ECLI:NL:RBZWB:2018:5458

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 augustus 2018
Publicatiedatum
18 september 2018
Zaaknummer
02-129175-17
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • M. Schnitzler
  • A. van Kralingen
  • C. Collombon
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meermalen gepleegde oplichting via internet door zich voor te doen als bonafide verkoper

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 augustus 2018, staat de verdachte terecht voor meermalen gepleegde oplichting. De verdachte heeft zich op verschillende handelsfora, zoals Marktplaats.nl en Speurders.nl, voorgedaan als een bonafide verkoper. Door gebruik te maken van valse identiteiten heeft zij kopers bewogen tot betaling van goederen die zij nooit heeft geleverd. De tenlastelegging betreft meerdere gevallen van oplichting, waarbij de verdachte in de periode van 1 juni 2013 tot en met 1 juli 2015 verschillende slachtoffers heeft benadeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting, medeplegen van oplichting en heeft haar veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die rechtstreeks voortvloeien uit de bewezenverklaarde feiten. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij [naam 1] tot € 206,75 en [naam 2] tot € 286,75 toegewezen, evenals andere vorderingen van benadeelde partijen, met de verplichting tot betaling van wettelijke rente vanaf de datum van het feit. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van een aantal andere tenlastegelegde feiten, omdat deze buiten de tenlastegelegde periode vielen. De uitspraak benadrukt de ernst van de oplichtingspraktijken en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/129175-17
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 10 augustus 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats]
wonende te [adres]
raadsvrouw mr. H. van der Ende, advocaat te Venlo

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 27 juli 2018, waarbij de officier van justitie, mr. J. Vermeulen, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

Verdachte staat terecht, ter zake dat:
zij op een of meerdere tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1
juni 2013 tot en met 1 juli 2015, in de gemeente Breda (te Breda) en/of in de
gemeente Menameradiel (te Boksum) en/of in de gemeente Boxmeer (te
Boxmeer) en/of in de gemeente Emmen (te Erica) en/of in de gemeente
Uden (te Uden) en/of in de gemeente Amsterdam (te Amsterdam) en/of te
Nieuwerkerken (België) en/of te Houthalen-Helchteren (België) en/of te
Zonnebeke (België), althans (telkens) in Nederland en/of in België, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk
om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het
aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
de volgende (potentiële) koper(s)
- [naam 1] (206,75 € voor Samsung Note 2) en/of
- [naam 2] (286,75 € voor Samsung Galaxy Note 2) en/of
- [naam 3] ( 230 € voor Samsung Galaxy S6 Edge) en/of
- [naam 4] (140 € voor WII spelcomputer met toebehoren) en/of
- [naam 5] (30 € voor kaarten North Sea Jazz) en/of
- [naam 6] (100 € voor kaarten North Sea Jazz) en /of
- [naam 7] (60 € voor kaarten [naam 18] ) en/of
- [naam 8] (100 € voor kaarten Groezrock festival ) en/of
- [naam 9] (120 € voor kaarten muziekfestival Graspop) en/of
- [naam 10] (256,75 € voor kaarten Rock Werchter)
heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een of meer (van bovengenoemde)
geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, hebbende zij, verdachte, samen
met haar mededader(s), althans alleen, (telkens) met vorenomschreven
oogmerk –zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk
en/of in strijd met de waarheid
- ( meermalen) via internet en/of mail contact gezocht met een of meer van
de hiervoor genoemde (potentiële) koper(s) naar aanleiding van de op de
internetsite Marktpaats.nl en/of Speurders.nl en/of Kapaza.nl en/of
2dehands.be geplaatste advertenties waarin werd gevraagd naar kaarten
voor optredens (voor festivals en/of theater) en/of
- zich op de internetsite Marktpaats.nl en/of Speurders.nl en/of Kapaza.nl
en/of 2dehands.be voorgedaan als aanbieder(s) en/of verkoper(s) van een of
meer telefoon(s) en/of een WII spelcomputer met toebehoren en/of een of
meer festivalkaart(en) en/of theaterkaart(en), in elk geval van een of meer
goed(eren) en/of
- gebruik gemaakt van een valse identiteit en/of zich voorgedaan als [naam 11]
en/of [naam 12] en/of [naam 13] en/of [naam 14]
en/of [naam 15] en/of [naam 16] en/of [naam 16]
, in elk geval als een ander dan zichzelf en/of
- zich voorgedaan als bonafide verkoper(s) en/of
- ( om het vertrouwen te wekken bij één of meer van de voornoemde
[potentiële] koper[s]) een kopie van een festivalkaart per e-mail gestuurd
en/of
- de indruk gewekt dat hij/zij bovengenoemde telefoon(s) en/of een WII
spelcomputer met toebehoren en/of festivalkaart(en) en/of theaterkaart(en)
in het bezit had(den) en/of
- ( telkens) die voornoemde (potentiële) koper(s) voorgehouden/beloofd
en/of afgesproken dat bovengenoemde telefoon(s) en/of een WII
spelcomputer met toebehoren en/of een of meer festivalkaart(en) en/of
theaterkaart(en) zou(den) worden opgestuurd per e-mail of post, na
betaling/overschrijving van een geldbedrag op de/het rekeningnummer(s)
die door haar, verdachte, en/of haar mededader(s) aan voornoemde
(potentiële) koper(s) zijn doorgegeven
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) niet in het bezit was/waren
van voornoemde goederen,
waardoor voornoemde [naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of
[naam 4] en/of [naam 5] en/of [naam 6] en /of [naam 7] en/of [naam 8]
en/of [naam 9] en/of [naam 10] (telkens) werd(en)
bewogen tot bovenomschreven afgifte.
