Op 1 april 2019 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van een terbeschikkinggestelde (tbs) die eerder was veroordeeld tot tbs met voorwaarden. De officier van justitie had een vordering ingediend tot omzetting van deze tbs met voorwaarden naar tbs met dwangverpleging, omdat de terbeschikkinggestelde zich niet aan de voorwaarden had gehouden. Tijdens de zitting zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder reclasseringswerkers en psychologen, die de problematiek van de terbeschikkinggestelde hebben toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde zich meerdere keren niet aan de voorwaarden heeft gehouden, maar oordeelt dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat de veiligheid van anderen in het geding is. De rechtbank concludeert dat de mogelijkheden binnen de huidige tbs met voorwaarden nog niet zijn uitgeput en dat er een kans is op verbetering in samenwerking en behandeling. De vordering tot omzetting naar dwangverpleging wordt afgewezen, en de rechtbank beveelt aan om een geschikte plaats in een forensisch psychiatrische kliniek (FPK) te vinden voor de terbeschikkinggestelde.