ECLI:NL:RBZWB:2017:6290

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 september 2017
Publicatiedatum
5 oktober 2017
Zaaknummer
C/02/334579 / KG ZA 17-559
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M. van den Heuvel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige handelingen van de gemeente Zundert jegens camping Fort Oranje en Divine Investments Limited

In deze zaak vorderden Divine Investments Limited en Recreatiepark Fort Oranje BV in kort geding een voorlopige voorziening tegen de gemeente Zundert. De gemeente had op 23 juni 2017 het beheer van camping Fort Oranje overgenomen op grond van artikel 13b van de Woningwet, na een langdurig conflict over de exploitatie van de camping. De eisers stelden dat de gemeente onrechtmatig handelde door stacaravans te verwijderen en het beheer niet correct uit te voeren. De gemeente voerde aan dat de situatie op de camping onhoudbaar was en dat de maatregelen noodzakelijk waren om de leefbaarheid te verbeteren. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente rechtmatig had gehandeld en dat de vorderingen van de eisers niet toewijsbaar waren. De rechter wees de vorderingen af en veroordeelde de eisers in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Locatie Breda
Cluster II Handelszaken
zaaknummer / rolnummer: C/02/334579 / KG ZA 17-559
Vonnis in kort geding van 14 september 2017
in de zaak van
1. rechtspersoon naar vreemd recht
DIVINE INVESTMENTS LIMITED,
gevestigd te Ras al Khaimah (Verenigde Arabische Emiraten),
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RECREATIEPARK FORT ORANJE BV,
gevestigd te Rijsbergen,
eiseressen,
advocaat mr. J.B. Maliepaard,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE ZUNDERT,
zetelend te Zundert,
gedaagde,
advocaat mr. B.J.P.G. Roozendaal.
Partijen zullen hierna Divine, Fort Oranje en Gemeente Zundert genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties, waaronder 2 usb-sticks;
  • de brieven van mr. Maliepaard van 29 en 30 augustus 2017 met producties, waaronder een usb-stick;
  • de mondelinge behandeling;
  • de pleitnota van Divine.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Divine en Fort Oranje vorderen als voorlopige voorziening:
de gemeente Zundert het beheer per direct te ontnemen met een verbod nog verdere (beheer)handelingen te verrichten en het beheer over te dragen aan Divine, met aanwijzing van een tijdelijke waarnemer op kosten van de gemeente Zundert;
de gemeente Zundert te verbieden stacaravans of andere bouwwerken te verwijderen of te laten verwijderen van de inrichting van Fort Oranje, op straffe van een dwangsom;
de gemeente Zundert te verbieden om stacaravans die in de inspectierapporten van de inspecteurs van bouw- en woningtoezicht van 10 mei 2017 niet als gebrekkig zijn aangemerkt te verplaatsen, dan wel te verwijderen, op straffe van een dwangsom;
de gemeente Zundert te veroordelen de verwijderde en opgeslagen stacaravans op kosten van de gemeente Zundert terug te plaatsen en te installeren en de door de verplaatsing veroorzaakte schade te laten herstellen door een door Fort Oranje te bepalen reparateur;
de gemeente Zundert te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van het vonnis de administratie van Fort Oranje, welke op 23 juni 2017 in bezit is genomen, ter hand te stellen aan de bestuurders van Fort Oranje dan wel aan haar gemachtigde, zulks op straffe van een dwangsom;
de gemeente Zundert te veroordelen binnen drie dagen na betekening van het vonnis het plan van aanpak voor het beheer van Fort Oranje, zoals genoemd in de brief van 23 juni 2017, aan Divine en Fort Oranje te overleggen, op straffe van een dwangsom;
de gemeente Zundert te veroordelen om binnen drie dagen na betekening van het vonnis een kopie van de volledige administratie van het beheer vanaf 23 juni 2017 tot en met heden inclusief logboeken, nulmetingen en andere relevante bescheiden, te overleggen aan de advocaat van Divine en Fort Oranje, op straffe van een dwangsom;
althans een zodanige voorziening te treffen als de voorzieningenrechter geïnitieerd voorkomt, met veroordeling van de gemeente Zundert in de proceskosten.
2.2.
Gemeente Zundert voert verweer.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
Tussen partijen staat het navolgende vast.
- Fort Oranje is een camping/recreatiepark aan de Bredaseweg te Rijsbergen, gemeente Zundert. Het bewonersaantal op de camping fluctueert gedurende het jaar. Afhankelijk van het jaargetijde wonen of verblijven op de camping tussen de 400 en 1.000 mensen. Op de camping bevonden zich ruim 700 stacaravans.
- Bij akte van hypotheek van 22 januari 2015 heeft Divine een hypotheekrecht verkregen op de onroerende zaken van Fort Oranje.
- Tussen de gemeente Zundert en Fort Oranje bestaat al ruim tien jaar een conflict over de wijze waarop de camping wordt geëxploiteerd en over de rol van de diverse overheidsinstanties in de ontstane problematiek.
- Op 9 juni 2017 heeft de gemeente Zundert aan Fort Oranje en de bewoners een concept sluitingsbesluit bekend gemaakt. In dat concept is een zienswijzetermijn van twee weken opgenomen. Volgens het voorgenomen besluit wordt op 15 juli 2017 de gebruiksvergunning van Fort Oranje ingetrokken en dient de camping op 4 augustus 2017 te sluiten. De bewoners van de camping zijn middels een brief van de gemeente Zundert van 9 juni 2017 over de voorgenomen sluiting geïnformeerd. Voorts heeft een persconferentie plaatsgevonden.
