ECLI:NL:RBZWB:2018:420
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep inzake de omgevingsvergunning voor stabilisatie van de landtong en verondieping van de Veense Plassen
Op 18 januari 2018 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak over de omgevingsvergunning voor het stabiliseren van de landtong en het verondiepen van de Veense Plassen. Eiser, eigenaar van meerdere percelen in de nabijheid, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalburg, dat op 18 oktober 2016 een omgevingsvergunning had verleend voor de werkzaamheden. Eiser betoogde dat het college de belangenafweging onvoldoende had uitgevoerd en dat de vergunning in strijd was met de geldende bestemmingsplannen.
Tijdens de zitting op 7 december 2017 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, waarbij hij stelde dat de werkzaamheden onterecht zijn verleend en dat zijn belangen niet adequaat zijn gewogen. Het college werd vertegenwoordigd door twee advocaten, terwijl een derde partij ook betrokken was bij de zaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunning is verleend op basis van adviezen van deskundigen en dat er geen juridische gronden zijn om de vergunning te weigeren. De rechtbank oordeelde dat de bezwaren van eiser niet opgingen en dat de vergunning terecht was verleend.
De rechtbank concludeerde dat de werkzaamheden niet in strijd zijn met de bestemming van de gronden en dat er geen ruimte is voor een belangenafweging die verder gaat dan de wettelijke criteria. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees op het feit dat de vergunninghouder de werkzaamheden kan uitvoeren, ook al is eiser tegen de verondieping op zijn percelen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde dag, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.