4.1.2Posten die niet in geschil zijn
Uit de schriftelijke ronde is gebleken dat er tussen de officier van justitie en de raadsman geen verschil van mening bestaat over een aantal uitgangspunten uit de kasopstelling. Het gaat daarbij om:
- de contante stortingen op de rekening van [Betrokkene] , (€ 11.950,96)
- de contante betalingen die blijken uit de in beslag genomen facturen (€ 27.640,- totaal)
- het beginsaldo (€ 1.500,-)
- het eindsaldo (€ 14.535,-)
- de legale contante ontvangsten (€ 103.884,83)
- de contante uitgaven:
- de betalingen van [Naam 7] naar [Naam 1] (€ 46.000,-)
- de aankoop van [Straatnaam 1] (€ 40.840,-)
- bemiddelingskosten aankoop [Straatnaam 1] (€ 1.197,-)
- het aflossen van de lening van [Naam 5] (€ 135.000,-)
- de aankoop van [Straatnaam 2] (€ 58.705,-)
- de aankoop van de Mercedes, kenteken [Kenteken 1] (€ 70.000,-)
- de aankoop van de Opel Corsa, kenteken [Kenteken 2] (€ 1.000,-)
- de aankoop van de VW Golf, kenteken [Kenteken 3] (€ 2.500,-)
- de aankoop van de Toyota Camry, kenteken [Kenteken 4] (€ 17.600,-)
- de aankoop van de drie Guess horloges (€ 400,-)
- de aankoop van een stacaravan (€ 22.500,-)
- de huur van BL24, [Naam 8] (€ 8.400,-)
Deze uitgangspunten cq. posten zullen door de rechtbank worden overgenomen.
4.1.3Posten waarover geen overeenstemming is bereikt
4.1.3.1 Contante stortingen.
De rechtbank gaat, voor wat betreft de beoordeling van de ontnemingsvordering, uit van de feiten en omstandigheden zoals deze door het gerechtshof zijn aangenomen en vastgesteld. Op grond daarvan en op grond van hetgeen door de rechtbank daarnaast is vastgesteld in het vonnis van 12 december 2013, zal de rechtbank ook hier aannemen dat er sprake was van een economische eenheid tussen verdachte en mevrouw [Naam 2] . Zij hielden een gezamenlijke huishouding, woonden samen en hebben samen een kind. Betrokkene onderhield bovendien het gezin, nu mevrouw [Naam 2] over het grootste gedeelte van de periode geen inkomen had.
Alle contante stortingen, een totaal van € 148.913,55, zullen daarom worden meegenomen.
4.1.3.2 Legale ontvangsten
De verdediging heeft betoogd dat er, naast het legale inkomen van verdachte, sprake was van inkomsten door verhuur van panden. Na aftrek van de kosten zou een bedrag van € 1.693,- per maand, contant, zijn verdiend. De rechtbank ziet aanleiding om een dergelijk bedrag per maand, in de periode van mei 2007 tot en met september 2008, mee te nemen in de berekening. Uit het financieel onderzoek blijkt namelijk dat de [Naam 9] beslag heeft gelegd op zowel de panden, als de inkomsten daaruit. Hieruit blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat er een positief saldo zou moeten zijn. Dat betekent dat er 17 maanden € 1.693,- is verdiend, zijnde € 28.781,-.
Daarnaast blijkt dat verdachte geld heeft ontvangen door verkoop van een auto door [Naam 10] . De officier van justitie heeft deze inkomsten verrekend met de huur voor het appartement in Curacao. De rechtbank acht het passender om deze inkomsten bij dit onderdeel als legale inkomsten op te nemen. Een bedrag van € 11.500,- zal dan ook worden meegenomen.
4.1.3.3 [Naam 3]
Hoewel verdachte stelt dat de aankoop volledig door [Naam 4] is betaald, heeft het gerechtshof vastgesteld dat verdachte een deel ter hoogte van € 115.000,- heeft ingebracht. De rechtbank gaat hier dan ook van uit.
4.1.3.4 Rente aan [Naam 5]
De rechtbank constateert dat er sprake was van een lening van een geldbedrag. Zowel [Naam 2] , als [Naam 5] verklaren daarover. De verklaring die [Naam 5] hierover bij de rechter-commissaris aflegt, te weten dat hierover geen rente werd betaald, acht de rechtbank ongeloofwaardig. [Naam 5] kan zich de lening maar amper kan herinneren, maar weet wel te vertellen dat er geen rente verschuldigd was. Daarnaast zijn er rentefacturen aangetroffen voor het geleende bedrag. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat er wel degelijk rente is betaald voor de verstrekte lening en stelt de hoogte vast op € 6.075,-, zijnde het bedrag waarvoor rentefacturen zijn aangetroffen.
4.1.3.5 BMW X5
De rechtbank heeft in haar vonnis d.d. 12 december 2013 aangenomen dat de BMW X5 met een contante betaling is aangeschaft. Hoewel het gerechtshof hierover niets in haar arrest heeft overwogen, heeft zij wel het witwassen van deze BMW bewezen verklaard. De rechtbank gaat er, voor de ontnemingsprocedure, dan ook van uit dat er sprake is geweest van een contante betaling, waardoor een bedrag van € 58.000,- zal worden meegenomen als contante uitgave.
