ECLI:NL:RBZWB:2017:774

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 februari 2017
Publicatiedatum
14 februari 2017
Zaaknummer
02/810632-15
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A. Tempelaar
  • J. Janssen
  • F. Fleskens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van doodslag en afpersing met geweld

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 februari 2017, stond de verdachte terecht voor zijn vermeende betrokkenheid bij een doodslag en afpersing met geweld. De rechtbank oordeelde dat het enkele optreden van de verdachte als chauffeur onvoldoende was om hem als medeplichtig te beschouwen aan de gepleegde misdrijven. De officier van justitie had betoogd dat de verdachte op de hoogte was van de plannen van zijn mededaders, maar de rechtbank vond dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wetenschap had van de criminele activiteiten. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij medeplichtig was aan de feiten, en sprak hem integraal vrij. De benadeelde partijen, die schadevergoeding vorderden, werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de feiten waaruit de schade zou zijn ontstaan. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was aanwezig tijdens de openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/810632-15
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 14 februari 2017
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [datum en plaats]
wonende te [adres]
raadsman mr. T.U. Hiddema, advocaat te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 30 januari 2017, waarbij de officier van justitie, mr. Gudde, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is nader omschreven overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte staat, met inachtneming hiervan, terecht ter zake dat:
1.
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 15 september te Tilburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven heeft/hebben beroofd, immers heeft/hebben die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] opzettelijk met een vuurwapen een of meer kogel(s) in/door de borststreek, althans het lichaam, van die [slachtoffer] geschoten en/of afgevuurd, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden,
welke vorenomschreven doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van
enig strafbaar feit, te weten diefstal met geweld in vereniging en/of afpersing in vereniging
gepleegd op 15 september 2015 te Tilburg, en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren,
bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 15 september 2015 te Spijkenisse en/of Rotterdam en/of Tilburg, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 15 september 2015 te Spijkenisse en/of Rotterdam en/of Tilburg, in elk geval in Nederland,
opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft door toen en Aldaar:
- die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] naar de plaats van het misdrijf te vervoeren en/of
- door zich in de nabijheid van de plaats van het misdrijf op te houden en/of
- door [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] van de plaats van het misdrijf naar elders te vervoeren;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 15 september te Tilburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid geld en/of sieraden en/of een taser en/of verdovende middelen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] gepleegd met het oogmerk diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bijom die betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]
-een of meer vuurwapen(s), althans op (een) vuurwapen(s) gelijkend voorwerp(en), op voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben gericht en/of gehouden en/of hierbij meermalen heeft/hebben gezegd: "Ik wil jullie geld en sieraden" en/of "Dit is een overval, blijf rustig zitten, wij doen de rest.", althans woorden van gelijke strekking, en/of
- de handen van voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben vastgebonden met duct tape en/of
- die [slachtoffer] heeft/hebben geschopt en/of (met een vuurwapen, althans een hard en/of zwaar voorwerp) heeft/hebben geslagen, en/of
- met een vuurwapen een of meer kogel(s) in/door de borststreek, althans het lichaam, van die [slachtoffer] , heeft/hebben geschoten en/of afgevuurd,
tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden,
bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 15 september 2015 te Spijkenisse en/of Rotterdam en/of Tilburg, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 15 september 2015 te Spijkenisse en/of Rotterdam en/of Tilburg, in elk geval in Nederland,
opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft door toen en aldaar:
- die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] naar de plaats van het misdrijf te vervoeren en/of
- door zich in de nabijheid van de plaats van het misdrijf op te houden en/of
- door [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] van de plaats van het misdrijf naar elders te vervoeren;
en/of
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 15 september 2015 te Tilburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte een hoeveelheid geld en/of sieraden en/of een taser en/of verdovende middelen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) toen aldaar opzettelijk gewelddadig en/of dreigend,
-een of meer vuurwapen(s), althans op (een) vuurwapen(s) gelijkend voorwerp(en), op voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben gericht en/of gehouden en/of hierbij meermalen heeft/hebben gezegd: "Ik wil jullie geld en sieraden" en/of "Dit is een overval, blijf rustig zitten, wij doen de rest.", althans woorden van gelijke strekking, en/of
-de handen van voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben vastgebonden met duct tape en/of
-die [slachtoffer] heeft/hebben geschopt en/of (met een vuurwapen, althans een hard en/of zwaar voorwerp) heeft/hebben geslagen, en/of
- met een vuurwapen een of meer kogel(s) in/door de borststreek, althans het lichaam, van die [slachtoffer] , heeft/hebben geschoten en/of afgevuurd,
tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden,
tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 15 september 2015 te Spijkenisse en/of Rotterdam en/of Tilburg, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 15 september 2015 te Spijkenisse en/of Rotterdam en/of Tilburg, in elk geval in Nederland,
opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft door toen en Aldaar:
- die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] naar de plaats van het misdrijf te vervoeren en/of
- door zich in de nabijheid van de plaats van het misdrijf op te houden en/of
- door [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] van de plaats van het misdrijf naar elders te vervoeren;
2.
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 15 september 2015 te Tilburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 2] ) heeft/hebben weggenomen een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] gepleegd met het oogmerk opzettelijk behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s)
- een of meer vuurwapen(s), althans op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en), op voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft/hebben gericht en/of gehouden en/of hierbij meermalen heeft/hebben gezegd: "Ik wil jullie geld en sieraden" en/of "Dit is een overval, blijf rustig zitten, wij doen de rest.", althans woorden van gelijke strekking, en/of
- de handen van voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft/hebben vastgebonden met duct tape,
tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 15 september 2015 te Spijkenisse en/of Rotterdam en/of Tilburg, in elk geval in Nederland, welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 15 september 2015 te Spijkenisse en/of Rotterdam en/of Tilburg, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft door toen en Aldaar:
- die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] naar de plaats van het misdrijf te vervoeren en/of
- door zich in de nabijheid van de plaats van het misdrijf op te houden en/of