- Op 15 juni 2017 is namens Divine (gevestigd te Dubai, Verenigde Arabische Emiraten), aan Fort Oranje betekend de grosse van de beschikking van 27 februari 2015 van de Rechtbank Rotterdam, ingevolge welke beschikking deze vennootschap is gemachtigd om de onroerende zaken van Fort Oranje per onmiddellijk in beheer en onder zich te nemen. Bij exploit van 21 juni 2017 is de grosse van voormelde beschikking aan de gemeente Zundert betekend.
- Fort Oranje heeft middels een schrijven van 22 juni 2017 de gemeente Zundert haar zienswijze op het voorgenomen besluit kenbaar gemaakt en zij heeft daarbij aangegeven zich neer te leggen bij het sluitingsbevel en geen rechtsmiddelen daartegen te zullen aanwenden. Zij heeft besloten direct aan het sluitingsbevel tegemoet te komen en de camping op 3 juli 2017 om 12.00 uur definitief te sluiten. Fort Oranje heeft dit aan de bewoners bericht en zij heeft daarbij aangegeven dat iedereen het terrein dan dient te hebben verlaten en dat de water- en stroomvoorziening zal worden afgesloten.
- De gemeente Zundert heeft daarop op 23 juni 2017 het besluit kenbaar gemaakt (onder meer) de gebruiksvergunning voor de inrichting van de camping in te trekken, de brandveiligheidsvergunning van de camping in te trekken, de camping voor de duur van één jaar te sluiten en het beheer van het terrein van de camping en de daarop gelegen woningen per 23 juni 2017 om 15.00 uur op grond van artikel 13b van de Woningwet gedurende een jaar over te nemen.
De gemeente Zundert heeft voormeld besluit gebaseerd op artikel 17 lid 1 Woningwet (overbewoning, brandgevaar, slechte staat van onderhoud, verloedering, hinder, frequent gebruik van tuinen als stortplaats voor grof huisvuil, gebruik van woningen voor grootschalige hennepteelt en bewuste verkrotting), artikel 172 lid 3 Gemeentewet (verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan) alsmede overtreding van Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit (bodembedreigend afval en de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen).
- Aan de middellijk bestuurders van Fort Oranje en de gevolmachtigde van Divine is een gebiedsverbod opgelegd voor de duur van drie maanden.
- Divine en Fort Oranje hebben tegen het besluit van 23 juni 2017 bezwaar gemaakt.
- Divine heeft de gemeente Zundert bij brief van 25 juni 2017 verzocht rekening en verantwoording af te leggen in verband met het beheer. Bij brief van 27 juni 2017 hebben Divine en Fort Oranje bezwaar gemaakt tegen de handelwijze van de gemeente en haar gesommeerd tot het nemen van effectieve maatregelen om verder schade te voorkomen en de ontstane schade te herstellen. De gemeente Zundert heeft op beide brieven niet gereageerd.
- De gemeente Zundert heeft de bewoners en recreanten van Fort Oranje bij brief van 18 juli 2017 bericht dat de recreanten voor 1 augustus moeten aantonen dat hun stacaravan hun eigendom is en dat zij, indien dat het geval is, de caravan voor 15 september moeten weghalen. Tevens is medegedeeld dat voor permanente bewoners geldt dat indien aangetoond wordt dat men perceeleigenaar is, men dit jaar op de camping mag blijven.
- Begin augustus 2017 heeft de gemeente Zundert een aanvang genomen met de verwijdering van stacaravans van Fort Oranje.
3.2.
Divine en Fort Oranje gronden hun vorderingen op onrechtmatig handelen door de gemeente Zundert. Zij voeren daartoe het navolgende aan:
  • De gemeente Zundert heeft zich op grond van artikel 13b Woningwet een bevoegdheid verleend om Fort Oranje in bezit te nemen. De handelwijze van de gemeente heeft echter niets van doen met een verplicht beheer zoals de wetgever met artikel 13b Woningwet voor ogen stond. Er is geen sprake van in beheer
  • Binnen enkele dagen nadat de gemeente Zundert het beheer is gaan voeren over de camping, is deze in een chaos is veranderd. Door derden wordt er op grote schaal afval gedumpt, waaronder asbest, waardoor het terrein ernstig is verontreinigd. Voorts vinden er vernielingen en inbraken plaats aan en in stacaravans die eigendom zijn van Fort Oranje, zijn brandblussers en openbare verlichting op grote schaal gestolen en ontbreekt een deugdelijke toegangscontrole, waardoor personen die door Fort Oranje van de camping waren verwijderd er weer woonachtig zijn.