( art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

3.De voorvragen

3.1
Geldigheid van de dagvaarding
3.1.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft te kennen gegeven dat het ontbreken in de tenlastelegging van het wetsartikel van het gronddelict, waarvan verdachte wordt verdachte, naar haar mening geen rechtgevolg met zich meebrengt.
3.1.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit, hoewel hieraan geen conclusie ten aanzien van een rechtsgevolg zal worden verbonden, dat de tenlastelegging niet voldoet aan artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering. De dagvaarding bevat namelijk niet het wetsartikel van het gronddelict, waarvan verdachte wordt verdacht.
3.1.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de tenlastelegging niet voldoet aan de in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering gestelde eisen, nu de dagvaarding niet het wetsartikel van het gronddelict bevat. Zij is echter met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat hieraan geen rechtsgevolg dient te worden verbonden. De dagvaarding is derhalve geldig.
3.2
Bevoegdheid van de rechtbank
De rechtbank is bevoegd.
3.3
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
3.4
Schorsing vervolging
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting, meermalen gepleegd. Voorts acht zij wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich tezamen en in vereniging met medeverdachte [naam 17] schuldig heeft gemaakt aan oplichting van [naam 8] . De officier van justitie baseert zich daarbij op de aangiftes, alsmede de bekennende verklaring van verdachte, waaruit volgt dat verdachte listige kunstgrepen heeft toegepast en zich heeft voorgedaan als bonafide verkoper. Ten aanzien van de oplichting van [naam 4] vordert zij vrijspraak, aangezien de pleegdatum van dit feit buiten de tenlastegelegde pleegperiode ligt.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging voert aan dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen ten aanzien van de oplichting van [naam 4] , aangezien de pleegdatum van dit feit buiten de tenlastegelegde pleegperiode ligt. Voor wat betreft de oplichting van de andere aangevers refereert de verdediging zich, gelet op de bekennende verklaring van verdachte, aan het oordeel van de rechtbank. Aangezien onduidelijk is wat de nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [naam 17] zou zijn geweest, is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden voor het medeplegen van oplichting. Subsidiair voert de verdediging op dat punt aan dat de rechtbank hoogstens kan komen tot een bewezenverklaring van het medeplegen van oplichting van [naam 8] .
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de tenlastegelegde oplichting van [naam 4] stelt de rechtbank vast dat dit feit zich heeft voorgedaan op 17 juli 2011 en dat dit feit derhalve buiten de tenlastegelegde pleegperiode van 1 juni 2013 tot en met 1 juli 2015 valt. Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank verdachte vrijspreken van de tenlastegelegde oplichting van [naam 4] .
Aangezien verdachte ten aanzien van het (overige) tenlastegelegde een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en acht de rechtbank dat feit wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de aangifte van [naam 1] d.d. 10 juli 2013 [1] ;
- de aangifte van [naam 2] d.d. 17 juni 2013 [2] ;
- de aangifte van [naam 3] d.d. 30 juni 2015 [3] ;
- de aangifte van [naam 5] d.d. 20 juni 2014 [4] ;
- de aangifte van [naam 6] d.d. 14 juni 2014 [5] ;
- de aangifte van [naam 7] d.d. 26 februari 2014 [6] ;
- de aangifte van [naam 8] d.d. 15 september 2014 [7] ;
- de aangifte van [naam 9] d.d. 22 juni 2015 [8] ;
- de aangifte van [naam 10] d.d. 16 juli 2014 [9] en
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 27 juli 2018 [10] .
