ECLI:NL:RBZWB:2017:8126
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering machtiging tot conservatoir beslag in strafzaak
Op 5 december 2017 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, een beslissing genomen op een vordering tot machtiging voor het leggen van conservatoir beslag in een strafzaak. De officier van justitie had op 16 november 2017 gevorderd om een machtiging te verlenen tot het leggen van conservatoir beslag, omdat bij een eerdere beslissing van de meervoudige kamer op 10 augustus 2017 het wederrechtelijk verkregen voordeel was geschat op € 76.389,23. Deze vordering werd ingediend in het kader van een strafzaak tegen een verdachte die momenteel gedetineerd is.
De rechter-commissaris heeft de vordering beoordeeld en vastgesteld dat er geen lijst was overgelegd waarin werd vermeld op welke voorwerpen het gevorderde beslag zou worden gelegd, noch de geschatte waarde per voorwerp. Hierdoor was het niet duidelijk op welke voorwerpen het beslag zou worden gelegd. De rechter-commissaris merkte op dat het stelsel van de wet vereist dat een voorgenomen beslag aan een rechterlijke toets wordt onderworpen, en dat het geven van een blanco machtiging in strijd is met deze vereiste. Dit is van belang om te voorkomen dat er onnodige of beklagwaardige confiscaties plaatsvinden.
Uiteindelijk heeft de rechter-commissaris de vordering tot machtiging tot conservatoir beslag afgewezen, met de overweging dat de verantwoordelijkheid van de rechter-commissaris om onnodige confiscaties te voorkomen niet kan worden verenigd met het verlenen van een blanco of open machtiging.