- door [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] van de plaats van het misdrijf naar elders te vervoeren;
en/of
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 15 september 2015 te Tilburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) toen aldaar opzettelijk gewelddadig en/of dreigend,
-een of meer vuurwapen(s), althans op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en), op voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft/hebben gericht en/of gehouden en/of hierbij meermalen heeft/hebben gezegd: "Ik wil jullie geld en sieraden" en/of "Dit is een overval, blijf rustig zitten, wij doen de rest.", althans woorden van gelijke strekking, en/of
-de handen van voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft/hebben vastgebonden met duct tape,
tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 15 september 2015 te Spijkenisse en/of Rotterdam en/of Tilburg, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 15 september 2015 te Spijkenisse en/of Rotterdam en/of Tilburg, in elk geval in Nederland,
opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft door toen en Aldaar:
- die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] naar de plaats van het misdrijf te vervoeren en/of
- door zich in de nabijheid van de plaats van het misdrijf op te houden en/of
- door [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] van de plaats van het misdrijf naar elders te vervoeren.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte betrokken is geweest bij de ten laste gelegde feiten en baseert zich daarbij op het feit dat verdachte, blijkens zijn telecomgegevens én zijn bekennende verklaring, met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in Tilburg is geweest op 15 september 2015, terwijl na de overval foto’s van verdachte zijn gemaakt met in zijn handen de vuurwapens die bij de woningoverval waren gebruikt.
Het kan volgens de officier van justitie niet zo zijn dat verdachte louter als chauffeur heeft opgetreden en geen weet had van de woningoverval. Uit tapgesprekken blijkt immers dat hij wist dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] al tweemaal eerder op weg waren geweest naar de betreffende woning. Bovendien was met het toestel van verdachte een dag voor de overval maar liefst 13 maal naar het toestel van [medeverdachte 2] gebeld. En bovenal werden bij de doorzoeking van de woning van verdachte vele wapens en zelfs een kogelvrij vest aangetroffen.
Daarnaast zette verdachte de auto op een onlogische plaats, maar wel voor iedereen uit het zicht en in de buurt van de [adres 2] in Tilburg, ging hij eerst nog iemand ophalen die hem in Tilburg de betreffende woning kon aanwijzen en bracht hij die persoon ook nog eerst terug, waarna [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] bewapend de auto verlieten en de overval pleegden.
Gelet op het feit dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hem kort daarna ook nog eens de wapens toonden waarmee zij die overval hadden gepleegd (en waarbij een dode was te betreuren) bestond er kennelijk een dermate vertrouwensband dat het niet anders kan dan dat verdachte de chauffeur was voor beide overvallers en vermoedelijk ook op de uitkijk heeft gestaan. Het kan dan niet anders dan dat verdachte wist dat er een gewapende overval zou worden gepleegd en dat hij daaraan welbewust heeft meegewerkt.
Verdachte is dan ook medeplichtig aan de beide feiten, aldus de officier van justitie.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen en wijst daarbij op het navolgende.
Met de door de officier van justitie geformuleerde bewijsmiddelen staat inderdaad vast dat verdachte op 15 september 2015 met de bewuste Mercedes [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar Tilburg heeft gebracht en dat hij inderdaad eerst verdachte [medeverdachte 3] heeft opgehaald teneinde hen de woning aan te wijzen waar vervolgens de feiten zijn gepleegd. Verdachte heeft dat ook helemaal niet ontkend.
Inderdaad heeft verdachte die auto op een plaats uit het zicht geparkeerd, maar dat kwam omdat de anderen ergens naartoe wilden en verdachte ondertussen een joint wilde roken, hetgeen je nu eenmaal niet in het volle zicht pleegt te doen.
Nadat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] terug bij de auto kwamen, heeft verdachte de auto terug gereden naar Spijkenisse en is hij daar met [medeverdachte 2] naar diens woning gegaan. Pas bij terugkomst bemerkte verdachte dat [medeverdachte 2] wapens in een tas in de auto had achtergelaten en, omdat verdachte in vuurwapens is geïnteresseerd, vroeg hij of hij met die wapens een foto mocht maken. Dat verdachte het risico nam om foto’s van die wapens te maken zo kort na een overval waarbij iemand was gedood, is juist een contra-indicatie dat verdachte van de overval op de hoogte moet zijn geweest.
Ook van eerdere pogingen om de woning van [slachtoffer] te overvallen is komen vast te staan dat verdachte daarbij niet betrokken is geweest.
Nu nergens uit blijkt dat verdachte enige wetenschap had van de op handen zijnde en vervolgens uitgevoerde woningoverval, terwijl voor zowel medeplegen als voor medeplichtigheid die wetenschap een vereiste is, kan slechts een integrale vrijspraak volgen, aldus de raadsman.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Met de officier van justitie en de raadsman, is de rechtbank van oordeel dat genoegzaam is komen vast te staan dat het verdachte was die de auto op 15 september 2015 bestuurde en dat hij daarmee [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar Tilburg heeft gebracht en hen weer teruggereden heeft. Ook staat vast dat verdachte in Tilburg verdachte [medeverdachte 3] heeft opgehaald en dat die [medeverdachte 3] vervolgens de woning aan de [adres 2] heeft aangewezen. Tot slot staat ook vast dat verdachte de auto “uit het zicht” heeft geparkeerd en dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] vervolgens meerdere mensen hebben beroofd in de woning [adres 2] te Tilburg, welke overval uiteindelijk leidde tot de dood van de hoofdbewoner, [slachtoffer] .
De rechtbank ziet zich voor de vraag geplaatst of verdachte door dit handelen kan worden beschouwd als medeplichtig aan die feiten.
Vast staat dat verdachte als chauffeur is opgetreden en het voor [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aldus mogelijk heeft gemaakt om de overval te plegen. Het enkele optreden als chauffeur is echter te weinig om verdachte als medeplichtige te beschouwen. Immers om tot een veroordeling voor medeplichtigheid te komen moet het opzet van verdachte zowel gericht zijn op het misdrijf dat hij ondersteunt, de woningoverval, als op zijn eigen handelingen. Dan dient minstens vast te staan dat verdachte op de hoogte was van de plannen van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en dat is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende aangetoond.
De door de officier van justitie aangehaalde tapgesprekken geven alleen weer dat verdachte inderdaad afsprak om met hen naar Tilburg af te reizen, maar daaruit blijkt niet dat verdachte enige wetenschap had omtrent hun plannen aldaar.
Voor het feit dat verdachte de auto enigszins “uit het zicht” parkeerde heeft hij een logische verklaring gegeven, nu het roken van een joint veelal op wat meer afgelegen plaatsen gebeurt.
Wat dan rest zijn de foto’s die van verdachte in de Mercedes zijn gemaakt op de dag van de overval, maar vele uren later. Nergens blijkt dat verdachte op het moment dat die foto’s werden gemaakt wist of had kunnen weten dat die wapens waren gebruikt voor een overval, laat staan dat daarmee was geschoten die dag, terwijl bovendien, zelfs als hij dit wel had kunnen weten, daarmee nog niet is aangetoond dat hij zulks wist ten tijde van zijn optreden als chauffeur voor [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
De rechtbank kan uit deze omstandigheden, ook in onderling verband bezien, niet opmaken dat verdachte wetenschap had over hetgeen de twee mannen die hij heeft vervoerd die bewuste dag zouden gaan doen. Zij acht derhalve niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte medeplichtig is aan deze feiten.
De rechtbank zal verdachte dan ook integraal vrijspreken.

