ECLI:NL:RBZWB:2018:6057

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 mei 2018
Publicatiedatum
30 oktober 2018
Zaaknummer
344649 / HA RK 18-93
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
  • M. Poerink
  • J. de Roos
  • A. van Noort
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op verzoek tot verschoning in bewinds- en mentorschapsdossier

Op 8 mei 2018 heeft mr. Goofers een verzoek tot verschoning ingediend in de zaak betreffende het bewinds- en mentorschapsdossier van de heer [naam]. Dit verzoek is ingediend naar aanleiding van klachten die door de moeder van de heer [naam], mevrouw [naam], en door de heer [naam] zelf zijn ingediend tegen mr. Goofers over haar optreden tijdens een zitting op 1 februari 2018. Hoewel de klachten door de rechtbank deels ongegrond en deels niet-ontvankelijk zijn verklaard, voelt mr. Goofers zich niet vrij om zaken te behandelen waarbij mevrouw [naam] en de heer [naam] betrokken zijn. Dit leidt volgens haar tot een situatie als bedoeld in de artikelen 36 en 40 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Daarom verzoekt zij zich van de zaak te mogen onttrekken.

De verschoningskamer, bestaande uit mr. Poerink, mr. de Roos en mr. van Noort, heeft de beoordeling van het verzoek zonder mondelinge behandeling uitgevoerd. De verschoning is een middel om de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter te waarborgen. De kamer concludeert dat er voldoende omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van mr. Goofers in twijfel trekken, en dat het verzoek tot verschoning derhalve moet worden toegewezen. De beslissing is op 22 mei 2018 genomen en in het openbaar uitgesproken, waarbij de procedure met de zaaknummers BM 7711 en MB 3094 wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot verschoning.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Verschoningskamer
zaaknummer: 344649 / HA RK 18-93
.
Beslissing op het verzoek tot verschoning ex artikel 40 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van:
mr. Goofers,
kantonrechter

1.Het procesverloop

Op 8 mei 2018 heeft mr. Goofers een verzoek tot verschoning ingediend in de zaak betreffende het bewinds- en mentorschapsdossier van de heer [naam] (BM 7711 en MB 3094).

2.Het verzoek

Mr. Goofers legt aan haar verzoek ten grondslag dat er in de procedure van de heer [naam] klachten door de moeder van de heer [naam] , zijnde mevrouw [naam] , en door de heer [naam] zijn ingediend tegen haar bij de rechtbank en Hoge Raad over haar optreden ter zitting van 1 februari 2018. Deze klachten zouden haar onpartijdigheid en onbevooroordeeldheid aan de orde stellen. Hoewel de tegen haar gerichte klachten door de rechtbank deels ongegrond en deels niet-ontvankelijk zijn verklaard, voelt mr. Goofers zich niet vrij om zaken te behandelen in het dossier van de heer [naam] waarbij mevrouw [naam] en de heer [naam] betrokken zijn. Dit maakt volgens mr. Goofers dat zich een situatie voordoet als bedoeld in de artikelen 36 en 40 Rv. Vanwege een te vermijden schijn van partijdigheid verzoekt mr. Goofers zich van de zaak te mogen onttrekken.

3.Het wettelijk kader

Op grond van artikel 40, eerste lid, Rv kan elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen op grond van feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 36 Rv.
Ingevolge artikel 36 Rv kan elk van de rechters die een zaak behandelen op verzoek van een partij worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden.
In artikel 41, tweede lid, Rv is bepaald dat de meervoudige kamer zo spoedig mogelijk beslist. De beslissing is gemotiveerd en wordt onverwijld aan partijen en de rechter, die het verzoek heeft gedaan, medegedeeld.

4.De beoordeling

4.1.
Uit artikel 41 Rv valt af te leiden dat de behandeling van een verschoningsverzoek, anders dan de behandeling van een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting hoeft plaats te vinden. De verschoningskamer zal daarom zonder mondelinge behandeling een beslissing nemen op het verzoek.
4.2.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de vrees dat daarvan sprake is objectief gerechtvaardigd is.
4.3.
Van een gebrek aan onpartijdigheid kan, geheel afgezien van de persoonlijke instelling van de betrokken rechter, ook sprake zijn indien bepaalde feiten en omstandigheden grond geven te vrezen dat het een rechter in die omstandigheden aan onpartijdigheid ontbreekt. Alsdan dient de rechter zich van een beslissing in de zaak te onthouden, nu rechtzoekenden in het rechterlijk apparaat vertrouwen moeten kunnen stellen. Daarom valt onder omstandigheden ook rekening te houden met de uiterlijke schijn van partijdigheid of vooringenomenheid.
4.4.
Uit het verzoek van mr. Goofers blijkt dat er sprake is van zodanige omstandigheden, dat zij zich daardoor niet meer voldoende vrij voelt om in onderhavige zaak te beslissen. De verschoningskamer ziet hierin een genoegzame grond voor verschoning gelegen. Het verzoek zal derhalve worden toegewezen.

5.De beslissing

De verschoningskamer:
  • wijst het verzoek van mr. Goofers tot verschoning toe;
  • bepaalt dat, met inachtneming van het toegewezen verzoek, de procedure met zaaknummers BM 7711 en MB 3094 wordt voortgezet in de stand waarin de procedure zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot verschoning.
Deze beslissing is gegeven op 22 mei 2018, door mr. Poerink, voorzitter, mr. de Roos en mr. van Noort, rechters, en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van Schuurmans-Knoop, griffier.
De griffier, De voorzitter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.