ECLI:NL:RBZWB:2019:1352

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 april 2019
Publicatiedatum
2 april 2019
Zaaknummer
02-820337-18
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • M. Huiskamp
  • A. Meeuwisse
  • J. Speekenbrink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en uitlokking van ontucht met minderjarige; oplegging PIJ-maatregel

Op 2 april 2019 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, die beschuldigd werd van mensenhandel en uitlokking van ontucht. De zaak werd behandeld met gesloten deuren, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De verdachte, geboren in 2000, werd beschuldigd van het werven, vervoeren en uitbuiten van een minderjarige slachtoffer, geboren in 2003, met het oog op seksuele exploitatie. De tenlastelegging omvatte verschillende handelingen, waaronder het dwingen van het slachtoffer tot prostitutie en het verstrekken van drugs.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met een medeverdachte, [Medeverdachte], de Duitse man [Naam 1] in de gelegenheid heeft gesteld om met het slachtoffer seksuele handelingen te verrichten. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, ondanks de verdediging die stelde dat er sprake was van eendaadse samenloop en dat de verdachte niet opzettelijk had uitgelokt. De rechtbank verwierp deze argumenten en concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mensenhandel en uitlokking van ontucht.

De rechtbank legde een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel op, gezien de ernst van de feiten en de kwetsbare positie van het slachtoffer. De rechtbank benadrukte dat de verdachte misbruik had gemaakt van het vertrouwen van het slachtoffer en dat zijn handelen ernstige gevolgen had voor haar en haar omgeving. Daarnaast werd een jeugddetentie opgelegd, en er werden contact- en gebiedsverboden ingesteld om de veiligheid van het slachtoffer te waarborgen. De rechtbank oordeelde dat de PIJ-maatregel noodzakelijk was voor de verdere ontwikkeling van de verdachte en dat deze in een geschikte klinische setting moest worden uitgevoerd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/820337-18
vonnis van de meervoudige kamer van 2 april 2019
in de strafzaak tegen de minderjarige
[Verdachte]
geboren op [Geboortedag 1] 2000 te [Geboorteplaats- en land]
thans verblijvende te [Adres jeugdinrichting]
raadsvrouw mr. R.M. van Breemen, advocaat te Raamsdonksveer

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld met gesloten deuren op de zitting van 19 maart 2019, waarbij de officier van justitie, mr. Van Dorst, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte staat, met inachtneming hiervan, terecht ter zake dat
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 17 september 2017 tot en met 14 december 2017, althans op of omstreeks 28 november 2017, in elk geval in of omstreeks de maand november 2017 te Tilburg en/of Vught en/of Heusden, gemeente Asten en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
A.
een ander, te weten [Slachtoffer] (geboren op [Geboortedag Slachtoffer] 2003),
* heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [Slachtoffer] , terwijl die [Slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt (sub 2°), en/of
* (telkens) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [Slachtoffer] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [Slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die (seksuele) handelingen terwijl die [Slachtoffer] de leeftijd van
achttien jaren nog niet had bereikt (sub 5°)
EN/OF
B.
