] genummerd
[nummer 51] met bijlage afkomstig van [naam 1] en gericht aan [naam 28]
aangetroffen. Op deze factuur wordt door [naam 1] onder meer het afhalen op
26-02-2011 van een vracht ad 30,020 ton compost in rekening gebracht. Op bijgaande
bijlage is onder meer vermeld:
Datum Transporteur Gewicht Afnemer Losplaats
26-02-2011 [transporteur 2] 30.020 [naam 31] ( [naam 9] ) Castenray [33]
[naam 29] , wonende te Castelray, heeft bevestigd [34] dat hij met zijn [naam 30] in februari 2011 via de [naam 31] compost heeft gekocht van in totaal 60 ton.
Met betrekking tot afnemer [naam 10]
Door het Bureau Heffingen is op 27 december 2011 een brief [35] , gedateerd 23 december
2011, ontvangen van [naam 1] . In deze brief wordt gevraagd een wijziging door te
voeren met betrekking tot het VZC met nummer [nummer 19] dat op naam stond van: [naam 10]
te [adres naam 10] . Dit VZC zou abusievelijk op de verkeerde afnemer
zijn gemeld. Dit VZC moest op naam gezet worden van: [naam 8] te [adres 8] Heinsberg. Deze
brief is door of namens [naam 1] ondertekend.
Het genoemde VZC was bij de DR geregistreerd. Uit bij de DR op dit VZC geregistreerde (relevante) gegevens, die vermeld staan op overzicht F/007 [36] , blijkt dat dit VZC betrekking heeft op 1 vracht compost, op 18 november 2011 geladen bij de compostering van [naam 23] te Venlo, van in totaal 33,600 ton, vervoerd door een voertuig met kenteken
[kenteken 5] . Bij verdere navraag bij de DR bleek dat door [naam 1] eerder op 22 november 2011 de gegevens vermeld op dit VZC digitaal / elektronisch waren ingediend. Daarbij heeft [naam 1] toen voor dit VZC de navolgende (afwijkende) gegevens digitaal ingediend:
 3d: Postcode losplaats : [nummer 66]
 5: Afnemer / naam : [naam 10]
 5: Afnemer / postcode huisnummer : [nummer 66] 1 [37]
In de op 28 augustus 2012 op de locatie H01, [vestigingadres naam 1] , in beslag genomen administratie is onderzoek gedaan in de aldaar aangetroffen VZC’s. In een ordner voorzien van IBN-nummer [nummer 56] zat de voor “overige betrokkene” bestemde doorslag van VZC [nummer 19] [38] . Op deze doorslag is te zien dat kennelijk mede met behulp van correctievloeistof de hierop onder 3 vermelde “kenteken trekkend voertuig” en “postcode losplaats”, alsmede de onder 5 vermelde “relatienummer”, “Naam”, “Postcode” en “Huisnummer” waren gewijzigd. Als “kenteken trekkend voertuig” was nu vermeld:
[kenteken 6] , alsmede [adres 7] als “Postcode losplaats”. Onder 4 was als opmerkingscode “12” vermeld, waarmede wordt aangegeven dat de vracht is geëxporteerd naar Duitsland. Onder 5 was “ [naam 8] ” als afnemer vermeld, met daarbij [adres 8] als postcode en huisnummer. Verder was tevens (ondanks het gebruik van correctievloeistof) te zien dat:
--onder 3 als “kenteken trekkend voertuig” eerst [kenteken 5] vermeld was geweest.
--onder 5 als “Relatienummer” eerst [nummer 57] vermeld was geweest
--onder 5 als “Naam” eerst [naam 10] vermeld was geweest
--onder 5 als “Postcode”en “huisnummer” eerst [adres 9] vermeld was geweest.
De vracht is getransporteerd met een vervoermiddel met het kenteken [kenteken 5] , welk ten
tijde van het vervoer op naam stond van [naam 32] , [adres naam 32] In de op 28 augustus 2012 op de locatie H01, [vestigingadres naam 1] , in beslag genomen administratie is vervolgens onderzoek gedaan naar de facturering tussen “ [naam 26] ” en [naam 1] .
In een ordner zat een factuur [39] afkomstig van [naam 26] en gericht aan [naam 1] . Op deze factuur wordt aan [naam 1] onder meer het transport op 18-11-2011 van 1 vracht ad. 33,64 ton GFT-compost à € 3,75/ton in rekening gebracht onder de navolgende omschrijving:
Datum Aantal Omschrijving Prijs Totaal BTW
18-11-2011 33,64 ton [nummer 58] Venlo-Beesel [kenteken 5] € 3,75 € 126,15
( [nummer 59] ) [nummer 19]
Uit voorgaande gegevens blijkt dat de vracht afkomstig was van de compostering van [naam 23]
te Venlo. In een ordner zat een factuur [40] genummerd [nummer 60] afkomstig van
[naam 1] en gericht aan [naam 23] Op deze factuur wordt door [naam 1]
onder meer het op 18-11-2011 te Venlo afhalen van 1 vracht ad. 33,640 ton compost in
rekening gebracht. Op bijgaande specificatie is onder meer vermeld:
Datum Transporteur Gewicht Afnemer Losplaats
18-11-2011 [naam 26] 33,640 [naam 31] ( [naam 10] ) Beesel [41]
De broers [naam 10] hebben verklaard [42] dat zij in 2011 compost hebben gehad, die zij hadden besteld bij de [naam 31] . Die compost is gelost op de [adres naam 10] . Na levering bleek dat teveel netto-fosfaat was geleverd waardoor zij problemen zouden krijgen met hun ruimte. Zij hebben toen naar [naam 24] van [naam 1] gebeld. [naam 24] zei dat hij het in orde zou maken. Later kregen zij een brief in de bus. Die brief bleek, nadat die door hen getoond was, gelijk aan de brief die [naam 1] op 23 december 2011 had verstuurd naar het Bureau Heffingen (F006). Volgens de broers [naam 10] klopt de inhoud van die brief niet.
Gelet op het bovenstaande, staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat het VZC en de doorslag van het VZC die in de tenlastelegging zijn opgenomen, welke bescheiden in de administratie van [naam 1] waren opgenomen, vals zijn voor wat betreft de vermelde afnemer [naam 8] en de vermelde losplaats.