  • Er is er geen sprake van een tijdelijke sluiting om de omstandigheden te verbeteren en in overeenstemming te brengen met de wet- en regelgeving, meer in bijzonder het herstellen van gebreken ex artikel 1a en 1b Woningwet. De gemeente Zundert heeft daartoe ook nooit het oogmerk gehad. Zij heeft aangegeven dat het de bedoeling is de camping totaal te sluiten en zij heeft met de ontmanteling ook vrijwel meteen nadat zij de camping in beheer heeft genomen, een aanvang gemaakt, hoewel ingevolge artikel 13b Woningwet het vervreemden van de beheerde eigendommen verboden is. Onduidelijk is hoe de leefbaarheid van de camping hersteld zal zijn als deze na afloop van de beheeractiviteiten het aanzien zal hebben van een braakliggend terrein. Het ontmantelen van de camping heeft niets met beheer van doen. Uit de inspectierapporten van de inspecteurs van bouw- en woningtoezicht blijkt dat 225 van de 268 (ofwel 85%) van de bewoonde stacaravans volledig voldeden aan de eisen van artikel 1a en 1b van de Woningwet. De geconstateerde overtredingen hebben hoofdzakelijk betrekking op de leegstaande caravans. Er is geen noodzaak om caravans te vernietigen of te verplaatsen. De gemeente Zundert laat evenwel massaal stacaravans afvoeren die geen enkel gebrek vertonen. Tijdens het wegruimen worden de caravans beschadigd doordat deze met een grote hijskraan worden weggetakeld terwijl de caravans vast zitten aan de fundering. Bovendien leidt het verplaatsen van de caravans tot waardedaling, aangezien de waarde van de caravans grotendeels wordt bepaald door de locatie waar deze is geplaatst. De caravans worden nu op een sloopterrein geplaatst. Tevens worden er op grote schaal caravans vernietigd, die nog wel bruikbaar materiaal hebben en dus een bepaalde waarde vertegenwoordigen. Daarnaast wordt ook aan de infrastructuur opzettelijk schade toegebracht doordat wegen met zwaar materieel kapot worden gereden, bomen worden omgehakt en greppels dichtgegooid worden. Als gevolg van de handelwijze van de gemeente Zundert wordt er opzettelijk schade toegebracht aan eigendommen van Fort Oranje en lijdt deze schade.
  • Aangezien de wettelijke grondslag voor de handelwijze van de gemeente Zundert ontbreekt, is er voorts sprake van schending van het in artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM en artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
Divine en Fort Oranje stellen dat nu de gemeente Zundert beslissingen neemt die in het kader van het beheer niet genomen kunnen worden ook om die reden het beheer dient te worden overgedragen aan een derde. De verplaatsing en het afvoeren van caravans dient te worden gestaakt. Voorts stellen Divine en Fort Oranje dat het besluit geen ruimte biedt voor in beslagneming door de gemeente Zundert van haar administratie. Ten slotte stellen zij dat de gemeente Zundert als beheerder verantwoording dient af te leggen over het gevoerde beheer. Divine en Fort Oranje wijzen er in dit verband op dat de gemeente Zundert niet met hen communiceert en dat zij hun brieven en verzoeken om informatie negeert.
3.3.
De gemeente Zundert heeft de navolgende formele verweren gevoerd:
1. Divine dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vorderingen, aangezien deze vennootschap juridisch niet bestaat. Door Divine zijn geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat zij is opgericht. De door Divine overgelegde certificaten zijn daartoe onvoldoende, omdat hieruit slechts blijkt van registratie. Ras al Khaimah Free Trade Zone is geen overheidsdienst of overheidsinstantie die de wettelijke bevoegdheid bezit om in Dubai rechtspersonen op te richten, te registreren dan wel te vestigen. Uit de door Divine overgelegde hypotheekakte blijkt niet dat de notaris heeft gecheckt of de vennootschap bestaat. Bovendien was blijkens een eerdere hypotheekakte sprake van Divine Investment Limited, gevestigd op Ile of Man. Ter onderbouwing van haar standpunt verwijst de gemeente Zundert naar de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel (ECLI:NL:RBOVE:215:702). Volgens de gemeente Zundert bestaat er een nauwe verwevenheid tussen Divine en Fort Oranje, hetgeen blijkt uit het feit dat zij thans dezelfde advocaat hebben en door Fort Oranje geen verweer is gevoerd over de beheerovername door Divine. Bovendien heeft Divine pas één dag voor de aangekondigde sluiting kenbaar gemaakt het beheer van de camping te willen overnemen, terwijl de beschikking al twee jaar oud was. De gemeente Zundert stelt dat een en ander duidt op een bewuste constructie om schuldeisers en gemeente te benadelen en dat partijen feitelijk kunnen worden vereenzelvigd.
2. De civiele rechter dient uit te gaan van de rechtmatigheid van de bestuursrechtelijke besluiten die aan het handelen van het college ten grondslag liggen. Voor een inhoudelijke toetsing van het bestuursrechtelijk besluit is geen plaats. De gemeente te gebieden een ander het beheer te laten voeren is onmogelijk omdat dit het besluit raakt en de civiele rechter een bestuursorgaan niet kan opdragen een besluit te nemen of te wijzigen De wijze van uitvoering van het beheer door het college behoort tot de rechtsmacht van de bestuursrechter, aangezien het college de camping beheert op grond van artikel 13b Woningwet en er dus sprake is van een publiekrechtelijke bevoegdheid.
3.4.
Indien en voor zover de civiele rechter wel kan oordelen over de uitoefening van het beheer door het college, stelt de gemeente Zundert zich op het standpunt dat het college heeft gehandeld binnen de beheerbevoegdheid die zij op grond van artikel 13b Woningwet heeft gekregen. Zij betwist dat de beheerstaken niet deugdelijk worden uitgevoerd. Op grond van voormeld artikel is de beheerder bevoegd
allehandelingen te verrichten met betrekking tot het terrein, welke de eigenaar heeft uit hoofde van zijn eigendomsrecht. Het doel van de beheerovername is om via de verrichte handelingen te bewerkstelligen dat alle overtredingen op het terrein worden beëindigd en dat het terrein gezond, veilig en leefbaar wordt. De handelingen die thans door het college als beheerder worden verricht, vallen binnen dit beoogde doel. De gemeente Zundert voert daartoe samengevat het navolgende aan:
- Camping Fort Oranje is door de jaren heen als gevolg van het beheer door Fort Oranje BV vervallen en verloederd. Dit heeft geleid tot een situatie waarbij -buiten de lange termijn bewoners- de camping voornamelijk nog de sociaal zwakkeren en criminelen aantrekt. De sociale en gezondheidssituatie ter plaatse is zeer slecht en verslechtert nog steeds. De schrijnende situatie blijkt uit de rapporten en onderzoeken van GGD, politie en brandweer. Het aantal en de ernst van de meldingen die bij deze hulpdiensten is gedaan neemt alsmaar toe. De gemeente Zundert verwijst onderzoeken van de GGD (productie 5) waaruit blijkt dat de sociale en gezondheidssituatie ter plaatse slecht is en steeds slechter aan het worden is en dat de GGD in 2017 ten aanzien van de leefomstandigheden op de camping heeft geconcludeerd “dat niemand in Nederland in deze omstandigheden mag leven”.