* (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van [Slachtoffer] met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [Slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt (sub 8°)
immers heeft/is verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
- een (korte) (seksuele) relatie met die [Slachtoffer] aangegaan en/of
- die [Slachtoffer] gevraagd haar bankpas en/of pincode en/of 3 horloges van haar stiefvader aan hem, verdachte af te geven en/of
- die [Slachtoffer] (meermalen) gedwongen en/of onder druk gezet en/of ertoe aangezet en/of overgehaald om (tegen betaling) seks te hebben/prostitutiewerkzaamheden te verrichten (met een Duitser/Duitse man) en/of in de gelegenheid gesteld/gebracht tot het verrichten van seks (tegen betaling)/prostitutiewerkzaamheden (met een Duitser/Duitse man) en/of daartoe afspraken gemaakt en/of laten maken en/of
- die [Slachtoffer] in een auto meegenomen en/of vervoerd naar een hotel waar zij seks moest/zou hebben met een Duitser/Duitse man, althans gezorgd voor het vervoer naar het hotel waar die [Slachtoffer] sex zou moeten/gaan hebben met een Duitser/Duitse man en/of
- die [Slachtoffer] (op weg naar het hotel) van drugs voorzien en/of
- die [Slachtoffer] bij het hotel opzettelijk dreigend de woorden toegevoegd: “je kunt mij nu niet voor schut zetten, ik sla je helemaal in elkaar”, althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [Slachtoffer] de woorden toegevoegd dat ze haar bij het hotel zouden achterlaten als ze weigerde om sex te hebben met die Duitser/Duitse man en/of dat de eerste keer altijd eng is en/of dat hij anders voor schut zou staan bij zijn vrienden en/of dat ze beter een hoer kon zijn dan een slet en/of dat ze wel moest doen wat de Duitser/Duitse man zei, althans woorden van deze strekking en/of
- die [Slachtoffer] een bericht gestuurd met de tekst: “ga jij die Duitser pijpen” en/of
- die [Slachtoffer] een telefoon meegegeven toen ze het hotel in ging met die Duitser/Duitse man (zodat die [Slachtoffer] en verdachte en/of diens mededader(s) contact met elkaar zouden kunnen onderhouden) en/of
- tegen die [Slachtoffer] gezegd dat ze moest zeggen dat ze 16 jaar was als die Duitser/Duitse man daarnaar vroeg en/of
- die [Slachtoffer] zonder condoom sex laten hebben met die Duitser/Duitse man en/of
- een groot deel van de verdiensten uit de verrichte prostitutiewerkzaamheden van die [Slachtoffer] afgenomen en/of afgepakt en/of door die [Slachtoffer] aan hem, verdachte, en/of zijn mededaderts) laten afstaan en/of het door [Slachtoffer] verdiende geld ingenomen en/of beheerd en/of (deels) aangewend voor zijn/hun eigen gebruik en/of
- zich agressief gedragen tegenover die [Slachtoffer] en/of
- zorg gedragen voor controle en/of begeleiding en/of toezicht op (de prostitutiewerkzaamheden van) die [Slachtoffer] en/of
- de prijs/prijzen bepaald waartegen die [Slachtoffer] de seksuele handelingen zou verrichten met die Duitser/Duitse man en/of
- die [Slachtoffer] ertoe aangezet/bewogen om andere meisjes te ronselen die voor hem, verdachte zouden moeten/kunnen gaan werken;
2.
[Naam 1] , altans een (Duits sprekende) persoon op of omstreeks 28 november 2017, althans in of omstreeks de maand november 2017 te Heusden, gemeente Asten, althans in Nederland, met [Slachtoffer] (geboren [Geboortedag Slachtoffer] 2003), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [Slachtoffer] , hebbende die [Naam 1] zijn penis in de vagina van die [Slachtoffer] geduwd en/of gebracht en/of gehouden en/of (vervolgens) (met zijn penis) op en neer gaande bewegingen gemaakt in de vagina van die [Slachtoffer] ,
