ECLI:NL:RBZWB:2017:3957
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep inzake verzoek Bijzonder vermogen toeslagen 2015
Op 3 juli 2017 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiseres en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van 14 november 2016, waarin haar verzoek om Bijzonder vermogen toeslagen voor het berekeningsjaar 2015 was afgewezen. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting op 16 juni 2017 in Breda gehouden, waar eiseres aanwezig was met bijstand van een persoon, terwijl de Belastingdienst/Toeslagen werd vertegenwoordigd door mr. M. Remers.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres zich niet kon verenigen met het bestreden besluit en aanvoerde dat zij alle relevante informatie had aangeleverd, hoewel een deel van deze informatie in het Spaans was. De rechtbank overwoog dat, volgens de wet, geen aanspraak bestaat op zorgtoeslag indien de grondslag sparen en beleggen meer bedraagt dan € 82.093. Eiseres had in 2015 een grondslag sparen en beleggen van € 11.238, wat onder de grens viel. De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiseres niet-ontvankelijk was, omdat het verzoek voor het jaar 2015 feitelijk geen betekenis had en eiseres geen procesbelang had.
De rechtbank merkte op dat de Belastingdienst/Toeslagen had toegezegd dat een nieuw verzoek voor een volgend berekeningsjaar inhoudelijk zou worden beoordeeld. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 3 juli 2017, door mr. F.P.J. Schoonen, rechter, in aanwezigheid van mr. H.J. Kroes, griffier.