Met inachtneming van de gemotiveerde betwisting van de zijde van Gemeente Roosendaal dat voornoemde omstandigheden een beroep op gewekte schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid niet rechtvaardigen, oordeelt de rechtbank als volgt.
Ad 1.Het onder 1 omschreven handelen is geen handelen van het bevoegde orgaan van Gemeente Roosendaal. Gesteld noch gebleken is dat het een omstandigheid is die voor risico van het bevoegde orgaan van Gemeente Roosendaal dient te komen.
Ad 2., 3. en 4.Deze omstandigheden zeggen niets over (schijn van) vertegenwoordigingsbevoegdheid van [Naam B] en/of [Naam A] .
Ad 5.Een wethouder is niet het bevoegde orgaan als bedoeld in artikel 160 Gemeentewet, althans artikel 171 Gemeentewet, zodat geen sprake is van een gedraging van het bevoegde orgaan. Gesteld noch gebleken is dat het een omstandigheid is die voor risico van het bevoegde orgaan van Gemeente Roosendaal dient te komen. De inhoud van de boodschap zegt voorts niet dat [Naam A] , in afwijking van voornoemde wettelijke bepalingen, bevoegd was de koopovereenkomst aan te gaan namens Gemeente Roosendaal. Het is gebruikelijk dat contacten met de gemeente niet rechtstreeks met de burgemeester en/of het college van B&W verlopen, maar via ambtenaren. Dat neemt niet weg dat, als het aankomt op besluitvorming en het verrichten van rechtshandelingen, de bevoegde organen uitsluitend bevoegd zijn. De gestelde mededeling maakt dus niet dat sprake zou zijn van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid.
Ad 6.Het onder 6 omschreven handelen is geen handelen van het bevoegde orgaan van Gemeente Roosendaal. Gesteld noch gebleken is dat het een omstandigheid is die voor risico van het bevoegde orgaan van Gemeente Roosendaal dient te komen. Net als voor de onder 5 genoemde omstandigheid geldt dat het gebruikelijk is dat contacten met de gemeente niet rechtstreeks met de burgemeester en/of het college van B&W verlopen, maar via ambtenaren. Dat neemt niet weg dat, als het aankomt op besluitvorming en het verrichten van rechtshandelingen, het college dan wel de burgemeester uitsluitend bevoegd zijn. Ook de onder 6 genoemde omstandigheid maakt niet dat sprake zou zijn van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid.
Ad 7.Gemeente Roosendaal is een gemeente. Uit de wet blijkt de bevoegdheidsverdeling. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, is onbegrijpelijk waarom de professionaliteit van een organisatie invloed heeft op de vertegenwoordigingsbevoegdheid van aldaar werkzame personen.
Ad 8.Uit het feit dat [Naam B] een senior jurist is, blijkt juist dat hij niet het bevoegde orgaan van Gemeente Roosendaal is.
Ad 9.Een wethouder is niet het bevoegde orgaan als bedoeld in artikel 160 Gemeentewet, althans artikel 171 Gemeentewet, zodat geen sprake is van een gedraging van het bevoegde orgaan. Voorts blijkt uit de uitlating van wethouder Lok juist dat hij van mening is dat de koopovereenkomst niet tot stand is gekomen.