Uitspraak
[naam 1],
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zeeland-West-Brabant is behandeld, gaat het om een geschil tussen een huurder en een verhuurder over de betaling van bemiddelingskosten. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. W. Boeters, vordert terugbetaling van de door haar betaalde bemiddelingskosten, terwijl de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. L. Vrakking, verweer voert en een reconventionele vordering indient. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiseres zich in 2012 heeft ingeschreven voor een woning via de website van de gedaagde, maar uiteindelijk heeft besloten deze woning niet te huren. De eiseres heeft echter wel bemiddelingskosten betaald voor een andere woning die zij uiteindelijk heeft gehuurd. De kantonrechter overweegt dat er een bemiddelingsovereenkomst tot stand is gekomen, omdat de eiseres toestemming heeft gegeven voor het ontvangen van informatie over andere woningen en de bemiddelingskosten heeft voldaan. De vordering van de eiseres wordt afgewezen, terwijl de reconventionele vordering van de gedaagde tot betaling van € 1.000,00 wordt toegewezen. De kosten van de procedure worden aan de eiseres opgelegd, aangezien zij in het ongelijk is gesteld.