Door verdachte, vertegenwoordiger en tevens feitelijk bestuurder van [naam 1] is verklaard dat genoemde VZC’s waarop leveringen aan [naam 8] waren vermeld, niet klopten en dat de correctie onterecht is doorgevoerd bij de DR. [43]
Voorts hebben [verdachte] en de andere feitelijk bestuurder [naam 37] verklaard dat de VZC’s blijkbaar op verzoek van [naam 9] en [naam 10] zijn gewijzigd. Volgens [naam 37] is moeilijk te controleren wie de eigenaar is van de grond waar gelost wordt. [44]
De rechtbank acht de door verdachte en [naam 37] gegeven uitleg niet geloofwaardig. Niet alleen verklaren [naam 9] en [naam 10] hier niet over, maar de rechtbank stelt voorts vast dat de redenering van verdachte en [naam 37] niet kan kloppen, omdat, hun redenering volgend, alleen de naam van de afnemer gewijzigd zou moeten worden en niet de (naam van de) losplaats, hetgeen in casu wel gebeurd is. In de lezing van verdachte en Van der Pauw blijft die losplaats immers ongewijzigd. Men wist dus dat deze wijziging vals was.
Gelet op dit oordeel behoeft het verweer dat er geen opzet in het spel was omdat [naam 27] destijds vanwege het meldsysteem mogelijkerwijs vergeten is de adrescode te veranderen bij deze meldingen, geen bespreking meer.
De rechtbank acht daarmee wettig en overtuigend bewezen dat [naam 1] genoemde 3 VZC’s valselijk heeft opgemaakt.
De ten laste gelegde VZC’s onder feit 2
De vermeende leveringen aan [naam 12]
In de tenlastelegging zijn 6 VZC’s opgenomen waarop [naam 11] als vervoerder en [naam 12] als afnemer staat vermeld met opmerkingscode 11. Onder de naam van de afnemer [naam 12] is een handtekening geplaatst. Het betreft de volgende VZC’s:
VZC nr. [nummer 21] d.d. 25 april 1012,
VZC nr. [nummer 23] d.d. 25 april 2012,
VZC nr. [nummer 25] d.d. 13 juli 2012,
VZC nr. [nummer 29] d.d. 13 juli 2012,
VZC nr. [nummer 27] d.d. 13 juli 2012,
VZC nr. [nummer 30] d.d. 13 juli 2012. [45]
Middels een baken is waargenomen dat het voertuig met het kenteken [kenteken 2] zich op 8, 20, 24, 27, 28 en 29 augustus 2012 verplaatste van [naam 33] in Bladel naar een perceel in Reusel, in de directe omgeving van de grensweg te Mol (België) aan de Nederlandse kant van de grens, welk perceel op naam staat van [naam 13] .
In de gegevens van de bij de DR geregistreerde VZC’s stond dat [naam 11] met het voertuig met genoemd kenteken dan wel met een ander voertuig op 8, 20, 24, 27, 28 en 29 augustus 2012 geen vrachten had afgeleverd op naam van “ [naam 13] ”, maar wel met het voertuig met genoemd kenteken op genoemde data compost had afgeleverd bij afnemer [naam 12] . [46]
In een overzicht [47] van alle bij de DR geregistreerde VZC’s waarop [naam 12] als afnemer is vermeld, is te zien dat door [naam 11] in de periode van 25 april 2012 tot en met 30 augustus 2012 in totaal 143 vrachten compost waren geleverd aan [naam 12] . Op deze VZC’s was de opmerkingscode 11 vermeld, waarmee wordt aangegeven dat de levering is geëxporteerd naar België. [48]
Op 31 augustus 2012 werd op de Grensweg bij Mol (België) op Nederlands grondgebied een grote hoop compost waargenomen. [49]
De heer [naam 34] , bestuurder van [naam 12] te Arendonk (België), heeft verklaard dat hij het bedrijf [bedrijf] niet kent en van dat bedrijf geen producten heeft overgenomen. [naam 12] koopt in principe geen compost aan. [50]
[naam 13] heeft op 4 december 2012 verklaard dat verdachte, horende bij [naam 11] , hem eind 2011 heeft gevraagd of hij afzetmogelijkheden wist voor de compost. De betreffende compost was bedoeld voor [naam 12] . [naam 13] zou die compost samen met de afvalresten van de aardappelteelt mengen en dit daarna afleveren aan [naam 12] , maar die plannen zijn nooit ten uitvoer gebracht. Later heeft [naam 12] zich teruggetrokken. Hij heeft die afspraken namens de bedrijven van zijn zoon gemaakt. Hij heeft dit geregeld met verdachte, horende bij [naam 11] . Er is in de tussentijd een aantal ton compost gestort aan de Grensweg. Hijzelf of zijn zonen hebben nooit op de VZC’s getekend voor ontvangst van de compost en er is ook niemand van [naam 12] geweest die deze VZC’s getekend heeft. [naam 13] verklaart voorts, nadat hem een mail van verdachte aan hem van 27-1-2012 is voorgehouden waarop staat vermeld dat de afleverbewijzen op [naam 12] in Arendonk worden gezet [51] , dat het feitelijk anders is en dat de compost door [naam 11] is geleverd op de Grensweg in Reusel, terwijl de VZC’s behorende bij deze transporten door [naam 11] op naam van [naam 12] zijn gezet. [52]
Verdachte heeft verklaard dat hij wist dat bedoelde compost in depot werd gezet en dat [naam 13] heeft aangegeven op welke naam de compost gezet moest worden. [53] Verdachte heeft ook nog verklaard dat die compost is gelost op de grensweg in Nederland, vlak bij de Belgische grens. [naam 27] heeft zijn handtekening op de VZC’s gezet namens [naam 12] . [naam 11] was echter niet gemachtigd om namens [naam 12] te tekenen. Nadat hij is geconfronteerd met de hierboven genoemde mail van hem aan [naam 13] d.d. 27-1-2012, verklaarde verdachte dat het klopt dat het zo met [naam 13] is afgesproken.
De rechtbank concludeert dat verdachte met zijn verklaringen erkent dat de leveringen plaatsvonden aan [naam 13] in Nederland en dat [naam 27] namens [naam 11] valselijk de handtekening van/namens [naam 12] op de VZC’s heeft gezet.
Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat wel degelijk sprake was van opzettelijke misleiding, in elk geval van de DR. Het mag zo zijn dat de bedoeling was dat deze compost, gemengd met andere stoffen, naar [naam 12] in België ging, feitelijk was de compost geleverd aan het bedrijf van (een van) de zonen van [naam 13] in Reusel. Dat deze compost in Reusel lag, was derhalve niet geregistreerd bij de DR en de mogelijkheid bestond dat deze compost binnen Nederland gebruikt zou worden op landbouwgrond, ook al was dat niet de bedoeling.