De rechtbank acht bewezen dat verdachte aangever [naam 8] heeft opgelicht in vereniging met een ander en dat verdachte de overige aangevers alleen heeft opgelicht.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
zijop
een of meerderetijdstippen gelegen in
of omstreeksde periode van 1
juni 2013 tot en met 1 juli 2015, in de gemeente Breda (te Breda) en/of in de
gemeente Menameradiel (te Boksum) en/of in de gemeente Boxmeer (te
Boxmeer) en/of in de gemeente Emmen (te Erica) en/of in de gemeente
Uden (te Uden) en/of in de gemeente Amsterdam (te Amsterdam) en/of te
Nieuwerkerken (België) en/of te Houthalen-Helchteren (België) en/of te
Zonnebeke (België), althans (telkens) in Nederland en/of in België, tezamen
en in vereniging met een ander
of anderen,
en/ofalleen, met het oogmerk
om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het
aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid
en/of
door listige kunstgrepenen/of door een samenweefsel van verdichtsels,
de volgende (potentiële) koper(s)
- [naam 1] (206,75 € voor Samsung Note 2) en/of
- [naam 2] (286,75 € voor Samsung Galaxy Note 2) en/of
- [naam 3] ( 230 € voor Samsung Galaxy S6 Edge) en/of
- [naam 4] (140 € voor WII spelcomputer met toebehoren) en/of
- [naam 5] (30 € voor kaarten North Sea Jazz) en/of
- [naam 6] (100 € voor kaarten North Sea Jazz) en /of
- [naam 7] (60 € voor kaarten [naam 18] ) en/of
- [naam 8] (100 € voor kaarten Groezrock festival ) en/of
- [naam 9] (120 € voor kaarten muziekfestival Graspop) en/of
- [naam 10] (256,75 € voor kaarten Rock Werchter)
heeft/hebben bewogen tot de afgifte van
een of meer (vanbovengenoemde
)
geldbedrag
(en
),
in elk geval van enig goed,hebbende zij, verdachte, samen
met haar mededader
(s),
en/ofalleen, (telkens) met vorenomschreven
oogmerk –zakelijk weergegeven- valselijk
en/of listiglijken/of bedrieglijk
en/of in strijd met de waarheid
- ( meermalen) via internet en/of mail contact gezocht met een of meer van
de hiervoor genoemde (potentiële) koper(s) naar aanleiding van de op de
internetsite Marktpaats.nl en/of Speurders.nl en/of Kapaza.nl en/of
2dehands.be geplaatste advertenties waarin werd gevraagd naar kaarten
voor optredens (voor festivals en/of theater) en/of
- zich op de internetsite Marktpaats.nl en/of Speurders.nl en/of Kapaza.nl
en/of 2dehands.be voorgedaan als aanbieder(s) en/of verkoper(s) van een of
meer telefoon(s)
en/of een WII spelcomputer met toebehorenen/of een of
meer festivalkaart(en) en/of theaterkaart(en),
in elk geval van een of meer
goed(eren)en/of
- gebruik gemaakt van een valse identiteit en/of zich voorgedaan als [naam 11]
en/of [naam 12] en/of [naam 13]
en/of [naam 14]
en/of [naam 15] en/of [naam 16] en/of [naam 16]
,
in elk geval als een ander dan zichzelfen/of
- zich voorgedaan als bonafide verkoper(s) en/of
- ( om het vertrouwen te wekken bij één of meer van de voornoemde
[potentiële] koper[s]) een kopie van een festivalkaart per e-mail gestuurd
en/of
- de indruk gewekt dat hij/zij bovengenoemde telefoon(s)
en/of een WII
spelcomputer met toebehorenen/of festivalkaart(en) en/of theaterkaart(en)
in het bezit had(den) en/of
- ( telkens) die voornoemde (potentiële) koper(s) voorgehouden/beloofd
en/of afgesproken dat bovengenoemde telefoon(s)
en/of een WII
spelcomputer met toebehorenen/of een of meer festivalkaart(en) en/of
theaterkaart(en) zou(den) worden opgestuurd per e-mail of post, na
betaling/overschrijving van een geldbedrag op
de/hetrekeningnummer(s)
die door haar, verdachte, en/of haar mededader
(s)aan voornoemde
(potentiële) koper(s) zijn doorgegeven
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader
(s)niet in het bezit was/waren
van voornoemde goederen,
waardoor voornoemde [naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3]
en/of
[naam 4]en/of [naam 5] en/of [naam 6] en /of [naam 7] en/of [naam 8]
en/of [naam 9] en/of [naam 10] (telkens) werd(en)
bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De rechtbank heeft de bewezenverklaring in verband met de leesbaarheid gewijzigd in die zin dat zij “tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen” heeft gewijzigd in “tezamen en in vereniging met een ander of anderen
