3.1Tussen partijen staan als niet weersproken de volgende feiten vast:
- [naam 1] en de heer [naam 2] zijn juridisch eigenaar van de kadastrale percelen, gemeente [woonplaats 5] , sectie I, nummers 579 en 559.
- De heer [naam 2] is economisch eigenaar van het perceel, gemeente [woonplaats 5] , sectie I, nr. 578.
- Op 16 november 2015 en 5 maart 2016 heeft de heer [naam 2] met [naam 3] , thans [gedaagde] genaamd, een huurovereenkomst gesloten voor een recreatiecomplex en jachthaven met toebehoren op het perceel gemeente [woonplaats 4] .
- Op basis van de huurovereenkomst van 16 november 2015 is [gedaagde] een huurprijs van € 40.000,-- per jaar verschuldigd en deze huurprijs is in de huurovereenkomst van 5 maart 2016 verlaagd naar € 36.000,-- per jaar.
- Op 16 november 2015 heeft [naam 1] met [naam 3] , thans [gedaagde] genaamd, een huurovereenkomst gesloten voor een recreatiecomplex met opstallen, gelegen op het perceel gemeente [woonplaats 5] , sectie I, nummer 171 (thans sectie I nummer 578 en 579) en een woonark met bouwjaar 2007 en brandmerk(nummer) 29123 B2007, voor een jaarlijkse huurprijs van € 120.000,--.
- op voornoemde huurovereenkomsten zijn de (ROZ) Algemene Bepalingen huurovereenkomst kantoorruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW (versie 2015) van toepassing, hierna “algemene bepalingen” genoemd.
- Bij vonnissen van 10 mei 2016 zijn [naam 1] en [gedaagde] ., zijnde een dochtervennootschap van [naam 1] , door de rechtbank Zeeland-West-Brabant in staat van faillissement verklaard en is mr. L. Bijlsma tot curator benoemd.
- Bij vonnis van 6 september 2016 is de heer [naam 2] in staat van faillissement verklaard en is mr. L. Bijlsma tot curator benoemd.