ECLI:NL:RBZWB:2017:8654

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 juli 2017
Publicatiedatum
17 januari 2018
Zaaknummer
02-801053-10
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • mr. Schild
  • mr. Hermans
  • mr. Beudeker
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege wegens hoog recidiverisico en nieuwe diagnostiek

Op 17 juli 2017 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1974, die momenteel verblijft bij Trajectum. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de TBS met twee jaar toegewezen, op basis van gelijkluidende rapportages die wijzen op een hoog recidiverisico bij beëindiging van de maatregel en het lange behandeltraject dat de betrokkene nog te gaan heeft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de TBS op 18 juli 2011 is aangevangen en eerder is verlengd op 6 augustus 2015.

Tijdens de openbare raadkamer zijn de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde en deskundigen gehoord. De TBS-instelling heeft geadviseerd de TBS te verlengen, waarbij is aangegeven dat de betrokkene kampt met een lichte verstandelijke beperking, een paranoïde persoonlijkheidsstoornis en een borderline persoonlijkheidsstoornis. De deskundigen hebben geconcludeerd dat het recidiverisico hoog is, vooral gezien de onttrekkingen van de betrokkene en het gebruik van middelen. De rechtbank heeft de rapportages van de deskundigen en de TBS-instelling in haar oordeel betrokken en geconcludeerd dat de veiligheid van anderen eist dat de TBS wordt verlengd.

De rechtbank heeft ook de relevante wetsartikelen, namelijk artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, in haar beslissing meegenomen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit mr. Schild als voorzitter, mr. Hermans en mr. Beudeker, en is uitgesproken ter openbare zitting op 17 juli 2017. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/801053-10
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 17 juli 2017
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde] ,
geboren te [geboorteplaats] , op [geboortedag] 1974,
thans verblijvende bij Trajectum, Boijlerstraat 4, 8387 XN Boschoord.

1.Destukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 1 juni 2017, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna TBS) met 2 jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene;
- het rapport van Trajectum d.d. 18 mei 2017, waarin het advies van de inrichting is vermeld;
- een advies d.d. 29 maart 2017 van psycholoog drs. R. de Vries;
- een advies d.d. 20 maart 2017 van psychiater dr. A.A.R. de Kom.

2.Deprocesgang

Bij beslissing van de rechtbank Breda van 10 februari 2011 is [terbeschikkinggestelde] wegens poging tot doodslag veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf en TBS met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De TBS is op 18 juli 2011 aangevangen. De TBS is bij beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 6 augustus 2015 verlengd met een termijn van twee jaren.
Tijdens het onderzoek in de openbare raadkamer van de rechtbank van 17 juli 2017 is de officier van justitie, mr. Lanslots gehoord.
Tevens is [terbeschikkinggestelde] gehoord, bijgestaan door mr. R.B.M. Poppelaars, advocaat te Breda.
Voorts zijn de deskundigen, A.G.A. Stouthamer en R. Wessels, beiden GZ-psycholoog, gehoord.

3.Het advies van de TBS-instelling

De TBS-instelling heeft geadviseerd de TBS te verlengen met 2 jaar.
De TBS-instelling heeft daartoe aangevoerd dat er bij betrokkene sprake is van een lichte verstandelijke beperking, een paranoïde persoonlijkheidsstoornis en een borderline persoonlijkheidsstoornis. Er is sprake van middelmisbruik en van agressie- en gedragsproblemen. In de afgelopen periode heeft betrokkene zich tweemaal onttrokken en is daarom nog eens naar de diagnostiek gekeken. Bij onderzoek naar de nadere diagnostiek ontdekte men dat de sociaal emotionele ontwikkeling van betrokkene is achtergebleven bij de cognitieve ontwikkeling. Gebleken is dat betrokkene bij oplopende spanning te weinig mogelijkheden heeft om zich staande te houden. Zij heeft middelen gebruikt. Door een te lange opbouw van spanningen raakte betrokkene het overzicht kwijt en kwam het tot de twee onttrekkingen. Het recidiverisico is buiten de huidige context hoog.
Ter zitting heeft de deskundige Stouthamer daaraan nog het volgende toegevoegd. Betrokkene is overgeplaatst vanuit afdeling de Kastanje naar de Eik. De Kastanje was een besloten afdeling. Zij onttrok zich twee keer toen ze onbegeleid regioverlof had. Dat was voor de kliniek reden om betrokkene bij De Eik te plaatsen. De Eik betreft een gesloten afdeling. Dat gaat beter. Op dit moment heeft zij begeleid terreinverlof en hoewel de aanvraag voor onbegeleid terreinverlof is goedgekeurd, wordt dat nog niet uitgevoerd. Na de onttrekkingen heeft men nadere diagnostiek uitgevoerd en thans is bekend dat betrokkene een laag emotioneel niveau heeft. De kliniek gaat de komende tijd onderzoeken welke ondersteuning betrokkene nodig heeft en in welke context dat geboden kan worden. In ieder geval zal zij in de toekomst blijvend een begeleide woonvorm nodig hebben buiten de kliniek, waarbij 24-uursbegeleiding noodzakelijk is. Daar zal stap voor stap naartoe gewerkt moeten worden en de deskundige verwacht zeker nog minimaal een jaar nodig te hebben om een plaats te vinden bij De Wold, een instelling die geschikt is voor cliënten met een laag sociaal emotioneel niveau. Tot die tijd dient zij te verblijven in een gesloten setting. Er is zeker nog twee jaar nodig aan behandeling en begeleiding. Op vragen van de verdediging waarom thans pas tot de diagnostiek van een laag sociaal emotioneel niveau bij betrokkene is gekomen terwijl zij al langere tijd behandeld wordt, heeft de deskundige aangegeven dat bij het verwerven van de vrijheden bleek dat betrokkene zich niet staande kon houden en er daarom nieuwe diagnostiek is uitgevoerd, waaruit volgde dat er sprake is van een laag sociaal emotioneel niveau bij betrokkene. Op die diagnostiek wordt nu verdere behandeling en begeleiding van betrokkene ingezet.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundigen