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de 6 op de tenlastelegging genoemde VZC’s waarop vermeld is dat [naam 12] een hoeveelheid compost heeft afgenomen, valselijk heeft opgemaakt, niet alleen omdat [naam 11] wist dat die compost in werkelijkheid door [naam 13] was afgenomen, maar ook omdat deze VZC’s waren voorzien van een handtekening die door moest gaan voor een handtekening van (een vertegenwoordiger van) [naam 12] . Dat [naam 11] als dader van dit feitencomplex kan worden aangemerkt, zal hieronder nog nader worden uitgewerkt.
De vermeende leveringen aan [naam 8]
Op de tenlastelegging staan vier VZC’s vermeld waarop [naam 28] als leverancier en [naam 11] als vervoerder wordt genoemd en waarop [naam 8] als afnemer met opmerkingscode 12 en als losplaats [adres 7] is ingevuld. De datum van lossen is gelegen in de periode van 20 februari 2012 tot en met 23 februari 2012.
Uit het dossier valt op te maken dat in 2011 en 2012 een aantal vrachten compost door [naam 1] en [naam 11] niet is geëxporteerd naar Duitsland, terwijl dit wel zo op VZC’s was aangegeven. Ook zijn ze niet afgeleverd bij de aldaar gevestigde afnemer [naam 35] [naam 8] ( [naam 35] ). Er zou zijn geleverd aan deels bekende en deels onbekende afnemers in Nederland. Aan de DR werd door [naam 11] doorgegeven dat deze vrachten waren afgeleverd aan [naam 35] / [naam 8] onder vermelding van code 12: export naar Duitsland.
Uit deze vrachten zijn die vrachten onderzocht die een netto geladen gewicht hadden van 30 ton en meer. Dit omdat met een laadvermogen van meer dan 30 ton een vrachtauto-combinatie boven het in Duitsland toegestane maximum totaalgewicht van 40 ton zou komen. Door getuigen is bevestigd en uit verder onderzoek is gebleken dat een aantal vrachten compost in Nederland is afgegeven en niet is geëxporteerd naar Duitsland.
[naam 35] , de eigenaar van [naam 8] , gevestigd te Heinsberg, heeft verklaard dat zijn chauffeurs vrachten met meer dan 30 ton in Duitsland hebben gelost, ondanks het feit dat ze overbeladen waren.
In de tenlastelegging wordt vermeld dat de compost van de 4 vermelde VZC’s in werkelijkheid door [naam 14] , dan wel aan een ander dan [naam 8] , is afgenomen. Dit zou gebeurd moeten zijn in de periode van 30 december 2011 tot en met 31 december 2012.
Genoemde [naam 14] ontkent dat er in 2012 vrachten compost bij hem zijn gelost. Hij heeft wel in 2011 compost van [naam 8] ontvangen, maar die compost zou volgens [naam 35] uit Duitsland komen, aldus [naam 14] .
Getuige [naam 36] , chauffeur van [naam 8] , heeft verklaard dat minstens 25 % van de compost die hij op papier naar Duitsland reed in Nederland is gebleven. Hij heeft in 2010 en 2011 compost gelost op percelen van [naam 14] , terwijl op de VZC’s stond dat de compost in Duitsland was gelost.
Deze verklaring van [naam 36] betreft weliswaar een voor [naam 8] belastende verklaring, maar deze verklaring ziet niet op de periode die in de tenlastelegging wordt genoemd.
Al met al constateert de rechtbank dat, voor zover bewijs kan worden gevonden dat [naam 11] VZC’s valselijk opmaakte, niet bewezen kan worden dat dit in de periode van 30 december 2011 tot en met 31 december 2012 plaatsvond ten aanzien van de VZC’s die in de tenlastelegging zijn genoemd. Dat [naam 14] de werkelijke afnemer was acht de rechtbank, gelet op de eigen verklaring van [naam 14] en op de verklaring van [naam 36] , niet bewezen. De rechtbank acht evenmin voldoende bewijs aanwezig om te kunnen concluderen dat ten aanzien van genoemde 4 VZC’s in werkelijkheid compost is afgenomen door een ander dan [naam 8] . Weliswaar is op de VZC’s een hoeveelheid vracht vermeld die uitkomt boven 30 ton, maar niet uit te sluiten is dat deze vrachten, die dan boven een totaalgewicht (inclusief vrachtwagencombinatie) van meer dan 40 ton uit zouden komen, desondanks naar [naam 8] in Duitsland zijn vervoerd.
Ook kan niet bewezen worden dat de op de VZC’s vermelde handtekening door moest gaan voor die van (een vertegenwoordiger van) [naam 8] , nu volgens [naam 35] de afspraak was dat [naam 11] de VZC’s zou invullen, met name voor wat betreft de afnemersgegevens.
Verdachte dient derhalve ten aanzien van deze 4 VZC’s te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde valsheid in geschrift.
Is verdachte feitelijke leidinggever?
Bij de beantwoording van de vraag of een verdachte strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld ter zake van het feitelijke leidinggeven aan een door een rechtspersoon verrichte verboden gedraging, dient eerst te worden vastgesteld of die rechtspersoon een strafbaar feit heeft begaan (dat wil zeggen: een strafbaar feit heeft gepleegd of daaraan heeft deelgenomen). Ingeval die vraag bevestigend wordt beantwoord, komt de vraag aan de orde of kan worden bewezen dat de verdachte aan die gedraging feitelijke leiding heeft gegeven.
Uit de heersende jurisprudentie (zie Hoge Raad 26-4-2016; ECLI:NL:HR:2016:733) kan worden opgemaakt dat een rechtspersoon kan worden aangemerkt als dader van een strafbaar feit indien de desbetreffende gedraging redelijkerwijs aan die rechtspersoon kan worden toegerekend. Die toerekening is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval, waartoe mede behoort de aard van de (verboden) gedraging. Een belangrijk oriëntatiepunt bij de toerekening is of de gedraging heeft plaatsgevonden dan wel is verricht in de sfeer van de rechtspersoon. Een dergelijke gedraging kan in beginsel worden toegerekend aan de rechtspersoon.