- De exploitant van Fort Oranje heeft niets ondernomen om de leefomstandigheden op de camping te verbeteren; de situatie is in de loop van de jaren verslechterd. Van de 703 stacaravans op de camping zijn er 190 in overtreding van artikel 1a Woningwet en 54 in overtreding van artikel 1b Woningwet. Veel andere caravans dragen gezien hun staat ook bij aan de ernst van de verloedering en leefbaarheidsproblemen op de camping. Dat ter zake een bepaalde caravan geen overtreding van artikel 1a of 1b Woningwet is geconstateerd betekent nog niet dat het een verhuurbare stacaravan is. Zo kunnen bijvoorbeeld ruiten en verwarming ontbreken. Indien deze caravans in de beoordeling worden meegenomen, verkeerde op het moment van beheerovername 50% van de aanwezige stacaravans niet in verhuurbare staat.
- De gemeente Zundert heeft haar verantwoordelijkheid genomen en heeft willen ingrijpen door de camping te sluiten. Nadat op 9 juni 2017 het concept-sluitingsbesluit aan de exploitant en de bewoners bekend was gemaakt, werd zij, evenals de bewoners van de camping, verrast door de mededeling van Fort Oranje op 22 juni 2017 de exploitatie van de camping per 3 juli 2017 te zullen staken. Dit leidde ertoe dat de gemeente niet in staat zou zijn om het proces van de sluiting van de camping -waarvoor zij in het opvangplan had geschat een jaar nodig te hebben- te begeleiden en de hulpbehoevenden te herhuisvesten. Per 3 juli 2017 dreigden de op dat moment aanwezige 900 bewoners op straat te komen staan. Teneinde veilig te stellen dat de uitvoering van het gemeentelijk opvangplan mogelijk zou zijn en mede om de aanstaande crisis te voorkomen, heeft de gemeente Zundert besloten om per direct de camping Fort Oranje te sluiten en het beheer op te dragen aan de college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert per 23 juni 2017.
- In het kader van het beheer was het ontmantelen van de camping niet haar opzet. De beheerovername was aanvankelijk alleen bedoeld om direct de ergste misstanden aan te pakken en het college de mogelijkheid te bieden om de camping stapsgewijs te sluiten en leeg te maken. Zij heeft direct maatregelen genomen om de leefbaarheid op de camping te verbeteren. Zij had daarnaast het voornemen om alleen die caravans, die in zodanig slechte staat verkeerden dat deze onbewoonbaar moesten worden geacht (zijnde de caravans in overtreding met artikel 1a en 1b Woningwet), van de camping verwijderen. Met deze maatregelen bleek echter niet de bedreiging van de leefbaarheid en het gevaar voor de gezondheid en veiligheid weggenomen te kunnen worden. Elke stacaravan die het college in het kader van de sluiting leeg maakte werd vrijwel direct weer opengebroken en opgevuld door nieuwe (illegale) bewoners. De bewoning van de stacaravans is in strijd met de wet- en regelgeving, aangezien het een gesloten camping betreft. De gemeente Zundert zag daarom geen andere mogelijkheid om de bedreiging voor de leefbaarheid en het gevaar voor de gezondheid en veiligheid weg te nemen, dan door de camping geheel te ontruimen en in dat verband de stacaravans te verwijderen.
- De gemeente Zundert heeft alle stacaravans individueel laten taxeren door een register-taxateur. Stacaravans die niet voldoen aan de regels uit de Woningwet met een getaxeerde waarde van minder dan € 1.000,= worden gesloopt en daarna afgevoerd. Deze caravans zijn niet meer geschikt voor bewoning en zijn ook niet meer voor bewoning geschikt te maken. De kosten van het opknappen en het verhuurbaar maken dan wel van het transporteren naar een andere locatie, overstijgen de economische waarde van deze caravans. Caravans met een waarde tussen € 1.000,= en € 10.000,= worden verwijderd en ten behoeve van Fort Oranje zorgvuldig opgeslagen op een apart terrein van sloperij Stolwijk te Breda. Caravans met een waarde van € 10.000,= of meer worden voorlopig op de plaats gelaten. De gemeente heeft de verplaatsing van de caravans uitbesteed aan een gespecialiseerd transportbedrijf die voor het verplaatsen van de caravans een zorgvuldige methode hanteert. De gemeente Zundert betwist dat daardoor aan de caravans schade wordt toegebracht.
Indien caravans door bewoners op eigen kosten worden verwijderd, gebeurt dat slechts nadat is aangetoond dat zij het economisch eigendom van de stacaravan hebben verkregen danwel een wegneemrecht hebben, alles aldus de gemeente Zundert.
De gemeente Zundert stelt zich gelet op het vorenstaande op het standpunt dat er sprake is van een rechtmatig beheer, en dat zij in dat kader op toelaatbare wijze inbreuk maakt op het eigendomsrecht van Fort Oranje. Van onrechtmatig handelen en/of schending van artikel 1 eerste protocol bij het EVRM en artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie is volgens haar geen sprake.
