ECLI:NL:RBZWB:2019:1309

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 april 2019
Publicatiedatum
1 april 2019
Zaaknummer
02-800294-16
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • mr. Breeman
  • mr. Hoekstra
  • mr. Pooyé
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot omzetting van TBS met voorwaarden naar TBS met dwangverpleging

Op 1 april 2019 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van een terbeschikkinggestelde (tbs) die eerder was veroordeeld tot tbs met voorwaarden. De officier van justitie had een vordering ingediend tot omzetting van deze tbs met voorwaarden naar tbs met dwangverpleging, omdat de terbeschikkinggestelde zich niet aan de voorwaarden had gehouden. Tijdens de zitting zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder reclasseringswerkers en psychologen, die de problematiek van de terbeschikkinggestelde hebben toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde zich meerdere keren niet aan de voorwaarden heeft gehouden, maar oordeelt dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat de veiligheid van anderen in het geding is. De rechtbank concludeert dat de mogelijkheden binnen de huidige tbs met voorwaarden nog niet zijn uitgeput en dat er een kans is op verbetering in samenwerking en behandeling. De vordering tot omzetting naar dwangverpleging wordt afgewezen, en de rechtbank beveelt aan om een geschikte plaats in een forensisch psychiatrische kliniek (FPK) te vinden voor de terbeschikkinggestelde.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/800294-16
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 1 april 2019
op de vordering van de officier van justitie tot een bevel tot verpleging van overheidswege van
[terbeschikkinggestelde] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1984,
thans verblijvende in PPC Zwolle
raadsvrouw mr. Van de Kamp, advocaat te ’s-Hertogenbosch

1.Destukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- het vonnis van de rechtbank van 14 juni 2017;
- de vordering van de officier van justitie van 14 januari 2019, die strekt tot het alsnog van overheidswege verplegen van genoemde [terbeschikkinggestelde] ;
- het advies aan opdrachtgever toezicht en het voortgangsverslag toezicht aan opdrachtgever van reclassering Nederland van 10 januari 2019;
- het proces-verbaal van de politie Eenheid Oost-Brabant betreffende de aanhouding van [terbeschikkinggestelde] op 14 januari 2019;
- het proces-verbaal van de zitting van deze rechtbank van 4 februari 2019;
- het conceptrapport van psychiater [naam 1] van 2 maart 2019, opgemaakt in het kader van de aankomende beoordeling van de verlenging van de TBS-maatregel, overgelegd door de raadsvrouw;
- het verslag van de PI Zwolle van 7 maart 2019.

2.Deprocesgang

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 14 juni 2017 is [terbeschikkinggestelde] , wegens overtreding van artikel 157, 285 en 300 van het Wetboek van Strafrecht, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 400 dagen en TBS met voorwaarden.
De TBS is direct aangevangen.
Tijdens het onderzoek in de openbare raadkamer van de rechtbank van 18 maart 2019 zijn gehoord de officier van justitie en de veroordeelde [terbeschikkinggestelde] , bijgestaan door haar raadsvrouw.
Voorts zijn als deskundigen gehoord:
 mevrouw [naam 2] , reclasseringswerker;
 de heer [naam 3] , klinisch psycholoog bij FPC Veldzicht en
 mevrouw [naam 4] , klinisch psycholoog-psychotherapeut en hoofdbehandelaar bij FPA Coornhert.

