Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[verweerder sub 1] ,
[verweerster sub 2],
1.De procedure
- het verzoekschrift tot een voorlopig deskundigenbericht ex artikel 202 e.v. Rv, ter griffie ingekomen op 13 augustus 2018, met producties genummerd 1 tot en met 27,
- de brief van de zijde van [verweerder sub 1] , ter griffie ingekomen op 15 augustus 2018,
- de brief van de zijde van [verweerster sub 2] , ter griffie ingekomen op 17 augustus 2018,
- de brieven van de griffier van deze rechtbank d.d. 31 augustus 2018,
- de brief van de zijde van [verzoekster] , ter griffie ingekomen op 24 september 2018, met producties genummerd 28 tot en met 33,
- het verweerschrift van de zijde van [verweerder sub 1] , ter griffie ingekomen op 28 september 2018, met producties genummerd 1 tot en met 11,
- de mondelinge behandeling, gehouden op 8 oktober 2018.
2.Het verzoek
3.De beoordeling
- Op 14 juli 2017 heeft [verzoekster] van [verweerder sub 1] het paard [naam paard] (hierna: het paard) gekocht voor een bedrag van € 16.500,00.
- Het paard stond op het moment van verkoop gestald bij [verweerster sub 2] .
- Op 11 juli 2017 is het paard in opdracht van [verzoekster] klinisch en röntgenologisch gekeurd door [naam D] , werkzaam bij eDigit te Roosendaal, waarbij ook een set röntgenfoto’s van het paard van 28 januari 2016 zijn beoordeeld. [naam D] heeft het volgende aankoopadvies verstrekt: “Klinisch en röntgenologisch geschikt voor gebruik als sportpaard.”.
- Op 17 juli 2017 is het paard geleverd aan [verzoekster] . Het paard stond toen nog bij [verweerster sub 2] . Op 13 augustus 2017 is het paard naar [verzoekster] gebracht.
- Op 24 juli 2017 heeft [verzoekster] het paard, onder volledige narcose, laten castreren.
- Op 12 februari 2018 is [verweerder sub 1] door de gemachtigde van [verzoekster] aangeschreven waarbij is medegedeeld dat het paard niet aan de overeenkomst beantwoordt en dat tevens sprake is van dwaling. Namens [verzoekster] is de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden en/of vernietigd.
- Op 26 februari 2018 heeft de advocaat van [verweerder sub 1] aan de advocaat van [verzoekster] bericht dat [verweerder sub 1] betwist dat er sprake zou zijn van non-conformiteit dan wel dwaling.
- Bij schrijven van 4 juni 2018 wordt [verweerder sub 1] door de advocaat van [verzoekster] in de gelegenheid gesteld om de tekortkoming te zuiveren.
- Bij schrijven van 19 juni 2018 heeft de advocaat van [verzoekster] de overeenkomst ontbonden en wordt [verweerder sub 1] aansprakelijk gehouden voor de door [verzoekster] gestelde schade.
- [naam E] heeft op 5 september 2018 een schriftelijke verklaring afgelegd, waarin hij onder andere het volgende stelt:
- [verweerder sub 1] heeft bij schrijven van zijn advocaat d.d. 13 september 2018 aan [verzoekster] verzocht om in onderling overleg (aanvullende) vragen aan [naam C] voor te leggen, waaronder de vraag of de door hem geconstateerde Desmitis SSL te antedateren is tot het moment van de levering van het paard. Voorts heeft [verweerder sub 1] verzocht om alle correspondentie, zoals deze heeft plaatsgehad met Universiteit Utrecht, althans met [naam C] , toe te zenden.
- Bij schrijven d.d. 14 september 2018 heeft de advocaat van [verzoekster] bericht dat de hoefsmid van [verzoekster] de situatie wél heeft kunnen antedateren. Daarnaast wordt de gevoerde correspondentie met de Universiteitskliniek Utrecht en [naam F] , werkzaam bij Veterinair Centrum Someren overgelegd en gemeld dat zowel [naam F] als mevrouw [naam G] niet in staat waren de situatie te dateren.
1.086,00(2 punt × tarief II € 543,00)
1.086,00(2 punt × tarief II € 543,00)