ECLI:NL:RBZWB:2017:8126

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 december 2017
Publicatiedatum
13 december 2017
Zaaknummer
02-820979-16
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering machtiging tot conservatoir beslag in strafzaak

Op 5 december 2017 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, een beslissing genomen op een vordering tot machtiging voor het leggen van conservatoir beslag in een strafzaak. De officier van justitie had op 16 november 2017 gevorderd om een machtiging te verlenen tot het leggen van conservatoir beslag, omdat bij een eerdere beslissing van de meervoudige kamer op 10 augustus 2017 het wederrechtelijk verkregen voordeel was geschat op € 76.389,23. Deze vordering werd ingediend in het kader van een strafzaak tegen een verdachte die momenteel gedetineerd is.

De rechter-commissaris heeft de vordering beoordeeld en vastgesteld dat er geen lijst was overgelegd waarin werd vermeld op welke voorwerpen het gevorderde beslag zou worden gelegd, noch de geschatte waarde per voorwerp. Hierdoor was het niet duidelijk op welke voorwerpen het beslag zou worden gelegd. De rechter-commissaris merkte op dat het stelsel van de wet vereist dat een voorgenomen beslag aan een rechterlijke toets wordt onderworpen, en dat het geven van een blanco machtiging in strijd is met deze vereiste. Dit is van belang om te voorkomen dat er onnodige of beklagwaardige confiscaties plaatsvinden.

Uiteindelijk heeft de rechter-commissaris de vordering tot machtiging tot conservatoir beslag afgewezen, met de overweging dat de verantwoordelijkheid van de rechter-commissaris om onnodige confiscaties te voorkomen niet kan worden verenigd met het verlenen van een blanco of open machtiging.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

rechter-commissaris is strafzaken
zittingsplaats Breda
rc-nummer : 16/1449
parketnummer : 02/820979-16

beslissing op een vordering tot machtiging leggen van conservatoir beslag

(artikel 103 Wetboek van Strafvordering)

in de strafzaak tegen de veroordeelde:
naam : [Verdachte]
voornamen : [Voornamen Verdachte]
geboren op : [geboortedag] 1971 te [Geboorteplaats]
nu gedetineerd in PI [naam P.I.]

procedure

Op 16 november 2017 heeft de officier van justitie gevorderd een machtiging te verlenen tot het leggen van conservatoir beslag in verband met het feit dat bij beslissing van de meervoudige kamer d.d. 10 augustus 2017 het wederrechtelijk verkregen voordeel is geschat op € 76.389,23. Bij deze vordering is, ter toelichting, gevoegd de onderhavige beslissing van de rechtbank.

beoordeling

Er is geen lijst overgelegd waarin wordt vermeld op welke voorwerpen het gevorderde beslag zal worden gelegd en (indien op voorhand bepaalbaar) de geschatte waarde per voorwerp.
Hierdoor is niet gebleken op welke voorwerpen het beslag zal worden gelegd.
Voor zover bedoeld is een ‘blanco’ machtiging ten behoeve van in de toekomst wellicht in beslag te nemen voorwerpen te vorderen, merkt de rechter-commissaris het volgende op.
Het stelsel van de wet beoogt kennelijk met het vereiste van een vooraf door de RC te geven volmacht te bereiken dat een voorgenomen beslag aan een rechterlijke toets wordt onderworpen.
Het geven van een blanco volmacht is daarmee in strijd.
Gelet op de omstandigheid dat de rechter-commissaris, die tot beslag machtigt, mede verantwoordelijk is dat geen onnodige en/of beklagwaardige confiscaties plaatsvinden, is het verlenen van een blanco of open machtiging met die verantwoordelijkheid in strijd.

beslissing

De rechter-commissaris:
wijst de vordering af.
Deze beslissing is op 5 december 2017 genomen door mr. I.M.A. Hinfelaar,
rechter-commissaris.