ECLI:NL:RBZWB:2018:1117

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 januari 2018
Publicatiedatum
23 februari 2018
Zaaknummer
02-820846-17
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op vordering tot machtiging leggen van conservatoir beslag in strafzaak

Op 26 januari 2018 heeft de rechter-commissaris in de strafzaak tegen de verdachte, vertegenwoordigd door de officier van justitie, een beslissing genomen op een vordering tot machtiging voor het leggen van conservatoir beslag. De officier van justitie had op 25 januari 2018 gevorderd dat de rechter-commissaris deze machtiging verleent, onderbouwd met een proces-verbaal waarin de voorwerpen werden genoemd waarop beslag gelegd moest worden. Een van de voorwerpen was een Volkswagen Golf, die op naam stond van de partner van de verdachte. De rechter-commissaris oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de auto toebehoorde aan de verdachte, en dat er geen sprake was van een schijnconstructie zoals bedoeld in artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor werd de vordering afgewezen voor dit specifieke vermogensbestanddeel.

Daarnaast oordeelde de rechter-commissaris dat er op dat moment geen redelijke verwachting bestond dat er een geldboete van € 83.000,00 zou worden opgelegd. Uiteindelijk werd de vordering gedeeltelijk toegewezen, waarbij de officier van justitie werd gemachtigd tot het leggen van conservatoir beslag tot een bedrag van € 43.135,00, met de bepaling dat dit beslag niet kon worden gelegd op de Volkswagen Golf. Deze beslissing werd genomen door M. van de Wetering, rechter-commissaris, op 26 januari 2018.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

rechter-commissaris in strafzaken
zittingsplaats Breda
rc-nummer : 18/157
parketnummer : 02/820846-17

beslissing op een vordering tot machtiging leggen van conservatoir beslag

(artikel 103 Wetboek van Strafvordering)

in de strafzaak tegen de verdachte:
naam : [verdachte]
voornamen : [verdachte]
geboren op : [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats]
wonende te : [adres]

procedure

De officier van justitie heeft op 25 januari 2018 gevorderd dat de rechter-commissaris bovengenoemde machtiging verleent.
De officier van justitie heeft ter onderbouwing van de vordering een proces-verbaal overgelegd, waarin wordt beschreven op welke voorwerpen de officier van justitie conservatoir beslag wenst te leggen.

beoordeling

In het proces-verbaal aanvraag machtiging leggen conservatoir beslag is onder 1 genoemd als mogelijk vermogensbestanddeel bij verdachte: personenauto, merk Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] . Ten aanzien van dit vermogensbestanddeel staat vermeld dat de auto op naam staat van de partner van verdachte en dat verdachte en zijn partner een gezamenlijke huishouding voeren.
De rechter-commissaris is van oordeel dat, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, die omstandigheden onvoldoende zijn om te kunnen spreken van “toebehoren aan verdachte” van die auto danwel dat sprake is van een schijnconstructie als bedoeld in artikel 94a Wetboek van Strafvordering. Aldus wordt de vordering afgewezen voor zover die ziet op het hierboven genoemde vermogensbestanddeel.
Ten aanzien van de hoogte van het bedrag waarvoor beslag wordt gevraagd, is de rechter-commissaris van oordeel dat op dit moment niet de redelijke verwachting bestaat dat een geldboete tot een bedrag van € 83.000,00 zal worden opgelegd.

beslissing

De rechter-commissaris:
wijst de vordering gedeeltelijk toe;
machtigt de officier van justitie tot het leggen van conservatoir beslag tot een bedrag van € 43.135,00.
voorts wordt door de rechter-commissaris bepaald dat het conservatoir beslag niet kan worden gelegd op de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] .
Deze beslissing is op 26 januari 2018 genomen door M. van de Wetering rechter-commissaris.