4.1.3.6 Franck Muller horloge
Het gerechtshof heeft aangenomen dat één van de twee Franck Muller horloges, in beslag genomen in kastnummer 443, met uit misdrijf afkomstig geld is gefinancierd. Dit horloge zal dan ook worden meegenomen in de berekening, in die zin dat het een contante aankoop betreft. Voor de bepaling van de aanschafprijs neemt de rechtbank als uitgangspunt de door de taxateur vastgestelde nieuwwaarde. Deze heeft beide Franck Muller horloges samen op een bedrag van € 40.000,- geschat. Een bedrag van € 20.000,- zal daarom worden meegenomen in deze berekening.
4.1.3.7 Cartier horloge
Het gerechtshof heeft bewezen verklaard dat er sprake was van het witwassen van het Cartier horloge. Eerder had de rechtbank ook al aangegeven de verklaring van verdachte, te weten dat dit horloge een erfenis was, niet aannemelijk te vinden. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de aanschafprijs van dit horloge dient te worden meegenomen in de ontnemingsvordering. Een bedrag van € 12.000,- zal als contante uitgave worden gerekend.
4.1.3.8 8 waterscooters
Het gerechtshof heeft in haar arrest vastgesteld dat de waterscooters door verdachte zijn aangeschaft met uit misdrijf afkomstige middelen. Gelet op de inhoud van het dossier, had het op de weg van verdachte gelegen om zich hierover uit te laten, wat niet is gebeurd. De rechtbank gaat er daarom van uit dat verdachte deze waterscooters, in de gestelde periode, heeft aangeschaft. Een bedrag ter hoogte van € 24.000,- zal worden meegenomen in de berekening.
4.1.3.9 Diamanten
De rechtbank acht het onvoldoende duidelijk of het verdachte is geweest die deze diamanten heeft gekocht, en zo ja, wanneer. Ook heeft het gerechtshof de diamanten niet meegenomen in zijn arrest. Deze (uitgave)post zal daarom niet worden meegenomen in de voordeelsberekening.
4.1.3.10 betalingen aan [Naam 10]
De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van het overzicht dat door de officier van justitie in de ontnemingsrapportage is opgesteld. De posten zijn overgenomen uit de verklaring van [Naam 10] en dienen te worden meegenomen in het overzicht.
Daarbij merkt de rechtbank wel op dat de € 11.500,- die als verkoopprijs wordt genoemd, als inkomsten voor verdachte dienen te worden meegenomen in de berekening.
4.1.3.11 [Naam 11] / [Naam 6]
Zowel de rechtbank in eerste aanleg, als het gerechtshof achten bewezen dat verdachte degene was die verantwoordelijk was voor deze uitgaven. De rechtbank ziet geen aanleiding hier anders over te denken, mede gelet op de verklaring van [Naam 6] . Het volledige bedrag van € 61.414,- zal dan ook worden meegenomen in de berekening.
4.1.3.12 huishoudelijke uitgaven
De rechtbank zal, ten aanzien van de huishoudelijke uitgaven, uitgaan van de berekening die het Nibud hiervoor heeft opgesteld. Daarbij merkt de rechtbank op dat wordt uitgegaan van een gezamenlijke huishouding, en verwijst voor de onderbouwing hiervan naar 4.1.3.1. Een bedrag van 49.020,- zal worden meegenomen in de berekening.
4.1.4Berekening van het voordeel
De rechtbank gaat, gelet op al het bovenstaande, uit van de volgende bedragen:
Beginsaldo
€ 1.500,- (zie 4.1.2)
Legale ontvangsten
€ 103.885,- (zie 4.1.2)
€ 28.781,- (zie 4.1.3.2)
€ 11.500,- (zie 4.1.3.2)
Eindsaldo
€ 14.535,- (zie 4.1.2)
Dit betekent dat er, legaal, € 131.131,- beschikbaar was voor uitgaven. (beginsaldo, plus legale ontvangsten, min eindsaldo)
Voor wat betreft er is uitgegeven, gaat de rechtbank uit van de volgende bedragen:
Contante stortingen:
Op rekening [Betrokkene] € 11.950,96
Op rekening [Naam 2] € 63.012,59
Op rekening [Naam 1] € 60.000,-
Op rekening [Naam 1] € 13.950,-
Contante betalingen
Gefactureerde bedragen € 27.460,-
[Naam 3] € 115.000,-
Notaris € 802,-
betalingen [Naam 7] naar [Naam 1] € 46.000,-
[Straatnaam 1] cash € 40.840,-
[Straatnaam 1] bemiddeling € 1.197,-
Aflossing lening [Naam 5] € 135.000,-
Rente aan [Naam 5] € 6.075,-
[Straatnaam 2] € 58.705,-
Mercedes [Kenteken 1] € 70.000,-
Opel Corsa € 1.000,-
VW Golf € 14.000,-
BMW X5 € 58.000,-
Toyota Camry € 17.600,-
Franck Muller € 20.000,-
Guess € 400,-
Cartier € 12.000,-
8 waterscooters € 24.000,-
Stacaravan € 22.500,-
Huur appartement Curacao € 8.400,-
Betalingen [Naam 10] € 5.800,-
[Naam 11] / [Naam 6] € 61.414,-
Huishoudelijke uitgaven € 49.020,-
Dit maakt een totaal aan uitgaven van € 944.126,55.
De rechtbank is op grond daarvan van oordeel dat de grondslag voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel, neergelegd in de rapportage Strafrechtelijk Financieel Onderzoek inzake [Betrokkene] niet geheel juist is en zij zal daarom het in deze zaak genoten wederrechtelijke verkregen voordeel schatten op 944.126,55 - € 131.131,- = € 812.995,55.