3.2.De zaken zijn door politierechter ter zitting van 1 maart 2017 behandeld. De behandeling is toen aangehouden en voortgezet ter zitting 10 mei 2017. Ter zitting van 10 mei 2017 heeft verzoeker de politierechter gewraakt. In het van die zitting opgemaakte proces-verbaal is ter zake daarvan het volgende vermeld:
“
De politierechter houdt verdachte voor dat beide zaken eerder zijn aangehouden op verzoek van verdachte. Verdachte gaf tijdens de terechtzitting van 1 maart 2017 aan niet op de hoogte te zijn van de inhoud van de dossiers met parketnummers [nummer] en [nummer] . Gehoord het standpunt van verdachte heeft de politierechter de zitting van 1 maart 2017 aangehouden en is in overleg met de officier van justitie ter zitting met verdachte afgesproken dat verdachte de processtukken kon verkrijgen ten parkette van het openbaar ministerie te Breda op2 maart 2017 te 14:00 uur. Tevens is verdachte aangezegd dat hervatting van de zaak ter terechtzitting zou plaatsvinden op10 mei 2017 te 12:15 uur.
Verdachte:
De politierechter houdt mij voor dat ik de processtukken diende op te halen bij het parket en dat ik op de hoogte zou zijn van de volgende zitting. Ik kan mij daar helemaal niets van herinneren, ik heb die stukken ook niet opgehaald. Ik acht dat het ook niet aan mij is om die stukken in mijn bezit te verkrijgen mijns inziens is dat aan de rechtbank of het openbaar ministerie om mij de stuken toe te sturen. Ik heb dat niet zo begrepen. /--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------/
Verdachte:
Ik beroep mij op het standpunt dat ik niet weet waar het over kan gaan nu ik de stukken niet in mijn bezit heb. Ik zou dan ook graag zien dat mij de stukken worden overhandigd, zodat ik mij in kan lezen en representatief mijn verdediging kan voeren. Ik heb ook recht op die stukken. Ik zo graag zien dat de dossiers nu gekopieerd worden zodat ik ze tot mijn beschikking heb. De politierechter deelt mij mee dat ik de kans heb gehad de processtukken op te halen bij het openbaar ministerie en dat het kopiëren van de processtukken een onevenredige belasting van de procesorde zou veroorzaken. Ik ben het hier niet mee eens.
/--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------/ Voorts houdt de politierechter mij voor dat er sprake zou zijn van een benadeelde partij. Het lijkt mij dat dit proces nog uit moet gaan wijzen wie benadeeld is. Het klopt dat mevr. [naam 1] iets aangegeven heeft maar meer niet, ik vraag mij af op welk artikel de politierechter zich baseert?
De politierechter houdt verdachte voor wat een benadeelde partij inhoudt.
/------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------/
Verdachte:
Ik verzoek u nogmaals om de stukken, ik heb deze niet en wens mij adequaat te kunnen verdedigen, ik heb hier ook recht op. Ik wens de stukken aangaande de verklaringen van de andere verbalisanten ook te hebben, ik wil uitzoeken wat er nu exact is verklaard.
De politierechter houdt mij voor dat ik meerdere malen om de stukken heb verzocht en dat ik eerder de kans heb gekregen deze stukken tot mij te nemen. Ik ben het daar niet mee eens, ik was daar namelijk niet van op de hoogte en verzoek het u nogmaals. “
Nadat de politierechter de stukken meerdere malen aan verzoeker (inhoudelijk) heeft voorgehouden:
“De politierechter zegt verdachte dat de processtukken nu meerdere malen zijn voorgehouden in de kwestie met parketnummer [nummer] .
De politierechter geeft aan dat nu overgegaan zal worden tot behandeling van de zaak met parketnummer [nummer] .
De politierechter vermaant verdachte dat als deze de procesgang zal blijven verstoren hij helaas uit de zittingszaal verwijdert zal worden en de terechtzitting zonder verdachte voortgezet zal worden.
Verdachte:
Dan ga ik over tot wraking, ik had de zaken graag behandeld zien worden maar ik word en voel mij op alle fronten tegengewerkt.
De verdachte wraakt de politierechter op navolgende gronden:
- de schijn van partijdigheid is door de politierechter meerdere malen overschreden door uitlatingen en gedragingen van de politierechter ter zitting, omdat zij geen antwoord geeft op vragen die door verdachte worden gesteld;
- er wordt verdachte geen toegang geboden tot het verkrijgen van de processtukken;
- verdachte wordt gehinderd in het voeren van een adequate verdediging;
- de politierechter noemt aangeefster een benadeelde partij, welke deze volgens verdachte niet is. “