welk feit hij, verdachte op of omstreeks 28 november 2017, althans in of omstreeks de periode van 1 november 2017 tot en met 28 november 2017 te Tilburg en/of Vught en/of Heusden, gemeente Asten, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans hij, verdachte, opzettelijk heeft uitgelokt door giften en/of beloften en/of misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of misleiding en/of door het verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- die [Slachtoffer] (meermalen) gedwongen en/of onder druk gezet en/of ertoe aangezet en/of overgehaald om (tegen betaling) seks te hebben met die [Naam 1] , althans die (Duits sprekende) persoon en/of in de gelegenheid gesteld/gebracht tot het verrichten van seks (tegen betaling) met die [Naam 1] , althans die (Duits sprekende) persoon en/of
- afspraken gemaakt en/of laten maken met die [Naam 1] , althans die (Duits sprekende) persoon (om sex/gemeenschap te hebben met die [Slachtoffer] , althans een vrouwspersoon) en/of
- die [Slachtoffer] in een auto meegenomen en/of vervoerd naar een hotel waar zij sex moest/zou hebben met die [Naam 1] , althans die (Duits sprekende) persoon, althans gezorgd voor het vervoer naar het hotel waar die [Slachtoffer] sex zou moeten/gaan hebben met die (Duits sprekende) persoon en/of
- die [Slachtoffer] (op weg naar het hotel) van drugs voorzien en/of
- die [Slachtoffer] bij het hotel opzettelijk dreigend de woorden toegevoegd: “je kunt mij nu niet voor schut zetten, ik sla je helemaal in elkaar”, althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [Slachtoffer] de woorden toegevoegd dat ze haar bij het hotel zouden achterlaten als ze weigerde om sex te hebben met die [Naam 1] , altans die (Duits sprekende) persoon en/of dat de eerste keer altijd eng is en/of dat hij, verdachte anders voor schut zou staan bij zijn vrienden en/of dat ze beter een hoer kon zijn dan een slet en/of dat ze wel moest doen wat die [Naam 1] , altans die (Duits sprekende) persoon zei en/of vroeg, althans woorden van deze strekking en/of
- die [Slachtoffer] een telefoon meegegeven toen ze het hotel in ging met die [Naam 1] , altans die (Duits sprekende) persoon (om contact te kunnen onderhouden met verdachte en/of diens mededader(s)) en/of
- tegen die [Slachtoffer] gezegd dat ze moest zeggen dat ze 16 jaar was als die [Naam 1] , altans die (Duits sprekende) persoon daarnaar vroeg en/of
- zich agressief gedragen tegenover die [Slachtoffer] en/of
- de prijs/prijzen bepaald waartegen die [Slachtoffer] de seksuele handelingen met die die [Naam 1] , althans die (Duits sprekende) persoon zou verrichten.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
Feiten 1 en 2
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde mensenhandel en uitlokking van het plegen van ontucht tezamen en in vereniging heeft gepleegd. Zij baseert zich daarbij op de aangifte en de verklaringen van mevrouw [Naam 2] (hierna: [Naam 2] ) en de verklaringen van [Slachtoffer] (hierna: [Slachtoffer] ). De politie komt tot vele bevindingen die de verklaring van [Slachtoffer] ondersteunen. De officier van justitie verwijst in dit kader naar de processen-verbaal van bevindingen ten aanzien van het hotel, de klant [Naam 1] , de gebruikte Mercedes, de gereden route en de locatiegegevens van de telefoons in gebruik bij verdachte, medeverdachte [Medeverdachte] (hierna: [Medeverdachte] ) en [Slachtoffer] . Ook de verklaring van [Naam 3] (hierna: [Naam 3] ) bevestigt het verhaal van [Slachtoffer] op belangrijke punten. Dit geldt tevens voor de verklaringen van verdachte en die van [Medeverdachte] , het onderzoek naar de telefoons van [Slachtoffer] en [Naam 2] en voor het tapgesprek van 19 april 2018.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Feiten 1 en 2
De verdediging stelt zich op het standpunt dat hetzelfde feitencomplex onder feit 1 en 2 ten laste is gelegd. De verdediging is dan ook van mening dat er sprake is van eendaadse samenloop.
Feit 1
De verdediging is van mening dat feit 1 sub A en B bewezen kan worden verklaard, behalve die delen van de tenlastelegging waarin wordt uitgegaan van meerdere tijdstippen en het telkens ertoe brengen. Er is alleen een situatie geweest op 28 november 2017. Verdachte heeft zijn aandeel daarin bekend.
