ECLI:NL:RBZWB:2018:1529
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor biomineralenfabriek te Roosendaal
Op 9 maart 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekers, bestaande uit meerdere partijen, hebben beroep ingesteld tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal, die op 31 oktober 2017 een omgevingsvergunning in twee fasen hebben verleend aan Biomineralen B.V. voor het oprichten van een productiebedrijf voor biomineralen aan de Potendreef te Roosendaal. De verzoekers vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat zij vreesden dat de bouwwerkzaamheden onomkeerbare gevolgen zouden hebben voordat de bodemprocedure was afgerond.
Tijdens de zitting op 9 maart 2018, waar de verzoekers en hun gemachtigden aanwezig waren, heeft Biomineralen B.V. schriftelijk toegezegd dat zij pas met de bouwwerkzaamheden zou beginnen nadat er uitspraak was gedaan in de bodemprocedures. De voorzieningenrechter heeft deze toezegging serieus genomen en geen reden gezien om aan de betrouwbaarheid ervan te twijfelen. Hierdoor concludeerde de voorzieningenrechter dat er geen sprake was van een spoedeisend belang, wat een vereiste is voor het toewijzen van een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening dan ook afgewezen, met de overweging dat de verzoekers de uitspraak in de bodemprocedure kunnen afwachten. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.A.F. van Ginneken, in aanwezigheid van griffier N.A. D’Hoore, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.