Van een gedraging in de sfeer van de rechtspersoon kan sprake zijn indien zich een of meer van de navolgende omstandigheden voordoen:
a. a) het gaat om een handelen of nalaten van iemand die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking hetzij uit anderen hoofde werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon,
b) de gedraging past in de normale bedrijfsvoering of taakuitoefening van de rechtspersoon,
c) de gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het door hem uitgeoefende bedrijf of in diens taakuitoefening,
d) de rechtspersoon vermocht erover te beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden en zodanig of vergelijkbaar gedrag werd blijkens de feitelijke gang van zaken door de rechtspersoon aanvaard of placht te worden aanvaard, waarbij onder bedoeld aanvaarden mede begrepen is het niet betrachten van de zorg die in redelijkheid van de rechtspersoon kon worden gevergd met het oog op de voorkoming van de gedraging.
Ingeval de delictsomschrijving van het strafbare feit waarvan de rechtspersoon wordt verdacht, opzet vereist, kan dat opzet op verschillende manieren worden vastgesteld. Onder omstandigheden kan het opzet van een natuurlijk persoon aan een rechtspersoon worden toegerekend. Maar voor opzet van een rechtspersoon is niet vereist dat komt vast te staan dat de namens of ten behoeve van die rechtspersoon optredende natuurlijke personen met dat opzet hebben gehandeld. Het opzet van een rechtspersoon kan onder omstandigheden bijvoorbeeld ook worden afgeleid uit het beleid van de rechtspersoon of de feitelijke gang van zaken binnen de rechtspersoon.
Pas nadat is vastgesteld dat een rechtspersoon een bepaald strafbaar feit heeft begaan, komt aan de orde of iemand als feitelijke leidinggever daarvoor strafrechtelijk aansprakelijk is. Bij de beoordeling daarvan moet worden vooropgesteld dat uit de taalkundige betekenis van het begrip feitelijke leidinggeven enerzijds voortvloeit dat de enkele omstandigheid dat de verdachte bijvoorbeeld bestuurder van een rechtspersoon is, niet voldoende is om hem aan te merken als feitelijke leidinggever aan een door die rechtspersoon begaan strafbaar feit. Maar anderzijds is een dergelijke juridische positie geen vereiste, terwijl ook iemand die geen dienstverband heeft met de rechtspersoon feitelijke leidinggever kan zijn aan een door de rechtspersoon begaan strafbaar feit.
Aan hetzelfde strafbare feit kan door meer personen – al dan niet gezamenlijk - feitelijke leiding worden gegeven. Ook een rechtspersoon kan een feitelijke leidinggever zijn.
Feitelijke leidinggeven zal vaak bestaan uit actief en effectief gedrag dat onmiskenbaar binnen de gewone betekenis van het begrip valt. Van feitelijke leidinggeven kan voorts sprake zijn indien de verboden gedraging het onvermijdelijke gevolg is van het algemene, door de verdachte (bijvoorbeeld als bestuurder) gevoerde beleid. Ook kan worden gedacht aan het leveren van een zodanige bijdrage aan een complex van gedragingen dat heeft geleid tot de verboden gedraging en het daarbij nemen van een zodanig initiatief dat de verdachte geacht moet worden aan die verboden gedraging feitelijke leiding te hebben gegeven. Niet is vereist dat een ander de fysieke uitvoeringshandelingen heeft verricht.
Onder omstandigheden kan ook een meer passieve rol tot het oordeel leiden dat een verboden gedraging daardoor zodanig is bevorderd dat van feitelijke leidinggeven kan worden gesproken. Dat kan in het bijzonder het geval zijn bij de verdachte die bevoegd en redelijkerwijs gehouden is maatregelen te treffen ter voorkoming of beëindiging van verboden gedragingen en die zulke maatregelen achterwege laat.
In feitelijke leidinggeven ligt een zelfstandig opzetvereiste op de verboden gedraging besloten. Voor dit opzet van de leidinggever geldt als ondergrens dat hij bewust de aanmerkelijke kans aanvaardt dat de verboden gedraging zich zal voordoen. Van het bewijs van dergelijke aanvaarding kan – in het bijzonder bij meer structureel begane strafbare feiten – ook sprake zijn indien hetgeen de leidinggever bekend was omtrent het begaan van strafbare feiten door de rechtspersoon rechtstreeks verband hield met de in de tenlastelegging omschreven verboden gedraging. Een ander voorbeeld van een geval waarin onder omstandigheden voldaan kan zijn aan het voor de feitelijke leidinggever geldende opzetvereiste biedt een leidinggever die de werkzaamheden van een onderneming zo organiseert dat hij ermee rekening houdt dat de aan de betrokken werknemers gegeven opdrachten niet kunnen worden uitgevoerd zonder dat dit gepaard gaat met het begaan van strafbare feiten.
De rechtbank stelt vast dat de hierboven genoemde gedragingen (het valselijk opmaken van de VZC’s) zijn verricht in de sfeer van de rechtspersonen [naam 1] en [naam 11] , gelet op de hierboven genoemde criteria.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen met betrekking tot de bewijsmiddelen, is sprake van opzet bij [naam 1] en [naam 11] en kunnen [naam 1] en [naam 11] worden aangemerkt als de dader van de strafbare feiten.
De rechtbank stelt voorts vast dat verdachte – naast medeverdachte [naam 37] – de feitelijke bestuurder was van [naam 1] en [naam 11] . Daarnaast merkt de rechtbank op dat [naam 1] in 2008 en in 2009 ook al eens verdacht is geweest van het valselijk opmaken van VZC’s. Voor die feiten van 2009 wordt [naam 1] (thans als [naam 19] ) per heden eveneens veroordeeld. Het handelde daar om VZC’s waarbij [naam 8] in strijd met de waarheid als afnemer was vermeld. Verdachte wist dus dat [naam 1] al eerder onderwerp was van valsheid in geschrift met betrekking tot VZC’s, hetgeen [naam 1] had moeten nopen tot het intensiveren van de controles op de juistheid van de VZC’s.
Uit de inhoud van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen komt naar voren dat verdachte voor een deel van de besproken VZC’s erkent dat deze niet goed waren ingevuld (bijvoorbeeld de VZC’s waarbij [naam 12] en [naam 8] in strijd met de waarheid als afnemer werd ingevuld) dan wel dat verdachte behoorde te weten dat deze niet goed waren ingevuld (de VZC’s waarbij middels een correctieverzoek de losplaats werd gewijzigd). [naam 27] was degene bij [naam 1] en [naam 11] die de VZC’s - voor zover nodig -verder invulde en registreerde bij de DR en in voorkomende gevallen wijzigingsverzoeken deed. [naam 27] wist dan wel had in elk geval moeten weten dat sommige VZC’s vals waren (het VZC van [naam 6] of de VZC’s waar ook de losplaats werd gewijzigd).