Feit 2
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van dit feit. De Duitse man is betrokken door medeverdachte [Medeverdachte] . Het opzet van de Duitse man was al gericht op het hebben van seks met een minderjarige. Verdachte heeft daarin geen aandeel gehad. De Duitse man heeft de hotelkamer geboekt en met [Medeverdachte] de datum, het tijdstip en het meisje besproken. [Medeverdachte] heeft daarnaast het vervoer geregeld. Verdachte is enkel de tussenpersoon geweest tussen [Slachtoffer] en [Medeverdachte] . Verdachte heeft zich derhalve niet schuldig gemaakt aan opzettelijke uitlokking van het plegen van ontucht. De verdediging verzoekt de rechtbank verdachte van dit feit vrij te spreken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Feiten 1 en 2
Algemene bewijsoverwegingen
Start van het onderzoek
Op 7 december 2017 laat [Naam 2] in een gesprek met de politie weten dat zij zich zorgen maakt over haar dochter [Slachtoffer] . [Slachtoffer] heeft verdachte leren kennen via social media. [Slachtoffer] heeft verteld dat zij haar bankpas en pincode heeft afgegeven aan verdachte. [Slachtoffer] zou daar geld voor krijgen. [Slachtoffer] heeft drie horloges van de partner van [Naam 2] weggenomen. Later bleek dat [Slachtoffer] deze horloges aan verdachte heeft gegeven. [Slachtoffer] wilde zich op deze manier aan verdachte bewijzen. Op 29 november 2017 was [Naam 2] bij [Slachtoffer] op bezoek in de [Naam instantie] in Vught. Zij zag een briefje van € 50,- op de kamer van [Slachtoffer] liggen. Het geld heeft [Slachtoffer] niet van [Naam 2] en ook niet van haar vader. Haar bankrekening is opgeheven. [Naam 2] zag berichtjes van 30 november 2017 tussen verdachte en [Slachtoffer] op Instagram. [Slachtoffer] schrijft ‘Kijk ik vind hem gwn eng, maar t verdient wel goeie’. Verdachte schrijft ‘Ja daarom. Als jij andere boys vind’. [Naam 2] weet dat [Slachtoffer] en verdachte seks met elkaar hebben gehad. Dat heeft [Slachtoffer] aan een neefje laten weten. [1]
Op 7 januari 2018 wordt verbalisant [Naam 4] gebeld door [Naam 2] . [Naam 2] verklaart dat [Slachtoffer] haar heeft verteld dat zij een afspraak heeft gehad met een oudere Duitse man in een hotel. [Slachtoffer] heeft seks gehad zonder condoom en de Duitse man heeft € 450,- aan verdachte betaald, waarvan [Slachtoffer] € 50,- heeft gekregen. [2]
Aangifte en aanvullende verklaringen moeder
Op 11 januari 2018 doet [Naam 2] aangifte namens [Slachtoffer] . [Slachtoffer] heeft haar verteld dat zij onder dwang seks heeft gehad. Zij is hiertoe gedwongen door verdachte. [Slachtoffer] heeft vooraf een foto van de man ontvangen van verdachte. De afspraak vond plaats op 28 november 2017. [Slachtoffer] is in Vught opgehaald. Zij zijn naar een hotel gereden. Tijdens de rit is drugs gebruikt. Ze waren aan het blowen. [Slachtoffer] vertelde dat zij drugs heeft gebruikt. Voordat [Slachtoffer] met de Duitser het hotel binnen ging, heeft zij een telefoon gekregen van verdachte. De Duitser was er al toen ze aankwamen op de parkeerplaats bij het hotel. In het hotel heeft [Slachtoffer] seks gehad met de Duitser, terwijl zij tegen verdachte heeft gezegd dat zij dat niet wilde. [Naam 2] heeft gevraagd of die man een condoom had gebruikt. [Naam 2] zag dat [Slachtoffer] nee schudde. De Duitse man was 37 jaar oud. Na afloop is [Slachtoffer] afgezet op het station in Eindhoven. [Slachtoffer] heeft [Naam 2] verteld dat verdachte aan haar had gevraagd of [Slachtoffer] geen andere meisjes wist die dit werk wilden doen. [Slachtoffer] heeft dit aan meisjes gevraagd. De behandelcoördinator van [Slachtoffer] heeft [Naam 2] verteld dat [Slachtoffer] een ander meisje heeft proberen te ronselen. [Slachtoffer] zei tegen [Naam 2] dat zij dit heeft gedaan. [3]
