Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 30 augustus 2018 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
Omvang geschil
Wettelijk kader
Medische beoordeling
Geschiktheid voor de functies
.Daarin is inzichtelijk gemotiveerd dat, uitgaande van de vastgestelde beperkingen, eiser de werkzaamheden kan verrichten die verbonden zijn aan deze functies. Voor zover eiser stelt dat hij niet in staat is de geduide functies te verrichten, vloeit dat voort uit zijn opvatting dat zijn medische beperkingen zijn onderschat. Zoals de rechtbank in overweging 4.3 heeft geconcludeerd is die opvatting niet juist.
Mate van arbeidsongeschiktheid
.Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.
Proceskosten en griffierecht