Voorts heeft verdachte verklaard dat [naam 37] en hij verantwoordelijk zijn voor de gang van zaken binnen [naam 1] en [naam 11] . Daarnaast is door verdachte verklaard dat hij binnen het bedrijf intensief betrokken was bij de totstandkoming van het systeem om VZC’s te melden bij de DR. [54]
Gelet op het vorenstaande kan dan ook worden geconcludeerd dat verdachte bevoegd was en redelijkerwijs gehouden was om maatregelen te treffen ter voorkoming of beëindiging van verboden gedragingen en zulke maatregelen achterwege heeft gelaten (zie bijvoorbeeld het VZC waarbij [naam 6] als afnemer werd ingevuld). In zoverre heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat het meermalen valselijk opmaken van valse VZC’s zich zou voordoen.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte als feitelijke leidinggever van de verboden gedragingen, te weten het door [naam 1] of [naam 11] meermalen opmaken van genoemde VZC’s , kan worden aangemerkt.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat
1.
de rechtspersoon [naam 1]
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde
periode van 1 januari 2011 tot en met 29 december 2011 te Dirksland
en/of
Nieuwerkerk en/of andere plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met
anderen of een ander, althans alleen,10
, althans een (groot) aantal
vervoersbewijzen zuiveringsslib en compost, -
(elk
)zijnde een geschrift dat
bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -valselijk heeft opgemaakt
of heeft laten opmaken danwel heeft vervalst of heeft laten vervalsen, door
(telkens
)valselijk en in strijd met de waarheid in:
1. het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 1]
(zaak la, ordner/map
9,document nummer [documentnummer 1] )te vermelden of te laten vermelden dat een
persoon genaamd [naam 2] een hoeveelheid compost had afgenomen
en/of dat bewijs
voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van genoemde [naam 2]
, zulks terwijl die compost in werkelijkheid door een bedrijf of persoon
genaamd [naam 3]
, in ieder geval een ander dan die [naam 2] ,was afgenomen
en
/of
2 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 3]
(zaak la, ordner/map 9,
document nummer [documentnummer 2] )te vermelden of te laten vermelden dat een persoon
genaamd [naam 2] een hoeveelheid compost had afgenomen
en/of dat bewijs
voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van genoemde [naam 2]
, zulks terwijl die compost in werkelijkheid door een bedrijf of persoon
genaamd [naam 3] ,
in ieder geval een ander dan die [naam 2]was afgenomen en
/of
3 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 5]
(zaak la, ordner/map 9,
document nummer [documentnummer 3] )te vermelden of te laten vermelden dat een
persoon genaamd [naam 2] een hoeveelheid compost had afgenomen
en/of dat bewijs
voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van genoemde [naam 2]
zulks terwijl die compost in werkelijkheid door een bedrijf of persoon
genaamd [naam 3] ,
in ieder geval een ander dan die [naam 2] ,was afgenomen en/of
4 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 7]
(zaak 3, ordner/map 9,
document nummer [documentnummer 4] )te vermelden of te laten vermelden dat het
bedrijf genaamd [naam 4] een hoeveelheid compost had afgenomen
en/of dat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van) [naam 4], zulks terwijl die compost in
werkelijkheid door een bedrijf of persoon genaamd [naam 5]
, in ieder geval een
ander dan [naam 4] ,was afgenomen en
/of
5 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 9]
(zaak 3, ordner/map 9,
document nummer [nummer 10] )te vermelden of te laten vermelden dat het
bedrijf genaamd [naam 4] een hoeveelheid compost had afgenomen
en/of dat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van) [naam 4], zulks terwijl die compost in
werkelijkheid door een bedrijf of persoon genaamd [naam 5]
, in ieder geval een
ander dan [naam 4] ,was afgenomen en
/of
6 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 62]
(zaak 3, ordner/map 9,
document nummer [nummer 12] )te vermelden of te laten vermelden dat het
bedrijf genaamd [naam 4] een hoeveelheid compost had afgenomen
en/of dat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van) [naam 4], zulks terwijl die compost in
werkelijkheid door een bedrijf of persoon genaamd [naam 5]
, in ieder geval een
ander dan [naam 4] ,was afgenomen en
/of
7 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 63]
(zaak 3, ordner/map 9,
document nummer [documentnummer 5] )te vermelden of te laten vermelden dat het
bedrijf genaamd [naam 4] een hoeveelheid compost had afgenomen
en/of dat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van) [naam 4], zulks terwijl die compost in
werkelijkheid door een bedrijf of persoon genaamd [naam 5]
, in ieder geval een
ander dan [naam 4] ,was afgenomen en
/of
8 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 15]
(zaak 9, ordner/map 15,
document nummer [nummer 16] )te vermelden of te laten vermelden dat het
bedrijf genaamd [naam 6] een hoeveelheid compost had afgenomen
en/of dat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaanvoor die van (een
vertegenwoordiger van) [naam 6], zulks terwijl die compost in werkelijkheid
door een bedrijf of persoon genaamd [naam 7]
, in ieder geval een ander dan
[naam 6] ,was afgenomen en
/of
9 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 64]
(zaak 17, ordner/map 16,
document nummer [nummer 18] )te vermelden of te laten vermelden dat het
bedrijf genaamd [naam 8] een hoeveelheid compost had afgenomen
en/of dat bewijs
voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van) [naam 8], zulks terwijl die compost in werkelijkheid door
een bedrijf of persoon genaamd [naam 9]
, in ieder geval een ander dan [naam 8] ,was
afgenomen en
/of
10 - een doorslag van het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 19]
(zaak
20, ordner/map 16, document nummer [nummer 20] )te vermelden of te laten
vermelden dat het bedrijf genaamd [naam 8] een hoeveelheid compost had afgenomen
en/of dat bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die
van (een vertegenwoordiger van) [naam 8], zulks terwijl die compost in
werkelijkheid door een bedrijf of persoon genaamd [naam 10]
, in ieder geval een
ander dan [naam 8] ,was afgenomen,
zulks
(telkens
)met het oogmerk om
die/dat geschrift
(en)als echt en
onvervalst te gebruiken
of door anderen te doen gebruiken,
tot het plegen van welk(e) strafbare feit(en) hij, verdachte, opdracht heeft
gegeven dan welaan welke verboden gedraging
(en
)hij, verdachte, feitelijke
leiding heeft gegeven;
2.
de rechtspersoon [naam 11] .