Ten slotte stelt de gemeente Zundert dat nu het college de camping beheert op grond van artikel 13b Woningwet, er geen plicht is voor het afleggen van tussentijdse rekening en verantwoording. Divine en Fort Oranje krijgen op termijn (in het kader van de financiële afrekening) inzage in de berekende beheersvergoeding, de geïnde huurpenningen en de verschuldigde kosten. De financiële afrekening wordt vastgelegd in een besluit ex artikel 4:96 Abw, waartegen bezwaar en beroep open staat.
Overwegingen voorzieningenrechter
Ontvankelijkheid Divine
3.5.
Partijen zijn verdeeld over de vraag of Divine (als rechtspersoon) bestaat. Divine heeft als productie 28 overgelegd een “certificate of good standing” van RAK Free Trade Zone Authority - Government of Ras Al Khaimah van 23 juli 2013, een “certificate of incorporation” van 11 oktober 2011, een “director letter van 23 juli 2013 alsmede als productie 29 een akte van hypotheek van 22 januari 2015 waarbij zij partij is, hetgeen volgens haar erop wijst dat de notaris haar bestaan heeft vastgesteld. Op al deze producties komt het inschrijvingsnummer [inschr. nr.] voor.
In het licht van deze producties heeft gemeente Zundert onvoldoende naar voren gebracht om tot een andere conclusie te komen dan dat het voorshands voldoende aannemelijk is dat Divine is opgericht als een rechtspersoon naar buitenlands recht, bestaat en naar Nederlands recht een rechtspersoon is. De omstandigheid dat blijkens een eerdere hypotheekakte een vennootschap met dezelfde naam als Divine was gevestigd op Ile of Man doet niet af aan het gestelde en onderbouwde bestaan van Divine. Uit de vermelding “Government of Ras Al Khaimah” op het “certificate of good standing” dient, anders dan gemeente Zundert naar voren heeft gebracht, voorshands te worden afgeleid dat dit certificaat is afgeven door een daartoe bevoegde overheidsinstantie. Nader onderzoek naar de status van de “Government of Ras Al Khaimah” gaat het bestek van dit kort geding te buiten. Overigens zijn alle vorderingen namens beide eiseressen ingesteld zodat de kwestie of Divine juridisch bestaat van gering belang is voor deze procedure.
De vordering onder 1 ten aanzien van het beheer
3.6.
Wanneer tegen een besluit een met voldoende waarborgen omklede administratiefrechtelijke rechtsgang heeft opengestaan en deze rechtsgang niet is gebruikt, of indien deze wel is gebruikt maar hierop nog niet is beslist, dient de burgerlijke rechter uit te gaan van de geldigheid van het besluit. Dit betekent dat de inhoud van de door de gemeente Zundert genomen besluiten in dit geschil niet kunnen worden getoetst.
3.7.
Dit leidt ertoe dat nu de gemeente Zundert bij besluit van 23 juni 2017 het beheer van de camping heeft overgenomen, de voorzieningenrechter de gemeente Zundert het beheer niet kan ontnemen en het beheer kan overdragen aan Divine, met aanwijzing van een tijdelijke waarnemer, zoals onder 1 gevorderd. Anders dan Divine en Fort Oranje bepleiten zou een dergelijke beslissing immers een aantasting betekenen van het besluit. Kennelijk maken Divine en Fort Oranje een onderscheid tussen de beheerder en degene die het feitelijk beheer uitoefent, maar een dergelijk onderscheid volgt niet uit de Woningwet. Deze vordering is dus al om deze reden niet toewijsbaar.
Deze vordering is daarnaast niet toewijsbaar omdat ingevolge de Woningwet een gemeente en niet de rechter een beheerder kan aanwijzen en de figuur van een tijdelijk zaakwaarnemer in dit kader niet bestaat.
Tenslotte zou toewijzing van deze vordering ook onwenselijk zijn. Divine heeft zoals ter zitting bleek geen personeel, onbekend is of zij over financiële middelen beschikt en wie de eigenaar of eigenaren van Divine zijn. Divine heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij in staat is het beheer over Fort Oranje uit te oefenen.
De vorderingen 2 en 3 ten aanzien van de stacaravans
3.8.
Ingevolge het besluit van 23 juni 2017 van gemeente Zundert dient gelet op hetgeen is overwogen in rechtsoverweging 3.6 en 3.7 de voorzieningenrechter in dit kort geding er vanuit te gaan dat ingevolge het op 23 juni 2017 genomen besluit:
- camping Fort Oranje is gesloten;
- het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert het beheer van de camping gedurende een jaar na 23 juni 2017 te 15.00 uur overneemt.
3.9.
Divine en Fort Oranje stellen dat een onderneming niet in beheer kan worden genomen op grond van artikel 13b Woningwet. Dit is juist. Het beheer ingevolge dit artikel kan immers betrekking hebben op gebouwen, een open erf en een terrein. Bij Camping Fort Oranje is sprake van een terrein met daarop een veelheid van gebouwen waaronder een receptiegebouw, kantine en voorts ruim 700 stacaravans. De camping is daarmee aan te merken als een combinatie van gebouwen en een terrein die op grond van artikel 13 b Woningwet in beheer kan komen van een gemeente. Dat tevens sprake is van een onderneming maakt dit niet anders, niet de onderneming gedreven in de rechtspersoon Fort Oranje maar de gebouwen en het terrein en daarmee ook de stacaravans staan onder beheer van de gemeente Zundert.