Psychiater dr. De Kom heeft in het rapport van 20 maart 2017 gesteld dat er bij betrokkene sprake is van een licht verstandelijke beperking, alcoholafhankelijkheid en een paranoïde persoonlijkheidsstoornis met daarnaast antisociale trekken en borderline trekken. Het recidiverisico zou, als de maatregel zou worden beëindigd, hoog zijn. De psychiater heeft gesteld dat zij destijds op de besloten afdeling Kastanje en tijdens onbegeleide verloven is overvraagd zonder dat zij dit liet blijken. De toekomstverwachting van betrokkene is een langdurig intramuraal traject met blijvend toezicht. Het is niet te verwachten dat de behandeling kan worden afgerond met een proefverlof of voorwaardelijke beëindiging binnen twee jaar. De maatregel dient daarom met twee jaren te worden verlengd.
Psycholoog drs. De Vries heeft in het rapport van 29 maart 2017 gesteld dat betrokkene kampt met een (aangeboren) verstandelijke beperking. Daarnaast is er sprake van een borderline persoonlijkheidsstoornis met posttraumatische kenmerken en deelkenmerken van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en alcoholproblematiek. De psycholoog onderschrijft niet de paranoïde persoonlijkheidsstoornis. Het recidiverisico met enige begeleiding en toezicht is laag tot hoogstens matig. Het recidiverisico zou zonder begeleiding en toezicht oplopen naar matig tot hoog. De TBS met verpleging van overheidswege dient met twee jaren te worden verlengd, omdat afronding van de behandeling met inbegrip van volledige resocialisatie binnen die termijn niet haalbaar wordt geacht.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de TBS met twee jaar te verlengen gebleven. Er is voldaan aan de formele criteria, er is sprake van een nieuwe diagnose en het recidiverisico bij beëindiging van de maatregel is hoog.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat zij het eens is met het advies van de kliniek om de TBS met dwangverpleging te verlengen met twee jaren.
De verdediging heeft betoogd het op zich eens te zijn met de verlenging van de TBS met verpleging van overheidswege met twee jaren, maar heeft daarbij de verwachting uitgesproken dat, gelet op de huidige diagnostiek, adequate behandeling en begeleiding zal worden ingezet.

7.Het oordeel van de rechtbank

In de laatste verlengingsbeslissing van 6 augustus 2015 heeft de rechtbank overwogen dat het wenselijk is dat de reclassering voor de volgende verlengingszitting onderzoek doet naar de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Reden daarvoor was de positieve ontwikkeling in de afgelopen periode. Inmiddels is gebleken dat [terbeschikkinggestelde] is overvraagd, hetgeen heeft geleid tot twee onttrekkingen en middelengebruik. De conclusie van de deskundigen is dat het emotioneel functioneren van [terbeschikkinggestelde] aanleiding geeft tot het reguleren in de behandeling om overvraging te voorkomen. Op grond van de rapportages van de TBS-instelling, de psycholoog en psychiater – met name het daarin geschetste recidiverisico en de aanwezige persoonlijkheidsproblematiek – en de gegeven toelichting op de zitting van de getuige-deskundige Stouthamer is de rechtbank thans dan ook van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, eist dat de TBS met verpleging van overheidswege van [terbeschikkinggestelde] wordt verlengd met twee jaren. De rapporten zijn immers gelijkluidend waar het gaat om de nieuwe diagnostiek met betrekking tot het laag sociaal emotioneel niveau van [terbeschikkinggestelde] , het hoge recidiverisico bij beëindiging van de maatregel en over het lange behandeltraject dat betrokkene nog te gaan heeft, mede gelet op de nieuwe diagnostiek. De rechtbank neemt ook het oordeel over van de rapporteurs dat beëindiging van de TBS met verpleging van overheidswege binnen een termijn van twee jaren niet in de rede ligt.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, eist dat de TBS met verpleging van overheidswege van [terbeschikkinggestelde] wordt verlengd met twee jaar.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De beslissing berust op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [terbeschikkinggestelde] met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. Schild, voorzitter, mr. Hermans en mr. Beudeker, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier Schuurmans, en is uitgesproken ter openbare zitting op 17 juli 2017.
Mr. Schild is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.