ECLI:NL:RBZWB:2017:8898

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 maart 2017
Publicatiedatum
3 oktober 2019
Zaaknummer
02-800364-16
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • M. Kempen
  • A. Dekker
  • J. van de Wetering
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs voor voorhanden hebben van verdovende middelen en vuurwapens

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1965 te Tilburg, heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 maart 2017 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het voorhanden hebben van verdovende middelen en vuurwapens. Tijdens de zitting op 24 februari 2017 hebben de officier van justitie, mr. Koning, en de verdediging hun standpunten gepresenteerd. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk aanwezig hebben van ongeveer 500 gram MDMA en een (semi)automatisch vuurwapen, te weten een Kalasjnikov met munitie.

De rechtbank heeft vastgesteld dat op 19 mei 2016 in de schuur bij de woning van de verdachte een tas met een Kalasjnikov en een hoeveelheid op amfetamine gelijkende stof werd aangetroffen. De verdachte was op dat moment niet aanwezig op zijn woonadres. De schuur was vrij toegankelijk en er werd geen match gevonden tussen de vingerafdrukken van de verdachte en die op de inbeslaggenomen goederen. De rechtbank oordeelde dat niet bewezen kon worden dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van de wapens en de verdovende middelen.

Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Tevens is besloten dat de in beslag genomen voorwerpen onttrokken worden aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang. De rechtbank heeft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en het vonnis is uitgesproken in openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/800364-16
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 10 maart 2017
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1965 te [geboorteplaats]
wonende te [adres]
raadsvrouw mr. Assouiki, advocaat te Tilburg

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 24 februari 2017, waarbij de officier van justitie, mr. Koning, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

Verdachte staat terecht, terzake dat:
1.
hij op of omstreeks 19 mei 2016 te Tilburg tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 500
gram, MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of
metamfetamine en/of amfetamine, zijnde MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of
N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine (telkens) een middel
als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen
krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, in elk geval (telkens) een
of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende (telkens) een of meer
middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
art 2 ahf/ond C Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 10 lid 3 Opiumwet
2.
hij op of omstreeks 19 mei 2016 te Tilburg tezamen en in vereniging, met een
of meer anderen, althans alleen, een wapen van categorie II dan wel III, te
weten een (semi)automatisch vuurwapen (machinegeweer (AK47)), en/of munitie
van categorie III, voorhanden heeft gehad;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting heeft de officier van justitie gerequireerd tot vrijspraak.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Namens verdachte heeft de raadsvrouw verzocht verdachte integraal van het tenlastegelegde vrij te spreken omdat verdachte niet wist en niet kon weten dat er amfetamine en een vuurwapen met munitie in de schuur bij zijn woning lag.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Op 19 mei 2016 werd in de schuur bij de woning van verdachte, aan de [adres 1] te Tilburg, een tas aangetroffen met daarin een Kalasjnikov met munitie en een hoeveelheid op amfetamine gelijkende stof. Verdachte was toen niet op zijn woonadres aanwezig. Verdachte is naar eigen zeggen, rond 5 of 6 mei 2016 voor het laatst in die woning aanwezig geweest. Vast is komen te staan dat de schuur niet was afgesloten en eigenlijk voor iedereen van buitenaf toegankelijk was. Op een tas die in de schuur werd aangetroffen bij het wapen en de amfetamine, werden vingerafdrukken aangetroffen van ene [naam] , niet van verdachte. Nu de schuur vrij toegankelijk was en er ook geen match is tussen verdachte’s vingerafdruk en een op de inbeslaggenomen goederen aangetroffen vingerafdruk, is de rechtbank met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat niet vast is komen te staan dat verdachte zich bewust is geweest van de aanwezigheid van het wapen, de munitie en de amfetamine. De rechtbank kan dan ook het opzet op het voorhanden respectievelijk aanwezig hebben van die goederen niet wettig en overtuigend bewezen achten.
De rechtbank zal verdachte dan ook van de tenlastegelegde feiten vrijspreken.

5.De overwegingen omtrent het beslag.

5.1
De onttrekking aan het verkeer
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer.
Gebleken is dat die voorwerpen bij het onderzoek naar de tenlastegelegde feiten, zijn aangetroffen. Verdachte heeft ter zitting van die goederen afstand gedaan en de rechtbank is van oordeel dat die voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

6.De toepasselijke wetsartikelen

De opgelegde maatregel berust op artikel 36d van het wetboek van strafrecht.

7.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan de tenlastegelegde feiten;
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
  • magazijnhouder AK47
  • alarmrevolver
  • munitie/kogelpatronen
  • luchtdrukwapen Gamo
  • machinegeweer AK47;
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. Kempen, voorzitter, mr. Dekker en mr. Van de Wetering, rechters, in tegenwoordigheid van Nouws, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 10 maart 2017.
Mr Kempen is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.