3.10.
Divine en Fort Oranje baseren hun vorderingen op het volgens Divine en Fort Oranje onrechtmatig uitvoeren van het beheer door het college van de gemeente Zundert jegens Divine en Fort Oranje. Anders dan de gemeente Zundert stelt brengt de omstandigheid dat de gemeente Zundert het beheer uitoefent op basis van haar besluit en dit beheer een publiekrechtelijk karakter heeft, nog niet met zich dat de civiele rechter zich van een oordeel over de wijze van het beheer (die zich niet kenmerkt door afzonderlijke besluiten maar door feitelijke handelingen) dient te onthouden. De grondslag van de vorderingen van Divine en Fort Oranje betreft een onrechtmatige daad van de gemeente Zundert waarmee de vordering in het domein van de civiele rechter komt.
Daarbij heeft als uitgangspunt te gelden dat de gemeente Zundert gezien het bepaalde in de Woningwet bij de invulling van het beheer een zekere mate van beleidsvrijheid heeft teneinde de doelstelling van het beheer zoals die volgt uit het besluit na te streven. Dat neemt niet weg dat de wijze waarop het beheer wordt uitgeoefend onder omstandigheden onrechtmatig kan zijn jegens Divine en Fort Oranje. De enkele omstandigheid dat op het eind van het beheer rekening en verantwoording dient te worden afgelegd door de gemeente Zundert in de vorm van een besluit brengt nog niet met zich dat niet reeds thans kan worden opgekomen tegen onrechtmatig handelen van de gemeente Zundert. Het bepaalde in artikel 6:168 lid 1 BW kan wel met zich brengen dat een vordering strekkende tot een verbod van een onrechtmatige gedraging wordt afgewezen op grond van zwaarwegende maatschappelijke belangen, waarbij het recht op schadevergoeding wordt behouden.
3.11.
De gemeente Zundert stelt dat, nadat het college het beheer van de camping heeft overgenomen, de navolgende maatregelen zijn genomen om de leefbaarheid op de camping te verbeteren: de invoering van een pasjessysteem voor de bewoners op de camping en het niet meer toelaten van nieuwe bewoners, het instellen van permanente bewaking (twee beheerders, minimaal drie bewakers en een eenheid van de politie) en het inrichten van een commandopost van de brandweer in het kader van de rampen- en incidentenbestrijding alsmede toezicht op het ordentelijk inzamelen van afval en het voorkomen van hinder.
De gemeente heeft aangegeven dat voormelde maatregelen echter onvoldoende soelaas bieden om de leefbaarheid en veiligheid op de camping te herstellen en dat de caravans na ontruiming direct weer door illegale bewoners in gebruik worden genomen. Dit vormde de reden om in plaats van het oorspronkelijke plan uitsluitend caravans met gebreken in de zin van artikel 1a en 1b van de Woningwet en caravans die om andere redenen in slechte en niet verhuurbare staat verkeerden te verwijderen, over te gaan tot het verwijderen van alle caravans, ook die in goede staat verkeren.
3.12.
Daar waar de gemeente Zundert heeft aangegeven welke maatregelen op het vlak van controle en bewaking zijn getroffen met de bedoeling om de veiligheid en leefbaarheid op de camping te herstellen, hebben Divine en Fort Oranje volstaan met aan te geven wat er in hun ogen, ondanks voormelde maatregelen, misgaat. Door Divine en Fort Oranje is niet aangegeven met welke in redelijkheid te nemen beheersmaatregelen op dit vlak de gemeente Zundert in de situatie zoals die zich aandiende de door Divine en Fort Oranje geschetste problemen wel had kunnen voorkomen.
De enkele omstandigheid dat ondanks de door de gemeente getroffen beheersmaatregelen de problemen nog niet zijn opgelost, brengt nog niet met zich dat sprake is van onrechtmatig handelen van de gemeente Zundert jegens Divine en Fort Oranje. Ten aanzien van maatregelen op het vlak van controle en bewaking heeft Divine en Fort Oranje onvoldoende gesteld om te kunnen concluderen dat sprake is van onrechtmatig handelen van de gemeente Zundert jegens Divine en Fort Oranje.
3.13.
Divine en Fort Oranje stellen dat de verwijdering van alle caravans als beoogd door de gemeente Zundert niets van doen heeft met beheer om de omstandigheden in overeenstemming te brengen met de wet- en regelgeving en om die reden onrechtmatig is.. De gemeente Zundert stelt dat het niet verwijderen van caravans waarvan de bewoners waren vertrokken ertoe leidde dat deze caravans werden betrokken door anderen zodat verwijdering van ook nog goed bewoonbare caravans noodzakelijk bleek om het besluit te effectueren. Divine en Fort Oranje hebben deze feitelijke stelling van de gemeente Zundert niet weersproken.
Op grond van het besluit wordt als hiervoor overwogen zowel de sluiting van de camping bepaald op grond van diverse wetten als het beheer van de camping overgenomen. Gelet op de inhoud van het besluit in samenhang met de niet betwiste stelling van de gemeente Zundert dat verwijdering van caravans noodzakelijk bleek om het besluit en de sluiting te effectueren brengt het verwijderen van de caravans op zich zelf nog niet met zich mee dat dit niet dienstig kan zijn aan het besluit en om die reden reeds onrechtmatig is jegens Divine en Fort Oranje.
3.14.
Divine en Fort Oranje stellen voorts dat het verwijderen van caravans in opdracht van de gemeente Zundert onrechtmatig is vanwege de schade die dit met zich meebrengt voor Divine en Fort Oranje door de waardevermindering van de caravans en de schade aan de infrastructuur en doordat sprake is van vervreemding van eigendommen die niet is toegestaan gelet op het bepaalde in de Woningwet.
