ECLI:NL:RBZWB:2017:5298
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M.J. Crombach
- G.D.A. Dellevoet
- A.M.J. van den Biggelaar
- V.E.H.G. Visser
- Rechtspraak.nl
Bevel tot sluiting van horeca-inrichting op grond van openbare orde en veiligheid
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 augustus 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een horeca-exploitant en de burgemeester van Tilburg. De burgemeester had op 25 juli 2017 een bevel tot sluiting van de horecagelegenheid van de verzoekster voor de duur van zes weken opgelegd, op basis van artikel 34 van de Algemene plaatselijke verordening (APV) van Tilburg. Dit besluit was genomen naar aanleiding van de aanwezigheid van wapens en drugs in de inrichting, wat volgens de burgemeester een gevaar voor de openbare orde en veiligheid opleverde.
De verzoekster heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 10 augustus 2017 heeft de verzoekster aangevoerd dat er geen ernstige incidenten waren die de sluiting rechtvaardigden en dat er bijzondere omstandigheden waren die de burgemeester hadden moeten doen afzien van sluiting. De burgemeester heeft echter zijn besluit gemotiveerd door te verwijzen naar eerdere incidenten in de horecagelegenheid en de aanwezigheid van wapens en drugs.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de burgemeester in redelijkheid van zijn bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken. De rechter heeft vastgesteld dat de burgemeester voldoende redenen had om de sluiting te rechtvaardigen, gezien de aangetroffen wapens en de aanwezigheid van drugs. De voorzieningenrechter heeft het beroep van de verzoekster ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak benadrukt de discretionaire bevoegdheid van de burgemeester in dergelijke situaties en de noodzaak om de openbare orde en veiligheid te waarborgen.