op een of meer tijdstip(pen)in
of
omstreeksde periode van 30 december 2011 tot en met 31 december 2012 te
Dirksland
en/of Nieuwerkerk en/of andere plaatsen in Nederland, tezamen en in
vereniging met anderen
of een ander,
althans alleen,10
, althans een (groot) aantalvervoersbewijzen
zuiveringsslib en compost, -
(elk
)zijnde een geschrift dat bestemd was om tot
bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt
of heef laten
opmaken danwel heeft vervalst of heeft laten vervalsen, door
(telkens
)
valselijk en in strijd met de waarheid in:
1. het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 21]
(zaak 7, ordner/map 10,
document nummer [nummer 22] )te vermelden
of te laten vermeldendat een
bedrijf genaamd [naam 12] een hoeveelheid compost had afgenomen en
/ofdat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van ) [naam 12] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid
door een bedrijf of persoon genaamd [naam 13]
, in ieder geval een
ander dan [naam 12] ,was afgenomen en
/of
2 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 23]
(zaak 7, ordner/map 10,
document nummer [documentnummer 6] )te vermelden
of te laten vermeldendat een
bedrijf genaamd [naam 12] een hoeveelheid compost had afgenomen en
/ofdat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van ) [naam 12] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid
door een bedrijf of persoon genaamd ( [naam 13]
, in ieder geval een
ander dan [naam 12] ,was afgenomen en
/of
3 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 25]
(zaak 7, ordner/map 10,
document nummer [nummer 65] )te vermelden
of te laten vermeldendat een
bedrijf genaamd [naam 12] een hoeveelheid compost had afgenomen en
/ofdat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van ) [naam 12] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid
door een bedrijf of persoon genaamd ( [naam 13]
, in ieder geval een
ander dan [naam 12] ,was afgenomen en
/of
4 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 27]
(zaak 7, ordner/map 11,
document nummer [nummer 28] )te vermelden
of te laten vermeldendat een
bedrijf genaamd [naam 12] een hoeveelheid compost had afgenomen en
/ofdat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van ) [naam 12] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid
door een bedrijf of persoon genaamd [naam 13]
, in ieder geval een
ander dan [naam 12] ,was afgenomen en
/of
6 - het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 30]
(zaak 7, ordner/map 11,
document nummer [documentnummer 8] )te vermelden
of te laten vermeldendat een
bedrijf genaamd [naam 12] een hoeveelheid compost had afgenomen en
/ofdat
bewijs voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van ) [naam 12] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid
door een bedrijf of persoon genaamd ( [naam 13]
, in ieder geval een
ander dan [naam 12] ,was afgenomen
en/of
7 -het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 32] (zaak 8, ordner/map 15,
document nummer [nummer 33] te vermelden of te laten vermelden dat een bedrijf
genaamd [naam 8] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat bewijs voorzien
van een handtekening die door moest gaan voor die van (een vertegenwoordiger
van ) [naam 8] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid door een bedrijf of
persoon genaamd [naam 14] , in ieder geval een ander dan [naam 8] , was afgenomen
en/of
8 -het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 34] (zaak 8, ordner/map 15,
document nummer [nummer 35] te vermelden of te laten vermelden dat een
bedrijf genaamd [naam 8] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat bewijs
voorzien van een handtekening die door moest gaanvoor die van (een
vertegenwoordiger van ) [naam 8] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid door
een bedrijf of persoon genaamd [naam 14] , in ieder geval een ander dan [naam 8] ,
was afgenomen en/of
9 -het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 36] (zaak 8, ordner/map 15,
document nummer [nummer 67] ) te vermelden of te laten vermelden dat een
bedrijf genaamd [naam 8] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat bewijs
voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van ) [naam 8] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid door
een bedrijf of persoon genaamd [naam 14] , in ieder geval een ander dan [naam 8] ,
was afgenomen en/of
10 -het vervoersbewijs voorzien van het nummer [nummer 68] (zaak 8, ordner/map 15,
document nummer [nummer 69] ) te vermelden of te laten vermelden dat een
bedrijf genaamd [naam 8] een hoeveelheid compost had afgenomen en/of dat bewijs
voorzien van een handtekening die door moest gaan voor die van (een
vertegenwoordiger van ) [naam 8] , zulks terwijl die compost in werkelijkheid door
een bedrijf of persoon genaamd [naam 14] , in ieder geval een ander dan [naam 8] ,
was afgenomen,
zulks
(telkens
)met het oogmerk om
die/dat geschrift
(en)als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
tot het plegen van welk(e) strafbare feit(en) hij, verdachte, opdracht heeft
gegeven dan welaan welke verboden gedraging
(en
)hij, verdachte, feitelijke
leiding heeft gegeven.
Tengevolge van een kennelijke omissie in de tenlastelegging is onder feit 2 achter punt 4 en punt 5 hetzelfde vervoersbewijs genoemd waarmee valsheid in geschrift zou zijn gepleegd.
De rechtbank herstelt deze omissie en leest voormeld feit 2 zodanig dat hetgeen is vermeld achter punt 5 is komen te vervallen. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- of typefouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Het subsidiair door de raadsman opgeworpen verweer dat verdachte ontslagen moet worden van alle rechtsvervolging, wordt door de rechtbank bij gebreke van onderbouwing verworpen.
Er zijn ook ambtshalve geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte, rekening houdend met een overschrijding van de redelijke termijn, op te leggen een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk. Zonder overschrijding van de termijn zou de officier van justitie een gevangenisstraf van 24 maanden hebben gevorderd.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman is van mening dat bij een eventuele bewezenverklaring de door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf niet proportioneel is. Hij acht deze gevorderde straf veel te hoog, mede gelet op de enorm schadelijke consequenties die een dergelijke straf zou hebben op het gezin van verdachte en op zijn bedrijf. Voorts is hij van mening dat de forse overschrijding van de redelijke termijn tot een veel grotere matiging van de straf zou moeten leiden.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
[naam 1] en [naam 11] hebben zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift, nu deze rechtspersonen een aantal malen valse VZC’s hebben opgemaakt waarbij een afnemer werd vermeld die compost zou hebben afgenomen, terwijl die in werkelijkheid door een ander was afgenomen. Verdachte heeft feitelijke leiding gegeven aan dit strafbare handelen. Uit het dossier maakt de rechtbank op dat in elk geval van de zaken uit het dossier die bij verdachte op de tenlastelegging staan en die bewezen zijn verklaard (zaken 1a, 3, 7, 9, 17 en 20) van in totaal 307 VZC’s de gegevens met betrekking tot de afnemer in strijd met de waarheid zijn vermeld, te weten van
zaak 1a 10 VZC’s,
zaak 3 15 VZC’s,
zaak 7 143 VZC’s,
zaak 9 137 VZC’s,
zaak 17 1 VZC,
zaak 20 1 VZC.