3.Het advies van de reclassering

De reclassering heeft op 10 januari 2019 als volgt over [terbeschikkinggestelde] gerapporteerd. [terbeschikkinggestelde] is na een succesvol traject bij FPC Veldzicht in verband met het bereiken van het behandelplafond binnen Veldzicht en het afbouwen van het beveiligingsniveau in het kader van het vergroten van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid op 25 juni 2018 opgenomen op FPA Coornhert. In augustus 2018 heeft [terbeschikkinggestelde] meerdere strangulatiepogingen gedaan en is zij fysiek en verbaal agressief geweest richting personeel. Zij heeft zich vervolgens herpakt en heeft een positieve ontwikkeling laten zien, waardoor haar vrijheden zijn uitgebouwd. Begin december 2018 heeft zij echter weer meerdere strangulatiepogingen gedaan en was er sprake van fysieke en verbale agressie. Er is een officiële waarschuwing gegeven en een time-out. Op 18 en 28 december 2018 heeft [terbeschikkinggestelde] zich aan het begeleid wandelen onttrokken en op 9 januari 2019 heeft zij zich onttrokken aan het toezicht door naar haar moeder toe te gaan in plaats van naar haar werk.
Geconcludeerd wordt dat [terbeschikkinggestelde] de aan haar opgelegde voorwaarden heeft overtreden door:
  • te weigeren een spreekkamer in de FPA te verlaten (9 augustus 2018);
  • fysiek agressief te zijn tegen het personeel van de FPA (11 augustus 2018);
  • verbaal en fysiek agressief te zijn tegen het personeel van de FPA (4 tot 6 december 2018);
  • zich te onttrekken aan begeleid verlof (18 en 28 december 2018);
  • zich te onttrekken aan toezicht (9 januari 2019).
De reclassering is van menig dat toezicht in het kader van TBS met voorwaarden op dit moment niet uitvoerbaar is, omdat [terbeschikkinggestelde] zich meerdere keren heeft onttrokken aan het toezicht en de reclassering niet in staat is om een adequaat risicomanagement uit te voeren of zelfs een inschatting te maken van het huidige recidiverisico. De reclassering en de kliniek zien de volgende risicoverhogende factoren:
  • aanhoudende en zich herhalende verbale en fysieke agressie;
  • suïcidaal en parasuïcidaal gedrag;
  • stagnatie van de behandeling; niet doorzetten van opbouwen van de autonomie en de zelfstandigheid.
De reclassering kan en wil geen verantwoordelijkheid meer nemen voor de uitvoering van het toezicht en adviseert tot het indienen van een vordering tot omzetting naar dwangverpleging.
Ter zitting heeft de deskundige [naam 2] daaraan nog toegevoegd dat voor de uitvoering van de TBS met voorwaarden commitment bij [terbeschikkinggestelde] vereist is, en dat het daaraan ontbreekt. Geprobeerd is om haar aan te melden bij twee andere klinieken, maar die aanvragen zijn afgewezen.