en/ofalleen” nu zij zowel wettig als overtuigend bewezen acht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting als aan medeplegen van oplichting. Zij is van oordeel dat verdachte daardoor niet in haar verdedigingsbelangen is geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die haar strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een taakstraf voor de duur van 60 uren subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis. Zij acht deze straf passend en geboden, gelet op het tijdsverloop, het aantal benadeelden en het feit dat verdachte direct openheid van zaken heeft gegeven.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit bij de strafoplegging rekening te houden met de oriëntatiepunten van het LOVS, alsmede met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Conform de toelichting van het LOVS zijn de oriëntatiepunten voor fraudezaken van overeenkomstige toepassing. Het benadelingsbedrag, te weten € 1.390,25, is hierbij van belang. Gelet op het tijdsverloop, de proceshouding van verdachte, het feit dat verdachte uit eigen beweging is gestopt met de oplichtingen en de financiële positie van (het gezin van) verdachte, acht de verdediging een taakstraf passend en geboden. Zij vindt de eis van de officier van justitie echter aan de hoge kant en bepleit deze te matigen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan oplichting, meermalen gepleegd, en het medeplegen van oplichting. In totaal gaat het om negen slachtoffers. Zij heeft zich daarbij op diverse handelsfora, te weten speurders.nl, marktplaats.nl, kapaza.nl en 2dehands.be, voorgedaan als bonafide verkoper door koopovereenkomsten te sluiten, kopers te bewegen tot betaling van de koopsom en de goederen vervolgens niet te leveren. Verdachte had reeds op voorhand niet de intentie om de goederen te leveren, omdat zij niet de beschikking had over deze goederen.
Tevens heeft verdachte zelf actief gezocht naar advertenties, waarin personen hun vraag naar goederen – met name uitverkochte kaartjes voor concerten en/of festivals – hadden kenbaar gemaakt. Verdachte heeft ten aanzien hiervan aangegeven bewust een relatief lage vraagprijs te hebben gehanteerd, teneinde tot een overeenkomst met deze personen te komen.
Zodoende heeft zij de betrokkenen honderden euro’s afhandig gemaakt en in teleurstelling achtergelaten. Oplichtingspraktijken als de onderhavige schaden het vertrouwen in eerlijke handel en verstoren de werking van bovenvermelde toegankelijke en populaire handelsfora. De oplichtingen getuigen van grote brutaliteit en van egoïsme. Verdachte heeft zich uitsluitend laten leiden door persoonlijk financieel gewin en heeft zich niet bekommerd om de gevolgen voor de betrokken kopers. Verdachte heeft misbruik gemaakt van het vertrouwen dat de wederpartijen in haar mochten stellen en van de omstandigheid dat die wederpartijen de concertkaartjes niet meer via de reguliere kanalen konden kopen.
De rechtbank acht dit een ernstig feit.
Uit het uittreksel justitiële documentatie van verdachte blijkt dat zij in de afgelopen vijf jaren niet is veroordeeld voor een vermogensdelict.
In strafverminderende zin houdt de rechtbank rekening met het tijdsverloop, alsmede het feit dat verdachte direct openheid van zaken heeft gegeven.
Alles afwegend komt de rechtbank tot het oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straf voldoende recht doet aan de ernst van de feiten en de persoon van verdachte. Zij zal verdachte derhalve veroordelen tot een taakstraf voor de duur van 60 uren subsidiair 30 dagen hechtenis.

7.De benadeelde partijen

[naam 1]
De benadeelde partij [naam 1] vordert ten aanzien van het ten laste gelegde een schadevergoeding van € 206,75 ter zake van materiële schade.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt, zodat de vordering zal worden toegewezen.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
Tevens zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het tijdstip waarop het feit werd gepleegd.
[naam 2]
De benadeelde partij [naam 2] vordert ten aanzien van het ten laste gelegde een schadevergoeding van € 286,75 ter zake van materiële schade.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt, zodat de vordering zal worden toegewezen.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
Tevens zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het tijdstip waarop het feit werd gepleegd.