5.De benadeelde partij

De benadeelde partijen [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] vorderen schadevergoedingen voor feit 2.
[slachtoffer 2] vordert aan materiële schade € 500,-- aan gederfde inkomsten en aan immateriële schade een bedrag van € 4.000,--.
[slachtoffer 3] vordert immateriële schade tot een bedrag van € 1.500,--.
[slachtoffer 4] vordert aan materiële schade € 435,-- (de gestolen € 50,-- en het eigen risico van zijn zorgverzekering ad € 385,--), aan immateriële schade € 4.000,-- en aan immateriële schokschade een bedrag van € 5.000,--.
[slachtoffer 5] vordert aan materiële schade € 16,80 (reiskosten), aan immateriële schade een bedrag van € 4.000,-- en aan immateriële schokschade een bedrag van € 5.000,--.
Verdachte wordt vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan.
De rechtbank zal daarom de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen.

6.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan de onder 1 primair en subsidiair en onder 2 tenlastegelegde feiten;
Benadeelde partijen
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en
[slachtoffer 5] niet-ontvankelijk in hun vorderingen;
- veroordeelt deze benadeelde partijen in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil. (BP.15)
Dit vonnis is gewezen door mr. Tempelaar, voorzitter, mr. Janssen en mr. Fleskens, rechters, in tegenwoordigheid van Mertens, griffier, en is uitgesproken op de openbare zitting van 14 februari 2017.