4.Het advies van de gedragsdeskundigen

De heer [naam 3] , klinisch psycholoog bij FPC Veldzicht en hoofdbehandelaar op de afdeling waar [terbeschikkinggestelde] bij Veldzicht verbleef, heeft ter zitting het volgende verklaard.
Het verblijf van [terbeschikkinggestelde] in Veldzicht is goed verlopen. Zij is overgeplaatst omdat een overgang naar een kliniek met een lager beveiligingsniveau en met meer vrijheden mogelijk werd geacht. Dit blijkt toch niet goed te zijn gegaan. Bekeken kan worden of dit traject opnieuw kan worden gevolgd. Als er sprake is van recidive dan is omzetting naar dwangverpleging op zijn plaats, maar als er problemen zijn in de samenwerking, dan moet worden bekeken of de TBS met voorwaarden kan worden gehandhaafd. Indien de TBS met voorwaarden kan worden gehandhaafd, zou [terbeschikkinggestelde] kort weer bij Veldzicht geplaatst kunnen worden, maar dan moet er wel duidelijkheid zijn over waar zij daarna heen kan voor haar resocialisatie.
Mevrouw [naam 4] , klinisch psycholoog-psychotherapeut en hoofdbehandelaar bij FPA Coornhert, heeft ter zitting verklaard het advies van de reclassering om de TBS met voorwaarden om te zetten naar TBS met dwangverpleging, te onderschrijven. Daartoe heeft zij het volgende verklaard.
[terbeschikkinggestelde] is bij Coornhert gekomen met het doel om te resocialiseren. Er was echter al snel dagelijks sprake van strijd over wie de baas is en wie bepaalt. [terbeschikkinggestelde] decompenseerde zowel bij te veel als bij te weinig eigen verantwoordelijkheid. Er moest steeds worden gezocht naar een evenwicht. Bijzonder is dat zij een aantal maanden wel goed heeft gefunctioneerd. Er zijn toen stappen gezet naar meer ambulante begeleiding, meer verlof en meer werken buiten huis, maar dat bleek een trigger te zijn voor angst om dingen zelf te moeten doen, voor eenzaamheid en om niet gezien te worden. Dat maakte dat zij weer destructief en suïcidaal gedrag ging vertonen. Het team raakte daardoor ontwricht en beschadigd en kon daardoor zijn werk niet meer doen. Behandeling in Coornhert was daarom niet meer haalbaar. Er is twee keer geprobeerd [terbeschikkinggestelde] terug te plaatsen naar Veldzicht maar daar was geen plaats. Bij omzetting van de TBS met voorwaarden in TBS met dwangverpleging kan een intensiever en langduriger traject worden geboden waarin [terbeschikkinggestelde] in een omgeving met meer zorgintensiteit en een hoger beveiligingsniveau ander gedrag kan aanleren. Ook is het voor haar van essentieel belang om duidelijkheid te hebben. Verblijf in een prikkelarme omgeving met veel structuur zal haar ook helpen. Bij [terbeschikkinggestelde] is sprake van onmacht. Zij heeft niet de vaardigheden om zichzelf staande te houden. Zij vertoont veel antisociale en narcistische afweerreacties om controle, macht en autonomie te voelen. Dat geeft haar eigenwaarde en zingeving. De ervaring leert dat cliënten bij een TBS met dwangverpleging profijt hebben van het langdurige dwangkader in die zin dat hun instelling daardoor verandert, waardoor een patroon kan worden doorbroken. In een beschermde woonvorm zal [terbeschikkinggestelde] zich tegengewerkt en niet gehoord gaan voelen, en is de veiligheid voor haar en de omgeving niet te garanderen.
[terbeschikkinggestelde] is op 15 januari 2019 opgenomen in de PI Zwolle, aanvankelijk op de crisisafdeling en vanaf 7 maart op een groepsgerichte afdeling. De mentor van [terbeschikkinggestelde] bij de PI Zwolle heeft op 7 maart 2019 een verslag geschreven over haar functioneren. Zij neemt deel aan het dagelijks programma en is medicatietrouw. Zij tast de grenzen van het toelaatbare af en wil graag duidelijkheid. Zij is eenmaal geïsoleerd vanwege het gooien met een stoel tegen haar celdeur. Verder is zij met enige regelmaat in conversie aangetroffen. Dit wordt veroorzaakt door overprikkeling en de verwachting is dat dit zal afnemen in een rustiger omgeving.
Psychiater [naam 1] heeft in het conceptrapport van 2 maart 2019 (in het kader van de aankomende beoordeling van de verlenging van de TBS-maatregel) gesteld dat bij [terbeschikkinggestelde] sprake is van een autismespectrumstoornis, een borderline persoonlijkheidsstoornis en een conversiestoornis. De kern van de problematiek van [terbeschikkinggestelde] is dat zij zich niet gezien, gehoord en/of begrepen voelt, hetgeen leidt tot voortdurende problemen (in de omgang) met anderen. Deze problematiek kan verklaard worden vanuit zowel de borderline persoonlijkheidsstoornis als de autismespectrumstoornis. Bij deze laatste ligt de nadruk op het onvermogen (en niet zozeer op het conflict met de ander), het daadwerkelijk structureel tekortschieten in de sociale communicatie en sociale interactie en het daadwerkelijk nodig hebben van zeer veel duidelijkheid en structuur naast overgevoeligheid voor zintuigprikkels.
[terbeschikkinggestelde] blijkt overgevoelig te zijn voor het zich niet gezien/gehoord/begrepen voelen en reageert hierop fors door slaan en schoppen dan wel in een conversie schieten dan wel suïcidepogingen/zichzelf beschadigen. Tevens is gebleken dat als er goed op haar wordt aangesloten, zij tot op zekere hoogte wel in staat is om dagelijkse activiteiten op te pakken. Dit gaat echter wel met vallen en opstaan ofwel met incidenten gepaard. Hierbij moet echter wel een onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds samenwerkings-problemen en vervelende incidenten en anderzijds daadwerkelijk (ernstige) delicten plegen.
Belangrijkste aandachtspunten in het risicomanagement zijn het goed monitoren van oplopende spanning/zich niet gezien/gehoord voelen, een balans vinden tussen ondersteuning en autonomie en een trapsgewijs op [terbeschikkinggestelde] toegesneden resocialisatietraject. De psychiater pleit voor een resocialisatietraject naar buiten in plaats van een restrictief gericht beleid binnen een kliniek. De kans is namelijk groot dat een klinisch traject juist verergering van escalaties geeft in plaats van de-escalatie en resocialisatie, omdat de druk binnen een klinische afdeling dermate/té hoog is voor betrokkene.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting de vordering tot omzetting van de TBS met voorwaarden in TBS met dwangverpleging gehandhaafd. Zij heeft daar, voor het geval de rechtbank de vordering niet toewijst, aan toegevoegd dat een nieuwe behandeling van [terbeschikkinggestelde] in een FPK een alternatief zou kunnen zijn.

