Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[Gedaagde sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 4 oktober 2017 met de daarin vermelde stukken,
- het deskundigenbericht ingekomen op de rechtbank op 1 maart 2018,
- de conclusie na deskundigenbericht van eiseres, met één productie, genummerd 7;
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van gedaagden met één productie, genummerd 1.
2.De verdere beoordeling
de aan hem door de rechtbank voorgelegde vragen. De door [deskundige] gebruikte literatuur en geraadpleegde bronnen staan vermeld in onderdeel H van het rapport.
met2 vingers heeft opgerekt maar
tot2 vingers, zoals blijkt uit het operatieverslag. Verder voert het ziekenhuis aan dat de conclusie van [deskundige] , inhoudende dat er bij eiseres een zeer groot risico op een complicatie bestond, niet logisch en consistent kan volgen uit zijn rapport. Dit omdat een overrekking van de sphincter met alle gevolgen - in het bijzonder voor patiënten met een bekkenbodemzwakte - niet als zodanig staat beschreven in de genoemde Richtlijn, terwijl de kans daarop volgens de cijfers van [deskundige] slechts met 15% toeneemt.
14 juni 2017 is overwogen wordt eiseres niet ontvankelijk verklaard in haar vorderingen voor zover gericht tegen de arts nu de ingestelde vorderingen alleen tegen het ziekenhuis zijn ingesteld.
€ 1.900,50 (3,5 punten × tarief € 543,00)