Deze VZC’s zijn alle bij de DR geregistreerd.
Op de VZC’s moeten gegevens met betrekking tot vervoerde compost worden ingevuld.
Door het registreren van de VZC’s bij de DR kan vastgesteld worden welke hoeveelheden stikstof en fosfaat op een landbouwbedrijf van de afnemer zijn aangevoerd en kan vastgesteld worden of de betreffende afnemer op een gegeven moment de gebruiksnorm betreffende stikstof en fosfaat heeft overschreden. Deze gebruiksnorm is vastgesteld om overbemesting te voorkomen. Een overschrijding van de gebruiksnorm kan leiden tot bestuurlijke boetes.
Wanneer valse gebruiksgegevens worden aangeleverd, wordt de regelgeving van de Meststoffenwet ondermijnd. Door overschrijding van genoemde gebruiksnorm kan immers overbemesting plaatsvinden, waardoor milieuschade kan ontstaan voor bodem en grondwater.
Over het algemeen zal het doel van het registreren van valse VZC’s bij de DR zijn om overschrijdingen van de gebruiksnorm te maskeren en zodoende meer compost te kunnen afzetten bij eindgebruikers. Bij een aantal van de op te tenlastelegging vermelde VZC’s is ook aannemelijk geworden dat de VZC’s - wellicht op verzoek van de werkelijke afnemers - valselijk werden opgemaakt of valselijk werden gewijzigd omdat die afnemer aan het maximum van zijn gebruiksnorm zat. Voorts is bij deze handelwijze sprake van valse concurrentie ten opzichte van bedrijven die wel volgens de geldende regels compost verhandelen.
Anders dan in het dossier wordt gesuggereerd is de rechtbank niet gebleken dat [naam 1] al eerder strafrechtelijk is veroordeeld terzake van soortgelijke feiten dan wel daarvoor een bestuurlijke boete heeft gekregen. Wel is [naam 1] gecontroleerd in verband met eventuele valsheid in geschrift met betrekking tot VZC’s. De rechtbank zal dan ook, in afwijking van de officier van justitie, niet in strafverhogende zin rekening mee houden met recidive.
Voorts acht de rechtbank aannemelijk dat verdachte, gelet op de grote omvang van de composttransporten die de BV’s van verdachte als vervoerder meldde bij de DR (verdachte spreekt over 12000 VZC’s per jaar), bij een relatief klein deel van deze transporten in de fout is gegaan door deze in strijd met de waarheid op te maken, zodat niet gezegd kan worden dat het opmaken van valse VZC’s een structurele bezigheid was.
De rechtbank constateert dat de officier van justitie in haar requisitoir heeft opgemerkt dat voor het vervolgen van verdachte voor overtreding van de Meststoffenwet een verjaring dreigde en dat daarom is besloten verdachte te vervolgen voor valsheid in geschrift. Die overtreding van de Meststoffenwet ziet dan naar het oordeel van de rechtbank op artikel 34 van de Meststoffenwet (juncto artikel 55 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet). In artikel 1a, aanhef en onder 3 van de Wet op de economische delicten (hierna: WED) is de overtreding van een voorschrift, gesteld bij of krachtens artikel 34 van de Meststoffenwet strafbaar gesteld als een economisch delict. Artikel 2 WED bepaalt dat dit een overtreding is, die volgens artikel 6, lid 1 onder 5, WED - wordt bedreigd met een hechtenis van maximaal 6 maanden, een taakstraf of een geldboete van de 4e categorie.
De door de officier van justitie neergelegde eis van in beginsel 24 maanden gevangenisstraf staat naar het oordeel van de rechtbank in geen enkele verhouding tot de maximale straf die op genoemde overtreding van de Meststoffenwet kan worden opgelegd.
Bij de strafoplegging zoekt de rechtbank, gelet op het vorenstaande, aansluiting bij de bestuurlijke boetes die doorgaans worden opgelegd voor de overtreding van de Meststoffenwet zoals in casu bewezen is verklaard. Uit het overzicht maatregelen en sancties Meststoffenwet, opgemaakt door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, maakt de rechtbank op dat voor het door de leverancier, vervoerder of afnemer niet naar waarheid opmaken van een VZC een bestuursboete wordt opgelegd van € 300,=.
De feiten die in de zaak van verdachte bewezen zijn verklaard betreffen de feiten die zowel bij [naam 1] als bij [naam 11] bewezen zijn verklaard. Genoemde BV’s zijn per heden voor deze feiten veroordeeld tot een geldboete van tezamen € 47.100,=. In deze geldboetes is de overschrijding van de redelijke termijn met een periode van twee jaar, welke overschrijding de rechtbank ook in de zaak van verdachte aanwezig acht, reeds meegenomen.
De rechtbank acht oplegging van een geldboete die gelijk is aan de geldboetes die [naam 1] en [naam 11] tezamen hebben gekregen, op zich passend, maar zal, alles afwegende, waaronder het ontbreken van recidive en de omstandigheid dat [naam 1] en [naam 11] , van welke BV’s verdachte bestuurder en aandeelhouder is, ook bestraft worden voor dezelfde feiten, de helft daarvan voorwaardelijk opleggen. Met deze voorwaardelijke straf wordt beoogd verdachte ervan te weerhouden opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te plegen.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 57 en 225 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:Valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
feit 2:Valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
betaling van een geldboete van € 47.100,=, waarvan
€ 23.550,= voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- beveelt dat bij niet betaling van de geldboete,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
135 dagen voor het onvoorwaardelijke deel en 135 dagen voor het voorwaardelijke deel;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van deze geldboete niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde geldboete naar rato van € 50,= per dag.
Dit vonnis is gewezen door mr. Kooijman, voorzitter, mr. Peters en mr. Van de Wetering, rechters, in tegenwoordigheid van De Roos, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 23 januari 2017.
Mr. Peters is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt -tenzij anders vermeld- bedoeld het eindproces-verbaal met onderzoeksnummer 228B120419 van de Bovenregionale Recherche Zuid Nederland, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 3386.
2.Het geschrift, te weten een online uittreksel uit het handelsregister van de KvK, pagina’s 158 en 159 van het eind-proces-verbaal.
3.Het geschrift, te weten een online uittreksel uit het handelsregister van de KvK, pagina’s 158 en 159 van het eind-proces-verbaal.