Op 19 januari 2018 spreekt de politie opnieuw met [Naam 2] . Zij verklaart bij die gelegenheid dat zij inmiddels weet dat [Slachtoffer] de drugs van verdachte heeft gekregen. Verdachte heeft [Slachtoffer] een paar keer gebeld toen zij bij de Duitser was. [Naam 2] heeft aan [Slachtoffer] gevraagd hoe verdachte in contact is gekomen met de Duitser. [Slachtoffer] zei “De man die achter het stuur zat, kende die Duitser”. [Slachtoffer] is verteld dat het een Duitser is. [Slachtoffer] heeft de drugs van verdachte gekregen. Verdachte heeft tegen [Slachtoffer] gezegd dat zij moest vertellen dat zij 16 jaar oud was als om haar leeftijd werd gevraagd door de Duitser. De Duitser heeft gevraagd hoe oud [Slachtoffer] was toen [Slachtoffer] met hem alleen was. [Slachtoffer] heeft toen gezegd dat zij 16 jaar oud was. [4]
Op 6 maart 2018 verklaart [Naam 2] dat de chauffeur de klanten regelde. Verdachte zocht de meisjes. [5] [Slachtoffer] zag op Instagram een contact dat zij niet kende en vroeg: “Wie ben jij?" De jongen reageerde met: “Ik zat naast je in die auto, je weet wel”. [Slachtoffer] vroeg aan de jongen of hij de Mercedes bedoelde. De jongen antwoordde hierop “ja”. De jongen zei toen dat de chauffeur van de auto [Medeverdachte] heet. [6]
Verklaringen [Slachtoffer]
Op 16 mei 2018 en 28 mei 2018 legt [Slachtoffer] verklaringen af bij de politie. In de tijd dat [Slachtoffer] verdachte nog nooit had gezien, maar alleen via de telefoon en internet contact met hem had, vertelde verdachte haar dat hij van horloges houdt. [Slachtoffer] heeft hem toen verteld dat de vriend van haar moeder drie mooie horloges had. Nadat [Slachtoffer] dit had gezegd, begon verdachte steeds over die horloges. Hij zei dat hij ze wilde hebben en dat hij daarvoor in hun huis wilde komen. [Slachtoffer] heeft toen de horloges weggenomen en aan verdachte gegeven. Zij verklaart dat zij verdachte voor het eerst zag in 2017. [7] Verdachte heeft nooit echt verkering gevraagd. [Slachtoffer] was erg verliefd op verdachte. Zij denkt dat verdachte ook verliefd op haar was. Verdachte wist dat [Slachtoffer] 14 jaar oud was. Dat heeft zij hem verteld. [8] heeft zo vaak als zij kon met verdachte afgesproken. Een keer moest [Slachtoffer] haar pinpas aan hem afgeven. Verdachte wilde die lenen. [Slachtoffer] zou daar € 1.000,- voor krijgen. Dit was twee of drie maanden nadat [Slachtoffer] verdachte voor het eerst had gezien. [Slachtoffer] en verdachte hadden ook onveilige seks met elkaar. Dit gebeurde op initiatief van verdachte. [Slachtoffer] heeft weleens foto’s in lingerie naar verdachte gestuurd, omdat verdachte dit vroeg. [9]
[Slachtoffer] heeft seks tegen betaling gehad met een meerderjarige man. Verdachte heeft haar daartoe gedwongen. Verdachte was boos op haar en [Slachtoffer] wilde dat hij weer aardig tegen haar ging doen. [Slachtoffer] wist van tevoren wat er op 28 november 2017 ging gebeuren, want dat had verdachte de dag van tevoren verteld. Verdachte heeft van tevoren verteld om welk hotel het ging. Verdachte had verteld dat de man Duits was. De man met wie zij seks moest hebben, was 37 jaar oud. Een dag van tevoren had zij een foto van de man gezien, die de man had gestuurd via verdachte. Verdachte appte haar. Hij zei dat hij iemand had geregeld die seks met haar wilde. Hij zei “beter een hoer dan een slet”. Hij bedoelde daarmee dat je beter seks kunt hebben voor geld dan zomaar seks. Hij begon er wel eens eerder over dat vriendinnen dat ook wel eens deden. [10]