[naam 3]
De benadeelde partij [naam 3] vordert ten aanzien van het ten laste gelegde een schadevergoeding van € 280,- ter zake van materiële schade.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt, zodat de vordering zal worden toegewezen.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
Tevens zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het tijdstip waarop het feit werd gepleegd.
[naam 4]
De benadeelde partij [naam 4] vordert ten aanzien van het ten laste gelegde een schadevergoeding van € 750,-. De materiële schade bestaat uit een bedrag van € 250,- wegens de niet geleverde computer en bijbehorende spellen. De immateriële gevorderde schade betreft € 500,-.
Verdachte wordt vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
[naam 6]
De benadeelde partij [naam 6] vordert ten aanzien van het ten laste gelegde een schadevergoeding van € 100,- ter zake van materiële schade.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt, zodat de vordering zal worden toegewezen.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
Tevens zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het tijdstip waarop het feit werd gepleegd.
[naam 7]
De benadeelde partij [naam 7] vordert ten aanzien van het ten laste gelegde een schadevergoeding van € 60,- ter zake van materiële schade.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt, zodat de vordering zal worden toegewezen.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
Tevens zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het tijdstip waarop het feit werd gepleegd.
[naam 8]
De benadeelde partij [naam 8] vordert ten aanzien van het ten laste gelegde een schadevergoeding van € 100,- ter zake van materiële schade.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit. Zij acht verdachte en haar mededader daarvoor hoofdelijk aansprakelijk.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens hoofdelijk de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
Voorts zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het tijdstip waarop het feit werd gepleegd.
[naam 9]
De benadeelde partij [naam 9] vordert ten aanzien van het ten laste gelegde een schadevergoeding van € 120,- terzake van materiële schade.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt, zodat de vordering zal worden toegewezen.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
Tevens zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het tijdstip waarop het feit werd gepleegd.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 24c, 36f, 47, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Oplichting, meermalen gepleegd, en medeplegen van oplichting
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 60 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
30 dagen;
Benadeelde partijen
[naam 1]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 1] van € 206,75 en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 28 juni 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, ter zake van materiële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam 1] , € 206,75 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 4 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
[naam 2]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 2] van € 286,75 en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 11 juni 2013 tot aan de dag der algehele voldoening ter zake van materiële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam 2] , € 286,75 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 5 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
[naam 3]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 3] van € 280,- en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 26 mei 2015 tot aan de dag der algehele voldoening ter zake van materiële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam 3] , € 280,- te betalen, bij niet betaling te vervangen door 5 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
[naam 4]
- verklaart de benadeelde partij [naam 4] niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
[naam 6]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 6] van € 100,- en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 12 juni 2014 tot aan de dag der algehele voldoening ter zake van materiële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam 6] , € 100,- te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
[naam 7]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 7] van € 60,- en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 19 februari 2014 tot aan de dag der algehele voldoening ter zake van materiële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam 7] , € 60,- te betalen, bij niet betaling te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
[naam 8]
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [naam 8] van € 100,-, ter zake van materiële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 29 april 2014 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de hoofdelijke verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam 8] , € 100,- te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
[naam 9]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 9] van € 120,- en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 15 juni 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, ter zake van materiële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam 9] , € 120,- te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Schnitzler, voorzitter, mr. Van Kralingen en mr. Collombon, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Beek, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 10 augustus 2018.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt -tenzij anders vermeld- bedoeld het proces-verbaal van de politie Zeeland-West-Brabant uit het dossier met proces-verbaalnummer PL2000-2016016837 opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 286, hierna het eindproces-verbaal.
2.De internetaangifte van [naam 2] d.d. 17 juni 2013, eindproces-verbaal p. 90-93.
3.De internetaangifte van [naam 3] d.d. 30 juni 2015, eindproces-verbaal p. 103-106.
4.De internetaangifte van [naam 5] d.d. 20 juni 2014, eindproces-verbaal p. 121-124.
5.De internetaangifte van [naam 6] d.d. 14 juni 2014, eindproces-verbaal p. 130-133.
6.De internetaangifte van [naam 7] d.d. 26 februari 2014, eindproces-verbaal p. 148-151.
7.De internetaangifte van [naam 8] d.d. 15 september 2014, eindproces-verbaal p. 160-163.
8.Het proces-verbaal van verhoor van [naam 9] d.d. 22 juni 2015, eindproces-verbaal p. 175-176.
9.Het proces-verbaal van verhoor van [naam 10] d.d. 16 juli 2014, eindproces-verbaal p. 203-204.
10.Verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 27 juli 2018.