ECLI:NL:RBZWB:2018:1117
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Beslissing op vordering tot machtiging leggen van conservatoir beslag in strafzaak
Op 26 januari 2018 heeft de rechter-commissaris in de strafzaak tegen de verdachte, vertegenwoordigd door de officier van justitie, een beslissing genomen op een vordering tot machtiging voor het leggen van conservatoir beslag. De officier van justitie had op 25 januari 2018 gevorderd dat de rechter-commissaris deze machtiging verleent, onderbouwd met een proces-verbaal waarin de voorwerpen werden genoemd waarop beslag gelegd moest worden. Een van de voorwerpen was een Volkswagen Golf, die op naam stond van de partner van de verdachte. De rechter-commissaris oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de auto toebehoorde aan de verdachte, en dat er geen sprake was van een schijnconstructie zoals bedoeld in artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor werd de vordering afgewezen voor dit specifieke vermogensbestanddeel.
Daarnaast oordeelde de rechter-commissaris dat er op dat moment geen redelijke verwachting bestond dat er een geldboete van € 83.000,00 zou worden opgelegd. Uiteindelijk werd de vordering gedeeltelijk toegewezen, waarbij de officier van justitie werd gemachtigd tot het leggen van conservatoir beslag tot een bedrag van € 43.135,00, met de bepaling dat dit beslag niet kon worden gelegd op de Volkswagen Golf. Deze beslissing werd genomen door M. van de Wetering, rechter-commissaris, op 26 januari 2018.