6.Het standpunt van de verdediging

[terbeschikkinggestelde] heeft ter zitting betwist dat zij zich niet heeft gehouden aan de voorwaarden. Verder heeft zij verklaard dat zij erg haar best doet en dat het in Veldzicht goed is gegaan en dat het nu, in Zwolle, ook goed gaat.
De verdediging heeft betoogd dat [terbeschikkinggestelde] in Veldzicht grote stappen heeft gezet, waarna kon worden toegewerkt naar resocialisatie, maar dat het vervolgens gedurende een korte periode niet goed is gegaan. Zij heeft dus wel laten zien dat ze het kan, maar het probleem ligt in de moeizame samenwerking. Er moet dan ook gekeken worden hoe de samenwerking en het contact met haar verbeterd kunnen worden. Van gevaar, waardoor dwangverpleging vereist zou zijn, is geen sprake.

7.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank heeft in 2017 de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde] gelast en daarbij onder meer als voorwaarde gesteld dat zij zich laat opnemen bij FPK De Kijvelanden dan wel een nog nader te bepalen vergelijkbare kliniek met hetzelfde zorg- en beveiligingsniveau voor het ondergaan van een klinische behandeling, ter beoordeling van het NIFP-IFZ, en dat [terbeschikkinggestelde] zich zal houden aan de aanwijzingen die haar in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven.
Op basis van de adviezen van de reclassering en de toelichting tijdens de zitting van reclasseringswerker [naam 2] en klinisch psycholoog-psychotherapeut [naam 4] stelt de rechtbank vast dat [terbeschikkinggestelde] zich meerdere keren niet heeft gehouden aan de aanwijzingen die haar in het kader van haar behandeling zijn gegeven. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de adviezen van de reclassering en de toelichtingen van de deskundigen. De door [terbeschikkinggestelde] gestelde omstandigheden waarin enkele van de overtredingen zouden hebben plaatsgevonden, maken dat niet anders.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat [terbeschikkinggestelde] zich niet aan alle gestelde voorwaarden heeft gehouden.
De rechtbank is echter van oordeel dat omzetting van de TBS met voorwaarden in TBS met dwangverpleging wegens het overtreden van de voorwaarden op dit moment niet is aangewezen. Er zijn onvoldoende aanwijzingen dat het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen vereist dat [terbeschikkinggestelde] van overheidswege moet worden verpleegd. De rechtbank is er niet van overtuigd dat de mogelijkheden binnen de huidige TBS met voorwaarden zijn uitgeput.
Uit de bevindingen van de deskundigen blijkt dat de incidenten die zich met [terbeschikkinggestelde] hebben voorgedaan, voortkomen uit samenwerkingsproblemen. Deze vinden hun oorzaak in haar onvermogen tot sociale interactie en communicatie. Zij voelt zich vaak niet gezien, gehoord en begrepen. Ook wil zij enerzijds autonomie en controle hebben, maar is zij anderzijds angstig als zij dingen zelf moet doen. Zij heeft behoefte aan duidelijkheid en structuur en is overgevoelig voor prikkels. De combinatie van dit alles maakt, zo is gebleken, dat het vinden van evenwicht en een manier om met haar te kunnen samenwerken erg moeilijk is. Daarbij is geen sprake van onwil van [terbeschikkinggestelde] , maar van incidenten die voortkomen uit haar psychische problematiek.
Uit wat de deskundigen ter zitting naar voren hebben gebracht volgt dat een plaatsing in een FPK en daarna resocialisatie opnieuw geprobeerd zou kunnen worden en dan mogelijk kans van slagen heeft en dat een FPK, in het kader van TBS met voorwaarden, op dit moment ook een voldoende hoog zorg- en veiligheidsniveau zou bieden. Voor [terbeschikkinggestelde] dient daarom een geschikte plaats in een FPK te worden gevonden.
Ten overvloede overweegt de rechtbank dat de verdediging heeft voorgesteld dat [terbeschikkinggestelde] intussen tijdelijk bij haar ouders zou kunnen en willen verblijven, maar dat is, gelet op het zorg- en veiligheidsniveau dat voor haar vereist is, geen reële mogelijkheid.
De rechtbank zal de vordering tot een bevel om [terbeschikkinggestelde] alsnog van overheidswege te verplegen dan ook afwijzen.

8.De beslissing

De rechtbank wijst de vordering af.
Deze beslissing is gegeven door mr. Breeman, voorzitter, mr. Hoekstra en mr. Pooyé, rechters, in tegenwoordigheid van de mr. Koks, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 1 april 2019.
De griffier is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.