4.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Naar aanleiding van een vermoeden van een criminele ontmoeting bij een parkeerplaats bij restaurant [naam restaurant] in Hulten is verdachte met de personenauto waarin hij reed, vanaf die parkeerplaats gevolgd over de A58 en op 8 februari 2018 te Berkel-Enschot staande gehouden.
Tijdens de doorzoeking van de personenauto waarin verdachte reed, trof de politie achter de bestuurdersstoel een tas aan met daarin een bruine kartonnen doos. Bij het openen van deze doos bleek dat hierin tien doorzichtig verpakte blokken poeder zaten. Tenslotte werden in de auto een cryptotelefoon, twee jammers en een apparaat dat 2G, 3G, 4G bluetooth en wifi signalen kan detecteren aangetroffen. Het is verbalisant [naam verbalisant] ambtshalve bekend dat onder andere cryptotelefoons gebruikt worden voor criminele doeleinden.
In de doos zaten acht pakketten met een witte substantie, twee pakketten met een roze substantie en één pakket met diverse kleinere verpakkingen met daarin een witte en roze substantie. Na weging bleek dat twee pakketten een gewicht hadden van 1020 gram per stuk, zes verpakkingen een gewicht hadden van 1030 gram per stuk, één pakket 1040 gram betrof en één verpakking 440 gram zwaar was. Het totale gewicht van de pakketten inclusief verpakkingsmateriaal betrof 9700 gram. Op twee verpakkingen werd een indicatieve test uitgevoerd, waarvan uit de uitslag bleek dat het amfetamine betrof. Deze partij heeft SIN-nummer AAKX4761.Het NFI heeft uit deze partij twee crèmekleurige monsters onderzocht met SIN-nummers AALE4859NL en AALE4860NL. De uitslag daarvan is dat de stof van de geteste monsters amfetamine betreft.
Verdachte verklaarde over de aangetroffen doos dat hij deze had gevonden en zelf in de auto had gezet.
Verbalisant [naam verbalisant] heeft over de aangetroffen doos verklaard dat hij aan de onderkant daarvan heeft gevoeld of deze vochtig was, aangezien de grond, de straatstenen, het gras en de bosgebieden erg vochtig dan wel bevroren waren in de periode rondom 8 februari 2018. Hij constateerde dat zowel de doos als de tas waarin de doos zat, kurkdroog waren.
Overwegingen
Op grond van het vorengaande, in onderlinge samenhang bezien, stelt de rechtbank vast dat verdachte op 8 februari 2018 te Tilburg en Berkel-Enschot en Gilze-Rijen een hoeveelheid amfetamine in de auto waarin hij reed vervoerde.
Om de hoeveelheid vervoerde amfetamine vast te kunnen stellen dient de rechtbank, gelet op het gevoerde verweer, eerst te beoordelen of ten aanzien van alle tien de pakketten kan worden geconcludeerd dat deze amfetamine bevatten.
Daartoe leidt de rechtbank uit het voorgaande af dat de onder verdachte aangetroffen partij bestond uit acht pakketten met een witte substantie en twee pakketten met een lichtroze substantie. Op de foto’s in het dossier is te zien dat de indicatieve testen tenminste op één van de witte pakketten zijn uitgevoerd. Dit blijkt daarnaast ook uit het proces-verbaal van bevindingen, waarin is gerelateerd dat een indicatieve test is uitgevoerd op twee verpakkingen.
Aan de hand van twee monsters, die de SIN-nummers AALE4859NL en AALE4860NL hebben meegekregen en in de aanvraag van het onderzoek worden omschreven als wit van kleur, heeft het NFI bevestigd dat het om amfetamine gaat.
Gelet op de overeenkomsten in kleur en verpakking is de rechtbank van oordeel dat van de acht witte pakketten kan worden vastgesteld dat het amfetamine betreft. Zelfs als de twee monsters afkomstig zijn uit hetzelfde pakket met een witte substantie, is deze bemonstering naar het oordeel van de rechtbank representatief voor alle acht pakketten. De monsters zijn uit dezelfde partij afkomstig en komen qua uiterlijke verschijningsvorm en verpakkingswijze overeen.
Er zou twijfel kunnen bestaan over de vraag of de andere twee pakketten ook amfetamine bevatten. De stof die in deze pakketten is verpakt heeft immers de kleur roze. Van deze twee pakketten is geen monster genomen. Dit leidt de rechtbank af uit de aanvraag voor het NFI-onderzoek, waarin wordt gesproken over de kleur wit. Verder beschrijft het NFI de monsters als monsters met crèmekleurig poeder of brokjes. Naar het oordeel van de rechtbank komt de kleur wit dan wel crème niet overeen met de kleur roze. Dit betekent dat niet kan worden vastgesteld dat de pakketten met een roze substantie amfetamine betreffen. De rechtbank gaat er derhalve vanuit dat verdachte acht pakketten amfetamine heeft vervoerd.
Vervolgens dient de rechtbank het gewicht van de pakketten amfetamine vast te stellen. Zij overweegt daartoe het volgende. Uit het voorgaande blijkt dat het totale gewicht van de tien pakketten inclusief verpakkingsmateriaal 9700 gram betrof. Omgerekend naar het aantal pakketten komt dat neer op een bruto gemiddelde van ongeveer 1000 gram per pakket. De rechtbank gaat er van uit dat verdachte acht pakketten amfetamine bij zich had, hetgeen een bruto hoeveelheid amfetamine betreft van ongeveer 8000 gram. Het nettogewicht kan echter niet worden vastgesteld, omdat het verpakkingsmateriaal is meegewogen en onbekend is wat het gewicht van het verpakkingsmateriaal is. De rechtbank komt daarom tot een bewezenverklaring van een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine. Bij de bepaling van de strafmaat zal de rechtbank er vanuit gaan dat het ongeveer om een hoeveelheid van zeven kilogram gaat.
Omtrent de wetenschap van verdachte, dat het amfetamine betreft, overweegt de rechtbank het volgende. Verdachte heeft verklaard, toen hij door de politie werd gecontroleerd, dat hij de doos heeft gevonden en hem in de auto heeft gelegd. Voor het overige beroept verdachte zich op zijn zwijgrecht.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte echter niet geloofwaardig. Verbalisant [naam verbalisant] heeft immers omtrent de staat van de doos en de weersomstandigheden van dat moment gerelateerd dat de doos en de tas waarin die doos zat, kurkdroog waren, terwijl de grond in de periode erg vochtig was. Als de doos daadwerkelijk op straat zou zijn gevonden, had deze doos dus vochtig moeten zijn. Verder heeft verdachte, daartoe bevraagd, geen verklaring willen geven, terwijl er een forse hoeveelheid amfetamine bij hem in de auto is aangetroffen. Hoewel verdachte het recht heeft te zwijgen, vraagt het aantreffen van een dergelijke grote hoeveelheid amfetamine om een uitleg. Deze uitleg is echter uitgebleven. Ook over de aangetroffen telefoon, de jammers en de cellular activity monitor heeft verdachte geen verklaring afgelegd. Verdachte was de enige inzittende van de auto, de auto stond op naam van zijn vriendin waarmee hij samenwoont en kan daardoor direct aan verdachte gekoppeld worden. De doos met daarin de amfetamine lag direct achter de bestuurdersstoel en was daarmee duidelijk zichtbaar. De rechtbank gaat er daarom van uit dat verdachte wetenschap had van de verdovende middelen in de auto en deze stof derhalve opzettelijk heeft vervoerd.
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het aan hem tenlastegelegde, te weten het vervoeren van een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, in de zin van artikel 2 onder B van de Opiumwet.