Uitspraak
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De feiten
“Met het oog op de datum van ingang van de huur, heeft de eerste betaling van de huurder betrekking op de periode van 16 maart 2006 tot en met 31 maart 2006 (…)”
“De uit hoofde van deze huurovereenkomst door huurder aan verhuurder te verrichten periodieke betalingen als weergegeven in 4.8 zijn in één bedrag bij vooruitbetaling verschuldigd in euro’s en moeten vóór of op de eerste dag van de periode waarop de betaling betrekking hebben volledig zijn voldaan.”
roz model huurovereenkomst
looptijd 1 jaar, telkens te verlengen met 1 jaar
opzegtermijn 6 maanden
huidige waarborgsom/bankgarantie blijft gehandhaafd
aanvangshuurprijs € 650,- per maand ex btw
eerste recht van koop.
“ [naam 2] : (…) voor de rest heeft u opgeschreven dat u ons 2 opties geven. (…) Ik had aangegeven dat wij behoorlijk in de problemen zitten en ik had gevraagd of het 600 euro kan. U heeft opgeschreven 650 euro. Of dat 600 zou kunnen dat zou heel fijn zijn voor ons voorlopig. [naam 4] : Oké en dan zal ik daarop reageren als ik u nieuwe stukken stuur met die koop optie. (…) [naam 4] : Ik zal even kijken of ik dat zo kan aanpassen en dan reageer ik gelijk nog op het verzoek over die huurprijs. (…) [naam 4] : Ja, ik ga daarmee aan de slag, dan zal ik u meteen antwoorden op uw vragen over de huurprijs. (…) [naam 2] : Komt in orde ik wacht op uw email (…)”
Eerst recentelijk kreeg cliënt van verhuurder te horen dat er sprake was van een huurachterstand; cliënt heeft meteen contact opgenomen met verhuurder (zie mailwisseling tussen partijen op 22 en 24 februari 2017).
Op 9 maart 2017 een brief van de deurwaarder met een overzicht waar cliënt niet goed wijs uit kan. Op 20 maart 2017 volgende herinnering van de deurwaarder.
Zover cliënt heeft kunnen nagaan, wordt voldaan aan de tussen huurder en verhuurder gemaakte afspraken en is de nieuwe overeengekomen huurprijs per maart 2016 tot op de dag van vandaag netjes voldaan. (…)”
3.Het geschil
- Eiseres heeft pas op de datum van de comparitie na antwoord kenbaar gemaakt dat haar vordering deels zou bestaan uit achterstallige huur over 2012 en 2013. Dat is nooit eerder benoemd. Gedaagde betwist de vordering ter zake van huur over 2012 en 2013.
- Met eiseres is een huurprijs van € 650,00 exclusief 21% btw overeengekomen.
- Er is géén sprake van een tekortkoming die ontbinding rechtvaardigt. Eiseres heeft pas bijna een jaar na het ontstaan van de huurachterstand aan de bel getrokken over achterstallige huurpenningen. Gedaagde heeft - in afwachting van ontvangst van facturen en het treffen van een betalingsregeling - bepaalde huurtermijnen nog niet betaald. Bij betaling zonder ontvangst van facturen zou btw voorgefinancierd moeten worden door gedaagde.
- Er is onnodig gedagvaard. Partijen waren per e-mail nog in overleg over de hoogte van de vordering.
4.De beoordeling
5.De beslissing
- ontbindt met ingang van de dag na vandaag de huurovereenkomst tussen partijen betreffende de bedrijfsruimte, staande en gelegen te [adres] ;
- veroordeelt gedaagde om het gehuurde binnen twee weken na de betekening van dit vonnis met al de haren en het hare te ontruimen en te verlaten en met afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van eiseres te stellen;
- veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen:
- een bedrag van € 3.885,08 (bestaande uit € 3.418,25 inclusief btw wegens huurachterstand tot en met augustus 2017 en € 466,83 exclusief btw wegens buitengerechtelijke incassokosten) vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 3.418,25 vanaf 23 mei 2017 tot aan de dag van de volledige betaling;
- een bedrag van € 786,50 inclusief btw aan huur, dan wel schadevergoeding, voor iedere ingegane maand vanaf 1 september 2017 dat gedaagde het gehuurde in gebruik houdt;
- veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot en met vandaag vastgesteld op € 955,21;
- verklaart bovengenoemde veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.