ECLI:NL:RBZWB:2017:3030
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Wraking
- M. Peters
- A. Brouwer
- J. van Roij
- Rechtspraak.nl
Wraking van de politierechter in een strafzaak met betrekking tot vermeende vooringenomenheid
Op 11 mei 2017 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen in een wrakingsverzoek van een verdachte in een strafzaak. Het wrakingsverzoek was ingediend tegen de politierechter, mr. [voorletters] Scheffers, naar aanleiding van een zitting op 13 april 2017. Tijdens deze zitting had de verdachte, die werd bijgestaan door zijn raadsman mr. R. de Pater, de politierechter gewraakt. De verdachte voelde zich benadeeld door de gang van zaken en stelde dat de politierechter en de officier van justitie, mr. [voorletters] Noot, niet objectief waren in hun behandeling van de zaak. De verdachte was van mening dat de politierechter de officier van justitie de hand boven het hoofd hield en dat er sprake was van vooringenomenheid, vooral omdat de politierechter weigerde de naam van de griffier te onthullen.
De wrakingskamer heeft de argumenten van de verdachte en de reactie van de politierechter en de officier van justitie in overweging genomen. De politierechter stelde dat zij enkel de inhoud van het proces-verbaal van aangifte had voorgehouden en dat de griffier's naam niet relevant was voor de zaak. De wrakingskamer oordeelde dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de politierechter. De rechtbank wees het wrakingsverzoek af en besloot dat de behandeling van de strafzaak met parketnummer [nummer] voortgezet zou worden in de stand waarin het geding zich bevond ten tijde van de schorsing door het wrakingsverzoek.