3.15.
Ten aanzien van de caravans met een waarde van minder dan € 1.000,= stelt de gemeente Zundert dat deze worden gesloopt en afgevoerd omdat de kosten van opknappen en verhuurbaar maken dan wel de kosten van het transport de economische waarde van de caravans overstijgen. Divine en Fort Oranje hebben deze stelling niet betwist, maar aangevoerd dat sprake is van bruikbaar materiaal met een bepaalde waarde. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter vormt de sloop en afvoer van caravans zonder waarde geen niet toegelaten vervreemding van eigendommen in de zin van de Woningwet. Er is immers geen sprake van vervreemding van het terrein of gebouwen maar het afvoeren van goederen zonder waarde of met geringe waarde, te vergelijken met de toegelaten afvoer van materialen die vrijkomen bij het in beheer opknappen en bewoonbaar maken van een woning. Indien onvoldoende wordt gedaan om nog waarde te realiseren bij een dergelijke afvoer van materialen dient dit bij de afrekening in het kader van het gevoerde beheer aan de orde te komen. Er is geen sprake van een niet toegelaten inbreuk op het eigendomsrecht nu de Woningwet deze handelingen toestaat.
3.16.
Evenmin is aannemelijk geworden dat sprake is van vervreemding van eigendommen ten aanzien van de caravans met een waarde tussen € 1.000,= en € 10.000,=. Deze caravans worden weliswaar van het campingterrein verwijderd, maar vervolgens ten behoeve van Fort Oranje elders opgeslagen. Deze caravans blijven derhalve eigendom van Fort Oranje.
Door Divine en Fort Oranje is gesteld dat sprake is van stelselmatige beschadigingen aan de caravans bij het transport van de caravans. De Gemeente Zundert heeft dit betwist en er op gewezen dat het transport geschiedt door een in dit transport gespecialiseerd bedrijf. Divine en Fort Oranje hebben hun stelling niet anders onderbouwd dan te verwijzen naar in het geding gebracht beeldmateriaal, zonder dit materiaal van een verdere toelichting te voorzien. De voorzieningenrechter heeft kennis genomen van het beeldmateriaal dat is geplaatst op de link genoemd in punt 29 van de dagvaarding. Uit dit materiaal volgt zonder verdere toelichting echter niet dat sprake is van meer dan incidentele beschadigingen van caravans van Fort Oranje tijdens transport.
3.17.
Partijen zijn tevens verdeeld over de vraag of de verwijdering van caravans overigens tot (aanzienlijke) schade leidt. Waar Divine en Fort Oranje hun vordering baseren op een onrechtmatige gedraging van de gemeente Zundert ligt in dit verband naar het oordeel van de voorzieningenrechter de vraag voor of de stelselmatige verwijdering, transport en opslag van caravans en uiteindelijk herstel van de situatie en beschadigde infrastructuur, kosten met zich meebrengen die de gemeente Zundert op Fort Oranje gaat verhalen in het kader van beheer op grond van de Woningwet of anderszins, van een dusdanige omvang dat ondanks de nagestreefde doelen op grond van het besluit sprake is van onrechtmatig handelen van de gemeente Zundert.
Divine en Fort Oranje hebben weliswaar in algemene bewoordingen het ontstaan van schade gesteld maar de omvang van de schade niet gekwantificeerd noch op enige wijze onderbouwd met bijvoorbeeld een opgave van verloren gegane investeringen op basis van de balans van Fort Oranje of een rapport van een deskundige of anderszins. Evenmin is inzichtelijk wat de financiële gevolgen zijn van het alternatief, het laten staan van caravans op een gesloten camping. De gemeente Zundert heeft betwist dat aanzienlijke schade ontstaat. Bij gebreke van stellingen over de omvang van het te verwachten financieel nadeel en een onderbouwing van die stellingen hebben Divine en Fort Oranje niet voldaan aan hun stelplicht ten aanzien van deze schade zodat door de voorzieningenrechter ook geen afweging kan worden gemaakt of deze schade zo omvangrijk is dat de gemeente Zundert zich moet onthouden van het verwijderen van stacaravans of van bepaalde stacaravans. De conclusie is dat Divine en Fort Oranje in dit kort geding niet aannemelijk hebben gemaakt dat door het verwijderen van de caravans sprake is van een onrechtmatige daad van de gemeente Zundert.
3.18.
Tegenover de stelling van Divine en Fort Oranje dat caravans in eigendom van Fort Oranje met toestemming van de gemeente Zundert door bewoners worden meegenomen heeft de gemeente gesteld dat bewoners alleen toestemming krijgen een caravan te verwijderen nadat zij hun recht op afgifte van de caravan hebben aangetoond. Divine en Fort Oranje hebben hun stelling niet nader onderbouwd zodat deze in dit kort geding niet aannemelijk is geworden.
3.19.
Uit voorgaande overwegingen volgt dat de vorderingen van Divine en Fort Oranje onder 2 en 3 tot het verbieden van het verwijderen van caravans dienen te worden afgewezen. Divine en Fort Oranje hebben in het licht van de bevoegdheden van de gemeente Zundert op grond van het besluit onvoldoende feiten gesteld en onderbouwd om een onrechtmatige daad van de gemeente Zundert bij de feitelijke uitvoering van het besluit te kunnen aannemen.
De overige vorderingen
3.20.