Zij is met de auto naar het hotel gegaan. [Slachtoffer] moest wachten bij de Jumbo in Vught. Toen de auto aankwam, stapte verdachte uit en wenkte hij haar. In de auto zaten verdachte en andere jongens. Een van die jongens heet [Naam 3] . Medeverdachte [Medeverdachte] zat achter het stuur. [Naam 3] zat achter [Medeverdachte] . [Slachtoffer] zat in het midden en verdachte zat aan de andere kant naast haar. De jongens waren stoned. Zij gingen jointjes draaien. [Slachtoffer] heeft ook jointjes gerookt. Verdachte gaf deze aan haar en zei dat zij er rustig van zou worden. Verdachte zei in de auto dat die man geen rare dingen zou doen, maar dat [Slachtoffer] wel moest doen wat de man zei. Hij bedoelde hier de man mee met wie [Slachtoffer] seks moest hebben. Zij reden naar het hotel. Toen zij bij het hotel aankwamen, stond de Duitse man al te wachten op de parkeerplaats. De chauffeur, verdachte en [Slachtoffer] stapten uit. De Duitse man kwam naar hen toe en gaf een envelop aan verdachte. [Slachtoffer] wist dat er € 350,- in de envelop zat. [Slachtoffer] heeft later gezien dat verdachte het geld telde. [Slachtoffer] zag dat [Medeverdachte] met de Duitse man bleef praten. [Slachtoffer] zei tegen verdachte dat zij niet meer wilde. [Slachtoffer] is met de man meegegaan, omdat zij bang was dat zij haar daar achterlieten. Zij zag dat de auto met iedereen erin wegreed. [Slachtoffer] was bang. Het was avond en [Slachtoffer] wist niet waar zij was. Ze hadden beloofd om daar op haar te wachten. [11]
De man vroeg hoe oud [Slachtoffer] was. [Slachtoffer] zei dat zij 16 jaar oud was, want dat moest zij van verdachte zeggen. De man vroeg aan [Slachtoffer] of zij dit moest doen van de jongens. [Slachtoffer] zei hierop “ja”. De man vroeg of zij zelf genoeg geld kreeg van de jongens. Verdachte had tegen haar gezegd dat zij extra geld aan die man moest vragen. Dat heeft zij gedaan en die man heeft haar € 100,- gegeven, maar dat heeft zij aan verdachte moeten afgeven. [Slachtoffer] heeft seks met deze man gehad in zijn hotelkamer. Zij deden het niet veilig. De man zei dat hij betaald had om het zonder condoom te doen. [Slachtoffer] wist dit niet van tevoren. Van verdachte had zij een telefoon gekregen. Toen [Slachtoffer] klaar was, belde verdachte haar op. Hij zei dat hij haar weer kwam ophalen. [Slachtoffer] is toen weer in de auto gestapt. [Slachtoffer] heeft gezegd dat zij € 100,- had gekregen, omdat zij bang was dat verdachte haar niet meer zou komen ophalen. [Slachtoffer] heeft zelf € 50,- gekregen van verdachte. Op de terugweg waren dezelfde jongens erbij. Zij hebben haar bij het station in Eindhoven afgezet. [Slachtoffer] dacht dat zij het vaker zou moeten doen, omdat verdachte dat vroeg. [Slachtoffer] zei dat zij dat wilde. Zij wilde dat doen voor hem, omdat zij verliefd op hem was. [Slachtoffer] heeft een gesprek gehad met verdachte, waarin zij ongeveer schrijft ‘ik wil het niet meer doen, ik vind hem eng’. Hij schrijft dan terug ‘als je dat eng vindt, dan moet je maar zorgen voor jongere boys’. Verdachte heeft [Slachtoffer] gevraagd of zij niet aan andere meisjes kon vragen of zij seks wilden hebben voor geld. [12]
Verklaringen getuigen
