Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- het proces-verbaal van de zitting van de meervoudige strafkamer van 1 juni 2017, met daarin opgenomen het door verzoeker mondeling gedane verzoek tot wraking;
- de ter zitting van de wrakingskamer door de voorzitter van de meervoudige strafkamer overlegde en voorgelezen schriftelijke reactie op het wrakingsverzoek;
- het door de Officier van Justitie ter zitting van de wrakingskamer overgelegde en voorgelezen stuk, met twee bijlagen;
- de processtukken zoals opgenomen in het dossier van de rechtbank in de hoofdzaak;
- de behandeling van het wrakingsverzoek door de wrakingskamer ter zitting van 14 juni 2017, waarbij aanwezig waren: verzoeker, bijgestaan door raadsman mr. P.H.L.M. Souren, de rechters van de meervoudige strafkamer, [rechters], en de Officier van Justitie, [naam].
2.Het verzoek
3.Feiten
4.Standpunten partijen
- de toelichting en de motivering van de beslissing tot ongegrondverklaring van het bezwaarschrift meebrengen dat de meervoudige strafkamer, die dezelfde samenstelling kent als de kamer die bedoelde beslissing heeft genomen, niet meer onbevangen over de preliminaire verweren kon oordelen omdat de preliminaire verweren min of meer gelijk zijn aan de bezwaren in het bezwaarschrift;
- het besluit is genomen om geen preliminaire verweren toe te staan.
- hij niet wist dat de preliminaire verweren dezelfde inhoud hadden als het reeds behandelde bezwaarschrift tegen de dagvaarding. En de bezwaarschriftprocedure ter zake de dagvaarding voorts een heel ander toetsingskader kent dan de te voeren preliminaire verweren;
- er niet is besloten om geen preliminaire verweren toe te staan.
5.Standpunt Officier van Justitie
- in de bezwaarschriftprocedure slechts wordt getoetst of de vervolging lichtvaardig is ingesteld, terwijl in de hoofdzaak in min of meer volle omvang wordt beslist over de ontvankelijkheid van het OM;
- er nog geen besluit was genomen of de verdediging preliminaire verweren kon voeren.
6.De beoordeling
Gaat uw gang”. En verder dat de voorzitter van de meervoudige strafkamer, na de opmerking van de raadsman dat de verdediging zich heeft gebogen over de beslissing om geen preliminaire verweren toe te laten, heeft gezegd: “
Een besluit in die zin is niet genomen.”
6.Beslissing
- wijst het verzoek tot wraking af;
- bepaalt dat de behandeling van de zaak met parketnummer: [nummer] zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing wegens de indiening van dit verzoek.