Vordering 4. van Divine en Fort Oranje om de gemeente te veroordelen de verwijderde en opgeslagen caravans terug te plaatsen en te installeren en de door de verplaatsing veroorzaakte schade te laten herstellen door een reparateur dient eveneens te worden afgewezen. De Gemeente Zundert heeft het spoedeisend belang bij deze vordering betwist en erop gewezen dat sprake is van een gesloten camping. Divine en Fort Oranje hebben geen stellingen betrokken met betrekking tot het spoedeisend belang zodat de rechtbank een dergelijk belang niet kan vaststellen. Daarnaast geldt dat nu de verwijdering van de caravans voorshands niet als onrechtmatig kan worden aangemerkt, het niet terug plaatsen van de caravans evenmin als onrechtmatig kan worden aangemerkt, zodat een deugdelijke grondslag voor deze vordering ontbreekt.
3.21.
Divine en Fort Oranje hebben geen belang meer bij vordering 5. Ter terechtzitting is afgesproken dat de administratie van Fort Oranje, bestaande uit een container en archiefkasten, aan Fort Oranje zullen worden geretourneerd. Ter zitting is afgesproken dat de archiefkasten kunnen worden opgehaald op het kantoor van mr. Roozendaal en dat de container zal worden afgegeven aan het adres van de bestuurder van Fort Oranje.
3.22.
Ten aanzien van de vordering tot het overleggen van het plan van aanpak voor beheer (vordering 6) heeft de gemeente Zundert gesteld dat geen sprake is van een afzonderlijk document maar operationele beslissingen die mondeling zijn geschied zodat dit plan niet kan worden overlegd. Divine en Fort Oranje hebben deze vordering vervolgens niet nader onderbouwd en met name niet gesteld dat sprake is van een schriftelijk plan van aanpak. Nu niet aannemelijk is gemaakt dat sprake is van een schriftelijk plan van aanpak kan de gemeente Zundert reeds om die reden niet worden verplicht dit plan te overleggen.
Ten aanzien van de vordering tot het overleggen van de kopie van de volledige administratie van het beheer vanaf 23 juni 2017 (vordering 7) heeft de gemeente Zundert het verweer gevoerd dat in het kader van het beheer op grond van de Woningwet geen tussentijdse plicht tot verantwoording bestaat en dat er overigens geen grondslag voor deze vordering bestaat. Divine en Fort Oranje hebben de vordering niet (verder) toegelicht en geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht waaruit de voorzieningenrechter een grondslag voor de toewijzing van de vordering heeft kunnen distilleren. Ook deze vordering dient om die reden te worden afgewezen.
3.23.
Ten overvloede. Anders dan de gemeente Zundert tevens nog aanvoert hebben Divine en Fort Oranje wel belang bij vordering 7, maar dit schept nog geen recht in het kader van deze procedure. Als zakelijk gerechtigde respectievelijk eigenaar van de gebouwen en het terrein hebben Divine en Fort Oranje een groot belang om eerder informatie te verkrijgen ten aanzien van de kosten van de beheersmaatregelen en de opbrengsten dan bij de door de gemeente Zundert bedoelde financiële eindafrekening, al was het maar dat Divine en Fort Oranje met behulp van de te ontvangen informatie beter in staat zullen zijn tot een onderbouwing van haar standpunten in rechte te komen, hoewel zij niet geheel afhankelijk is van deze informatie.
Nu geen sprake is geweest van een overdracht van beheer noch van enig ander overleg tussen partijen is een constructieve uitwisseling van informatie vooral van belang omdat dit het beheer ook ten goede kan komen.
De voorzieningenrechter merkt daarbij op dat vanwege het bijzondere traject van artikel 13b Woningwet zeker in het geval van een object als het onderhavige, het voorts ook niet goed voorstelbaar is dat een plan van aanpak kan worden opgesteld door gemeente Zundert dat invulling geeft aan de doelstelling van artikel 13bWoningwet en voorts herinrichting van het recreatiepark kan geschieden zonder hierover voorafgaand in redelijk overleg te treden met Divine en Fort Oranje. De voorzieningenrechter voorziet voorts dat de afrekening van het beheer als voorzien in de Woningwet in ernstige mate (verder) zal worden bemoeilijkt indien redelijk overleg tussen partijen achterwege blijft tot het moment van financiële afrekening.
Het is de voorzieningenrechter opgevallen dat partijen het in deze procedure over en weer nodig hebben geoordeeld zich soms in zeer ongunstige zin over elkaar en elkaars veronderstelde bedoelingen uit te laten, zonder daarbij in redelijkheid te kunnen aannemen dat de voorzieningenrechter zijn oordeel op enigerlei wijze zal baseren op dergelijke stellingen. Dat stemt niet op voorhand hoopvol dat tussen partijen constructief overleg mogelijk is, toch doen partijen er goed aan al of niet met behulp van een derde binnen afzienbare tijd tot een dergelijk overleg te komen.
3.24.
Divine en Fort Oranje zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. Nu niet is gebleken dat Divine Investments Limited geen bestaande vennootschap is, dient de vordering van de gemeente Zundert om Mr Maliepaard in de kosten van de procedure te veroordelen te worden afgewezen. De kosten aan de zijde van de gemeente Zundert worden begroot op:
- griffierecht € 618,00
- salaris gemachtigde
816,00
Totaal € 1.434,00

4..De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
wijst de vorderingen af,
4.2.
veroordeelt Divine en Fort Oranje in de proceskosten gevallen aan de zijde van de gemeente Zundert, tot op heden begroot op € 1.434,=;
4.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Heuvel, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 14 september 2017 in tegenwoordigheid van mr. Van de Kar, griffier.