ECLI:NL:RBZWB:2018:4475

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 juli 2018
Publicatiedatum
24 juli 2018
Zaaknummer
347189 HA RK 18-143
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
  • M. Poerink
  • A. van Kralingen
  • J. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van een kantonrechter in een ondercuratelestelling procedure

Op 17 juli 2018 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen in een wrakingsprocedure. Het wrakingsverzoek was ingediend door een verzoeker, die woonplaats koos te [plaatsnaam] en vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde [naam gemachtigde]. Het verzoek tot wraking was gericht tegen een kantonrechter die belast was met de behandeling van een verzoek tot opheffing van de ondercuratelestelling van de verzoeker, alsook met een andere zaak. Het wrakingsverzoek was ingediend op 13 juli 2018 en was gebaseerd op de schijn van vooringenomenheid van de gewraakte rechter. Echter, de verzoeker heeft geen concrete feiten of omstandigheden aangedragen die deze schijn van vooringenomenheid zouden onderbouwen. Hierdoor voldeed het verzoek niet aan de vereisten van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat stelt dat een wrakingsverzoek gemotiveerd moet zijn. De rechtbank oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk was, wat betekende dat de verzoeker niet in zijn verzoek kon worden ontvangen. De rechtbank besloot dat de behandeling van de aan de gewraakte rechter toebedeelde zaken voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevonden ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de rechters M. Poerink, A. van Kralingen en J. de Roos, in aanwezigheid van griffier de Jong.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Wrakingskamer
Locatie Breda
zaaknummer 347189 HA RK 18-143
beslissing van 17 juli 2018
inzake
het wrakingsverzoek ex artikel 36 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van:

[verzoeker] ,

woonplaats kiezende te [plaatsnaam] , ten kantore van zijn gemachtigde [naam gemachtigde] ,
verder te noemen verzoeker.

De procedure

Dit blijkt uit het op 13 juli 2018 van verzoeker ingekomen wrakingsverzoek.

Het verzoek

Het verzoek strekt tot wraking van [naam gewraakte rechter] , in haar hoedanigheid van kantonrechter bij deze rechtbank, belast met de behandeling van het verzoek tot opheffing van de ondercuratelestelling van verzoeker, procedurenummer [procedurenummer 1] , alsmede belast, in haar hoedanigheid van kanton(rol)rechter, met de zaak met procedurenummer [procedurenummer 2] .

De ontvankelijkheid van het verzoek

Ingevolge artikel 36 Rv kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Een verzoek tot wraking dient ingevolge artikel 37, lid 2 Rv gemotiveerd te zijn. De verzoekende partij dient opgave te doen van de feiten en omstandigheden die het vermoeden wettigen dat de rechter bij de behandeling van de zaak niet onpartijdig of niet onafhankelijk zal zijn.
In het van verzoeker ingekomen wrakingsverzoek heeft hij uitsluitend aangegeven over te gaan tot wraking van de kanton(rol)rechter omwille van de schijn van vooringenomenheid. Enige onderbouwing daarvoor wordt door verzoeker niet aangevoerd. Het wrakingsverzoek voldoet dan ook niet aan het hiervoor genoemde vereiste, nu dit niet door verzoeker is gemotiveerd. Verzoeker kan daardoor niet in zijn wrakingsverzoek worden ontvangen.
347189 HA RK 18-143pagina 2
Op grond van deze (kennelijke) niet-ontvankelijkheid kan, overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 9.1, gelezen in samenhang met paragraaf 4.3. van het wrakings- en verschoningsprotocol van deze rechtbank (gepubliceerd op www.rechtspraak.nl/rechtbank
Zeeland-West-Brabant/regels en procedures),een mondelinge behandeling van het verzoek achterwege blijven. Aan het verzoek van verzoeker om op zijn wrakingsverzoek te worden gehoord wordt dan ook geen gevolg gegeven

Beslissing

De rechtbank:
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking;
bepaalt dat behandeling van de hiervoor genoemde zaken met procedurenummers
[procedurenummer 1] en [procedurenummer 2] , zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevonden ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.
Deze beslissing is gegeven op 17 juli 2018 door mrs. Poerink, van Kralingen en de Roos, in tegenwoordigheid van de Jong, griffier, en in het openbaar uitgesproken.