4.Het geschrift, te weten een online uittreksel uit het handelsregister van de KvK, pagina’s 160 en 161 van het eind-proces-verbaal.
5.Het geschrift, te weten een online uittreksel uit het handelsregister van de KvK, pagina’s 168 en 169 van het eind-proces-verbaal.
6.Het geschrift, te weten een online uittreksel uit het handelsregister van de KvK, pagina’s 164 en 165 van het eind-proces-verbaal.
7.Het geschrift, te weten een online uittreksel uit het handelsregister van de KvK, pagina’s 166 en 167 van het eind-proces-verbaal.
8.De geschriften, te weten drie VZC’s, als bijlage in ordner 9, dossier F onder de nummers [nummer 2] , [nummer 6] en [nummer 4] opgenomen bij voornoemd eind-proces-verbaal.
9.Het geschrift, te weten een factuur plus specificatie, als bijlage in ordner 9, dossier F onder nummer [nummer 70] en [nummer 71] opgenomen bij voornoemd eind-proces-verbaal.
10.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 2841 en 2844 van voornoemd eind-proces-verbaal.
11.Het geschrift, te weten een brief met bijlagen, pagina’s 2869 t/m 2880 van voornoemd eind-proces-verbaal.
12.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 3] , pagina’s 2848 en 2849 van voornoemd eind-proces-verbaal.
13.De geschriften, te weten vier VZC’s, als bijlage in ordner 9, dossier F onder de nummers [nummer 8] , [nummer 10] , [nummer 12] en [nummer 14] opgenomen bij voornoemd eind-proces-verbaal.
14.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 1202 t/m 1204 van voornoemd eind-proces-verbaal.
15.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 25] , pagina’s 1207 t/m 1209 van voornoemd eind-proces-verbaal.
16.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 5] , pagina’s 1211 en 1212 van voornoemd eind-proces-verbaal.
17.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 5] , pagina’s 1216 van voornoemd eind-proces-verbaal.
18.De verklaring van verdachte en [naam 37] , afgelegd op de zitting van 5 december 2016.
19.Het geschrift, te weten een VZC als bijlage in ordner 15, dossier F onder nummer [nummer 16] opgenomen bij voornoemd eind-proces-verbaal.
20.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 2412 t/m 2414 van voornoemd eind-proces-verbaal.
21.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 2414 t/m 2416 van voornoemd eind-proces-verbaal.
22.Het geschrift, zijnde een factuur, als bijlage in ordner 15, dossier F, onder nummer [nummer 47] opgenomen bij voornoemd eind-proces-verbaal.
23.Het geschrift, zijnde een factuur, als bijlage in ordner 15, dossier F, onder nummer [nummer 48] opgenomen bij voornoemd eind-proces-verbaal
24.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 26] , pagina’s 2502 en 2503 van voornoemd eind-proces-verbaal.
25.De verklaring van verdachte en [naam 37] , afgelegd op de zitting van 5 december 2016.
26.De geschriften, te weten VZC’s, als bijlage in ordner 16, dossier F onder de nummers [nummer 18] respectievelijk [nummer 20] opgenomen bij voornoemd eind-proces-verbaal.
27.Het geschrift, te weten een brief, pagina 3007 van voornoemd eind-proces-verbaal.
28.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 2985 en 2986 van voornoemd eind-proces-verbaal.
29.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 2986 van voornoemd eind-proces-verbaal.
30.De geschriften, te weten een factuur en een daarbij behorende bijlage, als bijlage in ordner 16, dossier F onder de nummers [nummer 52] respectievelijk [nummer 53] opgenomen bij voornoemd eind-proces-verbaal.
31.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 2986 van voornoemd eind-proces-verbaal.
32.De geschriften, te weten een factuur en een daarbij behorende bijlage, als bijlage in ordner 16, dossier F onder de nummers [nummer 54] respectievelijk [nummer 55] opgenomen bij voornoemd eind-proces-verbaal.
33.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 2988 van voornoemd eind-proces-verbaal.
34.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 9] , pagina’s 2990 en 2991 van voornoemd eind-proces-verbaal.
35.Het geschrift, te weten een brief, pagina 3029 van voornoemd eind-proces-verbaal.
36.Het geschrift, te weten een overzicht, als bijlage in ordner 16, dossier F onder nummer F007 opgenomen bij voornoemd eind-proces-verbaal.
37.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 3017 en 3018 van voornoemd eind-proces-verbaal
38.Het geschrift, te weten een VZC, als bijlage in ordner 16, dossier F onder nummer [nummer 72] opgenomen bij voornoemd eind-proces-verbaal.
39.Het geschriften, te weten een factuur, als bijlage in ordner 16, dossier F onder nummer [nummer 73] opgenomen bij voornoemd eind-proces-verbaal.
40.De geschriften, te weten een factuur en een daarbij behorende bijlage, als bijlage in ordner 16, dossier F onder de nummers [nummer 54] respectievelijk [nummer 55] opgenomen bij voornoemd eind-proces-verbaal.
41.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 3018 t/m 1820 van voornoemd eind-proces-verbaal.
42.Het proces-verbaal van verhoor broers [naam 10] , pagina’s 3023 en 3024 van voornoemd eind-proces-verbaal.
43.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 3004 van voornoemd eind-proces-verbaal.
44.De verklaring van verdachte en [naam 37] , afgelegd op de zitting van 5 december 2016.
45.De geschriften, te weten zes VZC’s, als bijlage in ordner 10, dossier F onder de nummers [nummer 22] , [nummer 24] , [nummer 26] , [nummer 28] , [nummer 61] en [nummer 31] opgenomen bij voornoemd eind-proces-verbaal.
46.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 1886 en 1887 van voornoemd eind-proces-verbaal.
47.Het geschrift, te weten een overzicht F/009, opgenomen als bijlage van voornoemd eind-proces-verbaal in ordner 10.
48.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 1887 van voornoemd eind-proces-verbaal.
49.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 1887 van voornoemd eind-proces-verbaal.
50.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 34] , pagina’s 1899 en 1900 van voornoemd eind-proces-verbaal.
51.Het geschrift, zijnde een mailbericht, pagina 1921 van voornoemd eind-proces-verbaal.
52.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 13] , pagina’s 1876 t/m 1879 van voornoemd eind-proces-verbaal.
53.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , pagina’s 1911 en 1912 van voornoemd eind-proces-verbaal.
54.De verklaring van verdachte, afgelegd op de zitting van 5 december 2016.