Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
feiten 1 en 2) en eenmaal aan witwassen (
feit 3).
feit 1op de documenten die zijn aangetroffen in een envelop die is afgegeven bij de vriendin van [naam 1] . Deze documenten zijn afkomstig uit politiesystemen en komen overeen met de bevragingen die verdachte heeft gedaan, terwijl deze bevragingen niet in verband kunnen worden gebracht met de werkzaamheden van verdachte op dat moment. De alternatieve verklaring die verdachte ter zitting heeft gegeven, dient als kennelijk leugenachtig terzijde te worden geschoven.
feit 2acht de officier van justitie bewezen gelet op de berichten die zijn aangetroffen in de BlackBerry van verdachte en het telefoontje van verdachte aan de meldkamer van de politie. De verklaring van verdachte dat hij niet de verzender was van de aangetroffen berichten, omdat hij de BlackBerry pas later zou hebben gekregen van [naam 2] , kan niet kloppen, nu de telefoon ook aanstraalde in de buurt van verdachte toen [naam 2] al vast zat.
feit 3). Dit betreft contant geld dat verstopt was de woning van verdachte en waarvan het grootste deel in niet gebruikelijke coupures 100 euro biljetten was, terwijl de politie heeft vastgesteld dat er gezien de financiële situatie van verdachte geen legale herkomst van dit geld kan worden aangenomen.
feit 1op het feit dat er mogelijk gesteld kan worden dat hij de betreffende bevragingen heeft gedaan, maar dat een bewijsmiddel dat verdachte deze gegevens heeft verstrekt aan derde(n) ontbreekt.
feit 3stelt de verdediging dat het aangetroffen geld een legale herkomst heeft. Verdachte heeft dit geld verdiend door te handelen in anabolen, door het geven van trainingen en middels verkopen op Markplaats. Voor
feit 2kan volgens de verdediging een bewezenverklaring volgen gelet op de inhoud van het gevoerde telefoongesprek van verdachte met de meldkamer en de verklaring van verdachte dat hij die informatie heeft gedeeld met de bezorgde ouders van [naam 2] .
Er bleek maar door één dienstnummer zowel het kenteken [kenteken 1] als de naam [naam 1] te zijn bevraagd in de periode 5 juni 2012 tot en met 5 juni 2014. Op 5 juni 2014 is binnen de applicatie BVI-IB door [nummer] , zijnde het dienstnummer van verdachte, [5] . Verdachte bleek [naam 1] ook te hebben bevraagd op de applicatie BVI-IB op onder andere 22 mei 2014, 26 mei 2014 en 5 juni 2014.
en/of elders in Nederland, (telkens)een geheim waarvan hij wist
of redelijkerwijs moest vermoedendat hij uit hoofde van ambt
, beroep of wettelijk voorschrift,te weten als politieambtenaar van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, verplicht was te bewaren,
(telkens)opzettelijk heeft geschonden, immers heeft hij
(e
)politiesyste
(e)m
(en
)(BVI-IB en
/ofBVH) informatie gezocht
/bevraagd(op de naam en/of de kenocode, te weten [code 1] ) van een persoon, te weten [naam 1] , waaronder
(een)bevraging
(en
)op de regiocode PL2100-HKS, zijnde de regio waarin een politiefoto van die [naam 1] is opgenomen, en
/of
/of(een afdruk van een gemaakte foto van) die politiefoto verstrekt aan een of meer derde(n),
/ofvoornoemde politiefoto;
of omstreeks17 april 2015 te Tilburg
en/of elders in Nederland,een geheim waarvan hij wist
of redelijkerwijs moest vermoedendat hij uit hoofde van ambt,
beroep en/of wettelijk voorschrift,te weten als politieambtenaar van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, immers heeft hij
/of
/of
of omstreeks21 april 2015 te Tilburg ( [adres 1] ),
althans
)voorwerp
(en), te weten een geldbedrag van
7.2euro,
althans enig
en/of heeft verworven en/of daarvan gebruik heeft gemaakt,terwijl hij wist
, althans redelijkerwijs moest vermoedendat dit geldbedrag
geheel of gedeeltelijk,onmiddellijk of middellijk
,afkomstig was uit enig misdrijf.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 70 dagen waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
taakstraf voor de duur van 240 uur;