Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
of omstreeks23 juni 2015 te
althans in Nederlandtezamen en in vereniging met een ander
of
(en
), te weten
een ofmeerdere hoeveelhe
(i)d
(en
)
en/of heeft overgedragen
/ofzijn
(s)wist
(en
)dat
dat/die voorwerp
(en
)
was/waren uit
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
€ 26.120,= door dat van misdrijf afkomstige bedrag voor zijn broer te bewaren. Daarmee heeft hij voor [naam] een mogelijkheid gecreëerd om van zijn te traceren crimineel vermogen af te komen. Op die manier zijn de geldstromen uit misdrijven voor het OM niet (of minder) zichtbaar en kunnen deze misdrijven moeilijker worden opgespoord.
Voor wat betreft de strafmaat bestaat er geen LOVS-oriëntatiepunt met betrekking tot het witwassen. Wel zal de rechtbank aansluiting zoeken bij het oriëntatiepunt voor fraude. Witwassen wordt immers, net als fraudedelicten, ernstiger en strafwaardiger naarmate de bedragen waar het om gaat, hoger worden. De maximale strafbedreiging op witwassen (zes jaar) is zelfs hoger dan die bij de meeste fraudedelicten. Volgens het oriëntatiepunt geldt als uitgangspunt bij een benadelingsbedrag tussen de € 10.000,= en de € 70.000,= een gevangenisstraf van tussen de twee en de vijf maanden. Bij een bedrag van ongeveer € 26.000,= komt daarom een gevangenisstraf van ongeveer drie maanden in beeld.
Bij de bepaling van de strafsoort zal de rechtbank ten gunste van verdachte rekening houden met de overschrijding van de redelijke termijn, zoals genoemd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Verdachte is op 23 juni 2015 in verzekering gesteld. Dit betekent dat de termijn waarbinnen verdachte had moeten worden berecht, twee jaar, met bijna elf maanden is overschreden.
De rechtbank zal ook rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De rechtbank begrijpt dat de baan van verdachte in gevaar komt bij het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf of een taakstraf. De rechtbank zal dat eveneens bij het bepalen van de strafsoort mee laten wegen.
Ook zal zij in het voordeel van verdachte rekening houden met het gegeven dat verdachte een geheel blanco strafblad heeft.
Alles overziend is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde geldboete van € 10.000,=, voldoende recht doet aan de ernst van het bewezenverklaarde feit en de omstandigheden waaronder dat feit werd gepleegd.
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
Medeplegen van witwassen;
betaling van een geldboete van € 10.000,=;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
85 dagen;