ECLI:NL:RBZWB:2019:1333

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 maart 2019
Publicatiedatum
2 april 2019
Zaaknummer
C/02/352495 JERK 18-2163 en C/02/352496 JERK 18-2164 en C/02/356064 JERK 19-429
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. Tempel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met gedragsproblemen

In deze zaak gaat het om een twaalfjarige minderjarige, aangeduid als [naam 2], die ernstige gedragsproblemen vertoont. De kinderrechter heeft op 8 maart 2019 de zaak behandeld, waarbij de advocaat van de minderjarige verzocht om een kindvriendelijke formulering van de beslissing. De minderjarige is momenteel gesloten geplaatst, en de gemeente Oosterhout heeft verzocht om deze gesloten plaatsing met zes maanden te verlengen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er grote problemen zijn die een goede opvoeding thuis belemmeren, en dat gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om de minderjarige te helpen bij zijn gedragsproblemen. De kinderrechter heeft besloten om de minderjarige tot 14 september 2019 gesloten te plaatsen, met de hoop dat hij in die periode de nodige hulp en ondersteuning kan krijgen. De kinderrechter heeft het verzoek van de gemeente om de minderjarige langer gesloten te houden dan de eerder vastgestelde termijn van drie maanden afgewezen, omdat de gemeente heeft aangetoond dat zij zich inzetten voor de hulpverlening aan de minderjarige. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Tempel en is openbaar uitgesproken. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoekers binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Breda
zaakgegevens : C/02/352495 / JE RK 18-2163
C/02/352496 / JE RK 18-2164
C/02/356064 / JE RK 19-429
datum uitspraak:

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTERS EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE OOSTERHOUT,hierna te noemen het college,
gevestigd te Oosterhout.
betreffende
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , hierna te noemen [naam 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam 2] , voornoemd

[belanghebbende] , hierna te noemen de moeder,

wonende te Oosterhout.

Wat is er sinds 14 december gebeurd?

Dit blijkt uit de volgende stukken:
in de zaken met de kenmerken C/02/352495 / JE RK 18-2163 - C/02/352496 / JE RK 18-2164:
- de beschikking van de kinderrechter in deze zaak van 14 december 2018 en de daarin genoemde stukken;
in de zaak met het kenmerk C/02/356064 / JE RK 19-429:
de op 22 februari 2019 ingekomen brief van de Stichting Sociale Wijkteams Oosterhout, met
bijlagen, waaronder een verzoekschrift, gedateerd 19 februari 2019, met producties,
Op 8 maart 2019 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Op 8 maart heeft de kinderrechter gepraat met:
  • [naam 2] , samen met zijn advocaat,
  • de moeder,
  • mevrouw [naam 1] van de gemeente Oosterhout.

Wat vraagt de gemeente?

In de zaken met de nummers C/02/352495 / JE RK 18-2163 - C/02/352496 / JE RK 18-2164 heeft de gemeente gevraagd om [naam 2] met spoed gesloten te plaatsen en daarna nog 6 maanden gesloten te laten blijven.
De kinderrechter toen beslist dat [naam 2] tot 14 maart 2019 gesloten moest blijven. Dat ging dus over 3 maanden. Omdat er 6 maanden gevraagd waren, bleven er 3 maanden over. De kinderrechter heeft iedereen gevraagd om op een nieuwe zitting te komen. Op die zitting wordt dan over de 3 maanden die over waren gepraat en beslist. Dit staat in de beslissing van 14 december 2018 opgeschreven.
Op 8 maart was de nieuwe zitting. De gemeente heeft toen ook een nieuw verzoek gedaan. Zij hebben gevraagd of [naam 2] na 14 maart nog 6 maanden gesloten kon blijven zitten. Het stukje van 3 maanden dat nog over was, vraagt de gemeente nu niet meer. Zij vragen in plaats daarvan de nieuwe 6 maanden.
Op de zitting heeft de gemeente uitgelegd dat zij dit zo doen om een paar redenen. Eentje is dat zij denken dat die 6 maanden voor [naam 2] ook nodig zijn om geholpen te worden. Een andere reden is dat de moeder van [naam 2] zwanger is. Zij is over 3 maanden uitgerekend. Het is eigenlijk nu al wel zeker dat [naam 2] niet thuis kan komen wonen wanneer de nieuwe baby net geboren is. Dat is niet fijn voor [naam 2] . Ook kan de moeder van [naam 2] niet bij een nieuwe zitting komen als de baby net geboren is, of bijna geboren wordt. Het is dan ook beter als nu al duidelijk is dat er pas over 6 maanden weer een nieuwe zitting kan zijn. De gemeente vraagt daarom om [naam 2] gesloten te plaatsen tot 14 september 2019.

Wat hebben [naam 2] , de moeder en de gemeente op de zitting verteld?

