3.1.Tussen partijen staat het navolgende vast.
- [naam eiseres] zat in het schooljaar 2016/2017 in 6 VWO van het Theresialyceum te Tilburg. Het Theresialyceum valt onder het bestuur van OMO.
- [naam eiseres] heeft in voormeld schooljaar eindexamen gedaan.
- Op 12 mei 2017 heeft [naam eiseres] deelgenomen aan het centraal schriftelijk eindexamen geschiedenis 1e tijdvak (hierna: CSE geschiedenis).
- Artikel 29 van de Wet op het voortgezet onderwijs geeft regels over eindexamens en diplomering. Een nadere uitwerking is gegeven in het Eindexamenbesluit VO (hierna: het Eindexamenbesluit). Ingevolge artikel 41 Eindexamenbesluit VO wordt een examen beoordeeld door twee personen: de examinator van het desbetreffende vak, doorgaans de eigen vakdocent als eerste corrector, (hierna: de examinator) en vervolgens door een tweede corrector van een andere school (hierna: de gecommitteerde).
- Artikel 42 van het Eindexamenbesluit VO luidt, voorzover thans van belang, als volgt:
“
De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een onafhankelijke corrector aanwijzen. De beoordeling van deze corrector komt in de plaats van de eerdere beoordelingen”.
- Het protocol eerste en tweede correctie papieren centrale examens vmbo, havo en vmbo 2017 geeft de navolgende toelichting bij artikel 42 voormeld:
“
Artikel 42 impliceert dat de eerste en tweede corrector (examinator en gecommitteerde) er alles aan moeten doen om tot overeenstemming te komen.
Middelen is niet automatisch de vanzelfsprekende manier om die overeenstem- ming te bereiken. Overigens is middelen niet verboden. Maar zowel de exami- nator als de gecommitteerde kan weigeren om te middelen indien zij daarvoor gegronde redenen hebben. Bijvoorbeeld als één van beiden van mening is dat de ander zich niet of onvoldoende aan de correctievoorschriften heeft ge- houden. Komen zij niet tot overeenstemming, dan vindt op initiatief van het bevoegd gezag van de gecommitteerde onderling overleg plaats tussen het bevoegd gezag van de eerste en tweede corrector en daarna eventueel met de examinator en gecommitteerde. Dit is een op overeenstemming gericht overleg. In dit overleg dient nagegaan te worden of beide correctoren in alle redelijkheid hebben gehandeld conform de correctievoorschriften. Als blijkt dat één van beiden of beiden zich iet of niet voldoende hebben gehouden aan de voorschriften, kan het bevoegd gezag hen opdragen het werk opnieuw na te kijken en alsnog tot overeenstemming te komen. Indien het geschil door het bevoegd gezag van beide scholen niet kan worden opgelost, wordt hiervan melding gedaan aan de inspectie door het bevoegde gezag van de gecommitteerde. Deze al het bevoegd gezag van beide scholen nogmaals vragen of het geschil in alle redelijkheid kan worden opgelost. Blijkt dit niet het geval te zijn, dan wijst de inspectie een derde, onafhankelijke gecommitteerde aan. Het oordeel van deze gecommitteerde is bindend. “.
- Dhr. [naam examinator] is de examinator die het CSE geschiedenis van [naam eiseres] heeft beoordeeld.
- De examinator heeft het CSE geschiedenis van [naam eiseres] beoordeeld met 42 punten. De gecommitteerde heeft aan het CSE geschiedenis van [naam eiseres] een lager puntenaantal toegekend. De examinator en de gecommitteerde hebben in overleg de score van het door [naam eiseres] afgelegde CSE vastgesteld op 40 punten, hetgeen correspondeert met het cijfer 5.6.
- Het schoolexamen geschiedenis van [naam eiseres] is beoordeeld met een 5.3, waarna het eindcijfer van het van geschiedenis -zijnde een rekenkundig gemiddelde van beide cijfers, zijnde 5.45, na afronding is bepaald op een 5.
- Vanwege de overige eindcijfers van [naam eiseres] , waaronder twee onvoldoendes voor andere vakken, hebben de directeur en secretaris van het Theresialyceum vast- gesteld dat [naam eiseres] is gezakt voor haar eindexamen VWO. Indien het CSE geschiedenis van [naam eiseres] was beoordeeld met 41 punten, zou zij geslaagd zijn geweest.
- Op 15 juni 2017 heeft [naam eiseres] haar CSE geschiedenis ingezien en dit vergeleken met het van toepassing zijnde correctievoorschrift.
- De examinator en een andere docent van het vak geschiedenis van het Theresialyceum, dhr. [naam vakdocent] (hierna; de vakdocent) hebben het CSE geschiedenis van [naam eiseres] nogmaals bekeken met inachtneming van de door haar bij de inzage gemaakte schriftelijke op- en aanmerkingen. Het CSE geschiedenis van [naam eiseres] is met haar op- en aanmerkingen op 23 juni 2017 opgestuurd naar de gecommitteerde. De examinator en de gecommitteerde hebben zowel afzonderlijk als na overleg geen aanleiding gezien om de vastgestelde score te herzien.
- [naam eiseres] heeft middels emailbericht van (haar moeder van) 27 juni 2017 bezwaar ingediend bij de voorzitter van de examencommissie. Nadat dit bezwaar niet is gehonoreerd heeft [naam eiseres] een klacht ingediend bij de rector van het Theresialyceum. De rector heeft op 4 juli 2017 aan [naam eiseres] bericht dat de cijferprocedure correct is verlopen en dat hij geen aanleiding en/of mogelijkheden ziet om het cijfer te wijzigen.
- Op 30 juni 2017 heeft [naam eiseres] een beroepschrift ingediend bij de regionale beroepscommissie van OMO. Deze commissie heeft op 6 juli 2017 aan [naam eiseres] medegedeeld dat zij zich niet buigt over kwesties met betrekking tot centraal schriftelijke eindexamens.
- [naam eiseres] heeft middels brief van haar advocaat van 13 juli 2017 het Theresialyceum verzocht om tot een oplossing te komen. Het Theresialyceum is verzocht om het daartoe te leiden dat het CSE geschiedenis van [naam eiseres] binnen een gestelde termijn zal worden voorgelegd aan het bevoegde gezag van de examinator en het bevoegde gezag van de gecommitteerde voor een nieuw onderling overleg en, indien dit niet tot een verhoging van de score zou leiden, het daartoe te leiden dat haar CWE geschiedenis zal worden voorgelegd aan de Inspectie opdat uiteindelijk een onafhankelijke beoordelaar zal worden aangewezen.
- Naar aanleiding van deze brief heeft op 19 juli 2017 een overleg plaatsgevonden tussen [naam eiseres] , haar moeder en haar advocaat en namens OMO de rector en conrector van het Theresialyceum en de beleidsmedewerker juridische zaken. OMO heeft gepersisteerd bij haar standpunt dat de procedure tot vaststelling van het cijfer volledig is gevolgd en dat de score niet wordt aangepast.