Op de zitting heeft de gemeente uitgelegd dat [naam 2] goed zijn best doet. Bij de vorige zitting is beloofd dat er een onderzoek zou komen naar de problemen die [naam 2] heeft. Dat onderzoek is er gekomen. Daar is uitgekomen dat [naam 2] het nodig heeft dat mensen hem helpen als hij boos, verdrietig of gespannen is. Hij kan er zelf niet voor zorgen dat hij dan rustig blijft. Dat is iets wat hij moet leren. De gemeente vindt het echt nodig dat [naam 2] gesloten zit om hem deze dingen te kunnen leren. Ook is uit het onderzoek gekomen dat [naam 2] het moeilijk vindt om op school dingen te leren. [naam 2] is 12 jaar, maar voelt zich eigenlijk jonger. Op de groep in Zetten wordt hij daar soms mee gepest. Na de zitting gaat [naam 2] naar Almata. Op die groep kunnen ze hem beter verder helpen. Ook is het dichter bij de moeder van [naam 2] . Het allerliefst zou [naam 2] weer thuis wilen wonen. De gemeente denkt dat [naam 2] eerst nog naar een open groep zal gaan.
[naam 2] heeft aan de kinderrechter verteld dat hij het allerliefst naar huis zou willen. Maar, [naam 2] wil graag geholpen wordt bij zijn boos worden. Het gaat al wel beter. De laatste keer dat hij erg boos werd, was ongeveer drie weken geleden. Als hij dan daarna naar een open groep zou gaan, vindt hij dat ook goed. [naam 2] wil gewoon graag geholpen worden.
De moeder van [naam 2] heeft aan de kinderrechter verteld dat zij het allerliefst [naam 2] thuis heeft. Er zijn alleen te veel problemen nu. Als [naam 2] boos wordt, loopt hij weg. Dat is gevaarlijk. Nu zit hij gesloten en kan hij niet echt weglopen. Daarom vindt de moeder van [naam 2] het beter als hij nog langer gesloten zit.
De advocaat van [naam 2] heeft aan de kinderrechter verteld dat hij vindt dat [naam 2] zo kort mogelijk gesloten moet zitten. Aan de andere kant is het wel rustig en duidelijk voor [naam 2] als de kinderrechter nu beslist dat [naam 2] nog 6 maanden gesloten moet blijven. De advocaat vraagt de kinderrechter om te beslissen wat het beste is voor [naam 2] . De advocaat van [naam 2] zal er wel voor zorgen dat de gemeente goed in de gaten houdt of het goed gaat met [naam 2] bij Almata. De advocaat van [naam 2] heeft ook gevraagd of de kinderrechter de beslissing op wil schrijven op een manier die [naam 2] ook beter begrijpt.

Wat vindt de kinderrechter?

Volgens de wet kan de kinderrechter een kind gesloten plaatsen als er grote problemen zijn Die problemen moeten zo groot zijn, dat het eigenlijk niet goed lukt om een kind thuis goed op te voeden. Als de problemen niet worden opgelost, wordt het kind geen fijne volwassene. Dit kan alleen gesloten worden opgelost, omdat het kind bijvoorbeeld wegloopt.
Bij [naam 2] zijn er inderdaad grote problemen. [naam 2] loopt ook weg als hij boos wordt. [naam 2] maakt ook dingen stuk. Het is thuis niet gelukt om de problemen op te lossen. [naam 2] zit nu gesloten, maar het gaat nog niet goed genoeg met [naam 2] . Daarom kan [naam 2] nog niet naar een open groep of naar huis. Dat is niet [naam 2] ’s schuld. Er is een onderzoek gedaan en [naam 2] gaat nu hulp krijgen om te leren niet meer zo boos te worden. Hij doet hier ook heel goed zijn best voor. Vanaf 8 maart wordt [naam 2] in Almata hierbij geholpen. De kinderrechter hoopt dat het een fijne groep zal zijn voor [naam 2] , waar hij niet meer gepest wordt. Het is fijn voor [naam 2] als hij zichzelf mag zijn en gewoon met auto’s mag spelen. Omdat [naam 2] nog maar 12 jaar is, vindt de kinderrechter het wel belangrijk dat hij zo kort mogelijk gesloten zit. Toch gaat de kinderrechter [naam 2] 6 maanden gesloten plaatsen. Dat doet de kinderrechter omdat bijna zeker is dat die 6 maanden nodig zijn om [naam 2] te kunnen helpen. Ook vindt de kinderrechter dat de gemeente al heeft laten zien dat zij er goed op letten dat er hard gewerkt wordt om [naam 2] te helpen. Dat heeft de gemeente laten zien doordat er gebeurd is wat zij beloofd hadden. Het onderzoek wat de vorige keer beloofd was, is nu klaar. Ook is beloofd dat gekeken zou worden of een andere groep dan de OGH voor [naam 2] beter was. Dat heeft de gemeente uitgezocht en geregeld. De kinderrechter denkt daarom ook dat de gemeente [naam 2] niet langer gesloten laat zitten dan nodig. Dus, als het binnen 6 maanden zó goed gaat dat [naam 2] naar een open groep kan of naar huis, dan doet de gemeente dat.
Het oude verzoek van de gemeente waar nog 3 maanden van over waren, is nu niet meer nodig. Daarom wijst de kinderrechter dat af.

De beslissing

De kinderrechter:
in de zaak met nummer C/02/356064 / JE RK 19-429:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp die begint op 14 maart 2019 voor [naam 2] en die niet langer duurt dan 14 september 2019;
in de zaken met de nummers C/02/352495 / JE RK 18-2163 - C/02/352496 / JE RK 18-2164:
wijst het door het college meer dan wel anders verzochte af.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Tempel, kinderrechter en in het openbaar uitgesproken op in tegenwoordigheid van Baremans, griffier.
De beschikking is schriftelijk op vastgelegd.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
's-Hertogenbosch