Getuige [Naam 3] is door de politie verhoord. Hij verklaart dat [Medeverdachte] aan hem vroeg of hij mee ging rijden. [Medeverdachte] zei dat ze geld gingen verdienen. Zij hebben verdachte opgehaald in Tilburg. Daarna hebben ze dat meisje in Vught opgehaald. Verdachte zei dat [Slachtoffer] 16 jaar oud was. Ze zijn toen naar Asten gereden. In de auto zaten verdachte, [Medeverdachte] , [Slachtoffer] en [Naam 3] . [Medeverdachte] zat achter het stuur. [Naam 3] zat achterin met [Slachtoffer] en verdachte. [Medeverdachte] kende deze man al. Verdachte, [Medeverdachte] en [Slachtoffer] zijn uit de auto gestapt. Er stond daar een man van rond de 40 jaar oud. De man, verdachte en [Medeverdachte] spraken met elkaar. Die man trok een envelop uit zijn zak en gaf deze aan verdachte. Toen liep [Slachtoffer] met hem mee naar binnen. Verdachte en [Medeverdachte] zaten voorin de auto. Verdachte gaf geld aan [Medeverdachte] . Dit geld kwam uit die envelop. Ze hebben rond gereden en hebben [Slachtoffer] daarna weer afgehaald. [Slachtoffer] zei dat zij extra geld had gekregen. Ze mocht € 50,- houden. De rest moest ze aan verdachte afgeven. Een paar weken later heeft [Naam 3] contact gehad met [Slachtoffer] via Instagram. [13]
[Naam 5] , casemanager, verklaart dat vanuit [Naam instantie] is aangegeven dat [Slachtoffer] andere groepsgenoten heeft moeten ronselen. Gezegd is dat er € 50,- mee kan worden verdiend. [14]
Verklaringen verdachte en medeverdachte [Medeverdachte]
De politie heeft verdachte en [Medeverdachte] aangehouden voor mogelijke betrokkenheid bij de onder feit 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
Verdachte heeft zowel bij de politie als ter terechtzitting verklaringen afgelegd. Verdachte verklaart dat hij en [Slachtoffer] regelmatig seks hadden. [15] Hij heeft [Slachtoffer] ertoe aangezet seks te hebben met de Duitse man. Verdachte had de overhand in hun relatie. Verdachte heeft [Slachtoffer] door zijn manier van praten en overtuigingskracht gemanipuleerd. Verdachte was zich bewust van de invloed die hij had op [Slachtoffer] . Verdachte realiseerde zich ook dat [Slachtoffer] verliefd op hem was. Hij heeft [Slachtoffer] gevraagd foto’s van zichzelf te maken in lingerie. [16] [Medeverdachte] heeft hij via via leren kennen. [17] Verdachte heeft aan [Medeverdachte] gevraagd naar ideeën voor [Slachtoffer] om geld te verdienen. [Medeverdachte] gaf toen aan dat hij een vriend had, die bereid was te betalen voor seksuele handelingen. [18] [Medeverdachte] kent die Duitse man. Verdachte kent die Duitse man via [Medeverdachte] . Hij kreeg het telefoonnummer van die man van [Medeverdachte] . [19] Het telefoonnummer [Telefoonnummer 1] dat onder de naam ‘Duitser’ in de telefoon van verdachte is opgeslagen is van die Duitse man, de klant van [Slachtoffer] . [20] Verdachte heeft tegen [Slachtoffer] gezegd dat een keertje geen kwaad kon en dat dit een snelle en gemakkelijke manier was om geld te verdienen. Verdachte bleef doorzetten om [Slachtoffer] hiertoe te bewegen. Hij heeft daarnaast geholpen de afspraken te maken. Verdachte heeft afgesproken dat er geen geweld zou worden gebruikt en dat de Duitse man rustig aan zou doen met [Slachtoffer] . Verdachte heeft tegen [Medeverdachte] en de Duitse man gezegd dat de Duitse man zich moest gedragen. Ook is afgesproken dat er geen anale seks zou plaatsvinden. Er is een bedrag van € 350,- afgesproken. Daarnaast is afgesproken dat het een uur zou duren. [Medeverdachte] zou de datum regelen met de Duitse man. [21] [Medeverdachte] reed. [Slachtoffer] en verdachte zaten samen achterin. [22] De man die bij het hotel stond toen verdachte, [Medeverdachte] en [Slachtoffer] uitstapten was de Duitse man. [23] De Duitse man gaf verdachte de envelop. Het geld is in de auto verdeeld. Het ging verdachte om het geld. Verdachte vond dat hij recht had op een deel van het verdiende geld. [24] In de envelop zat € 350,-. Verdachte heeft [Slachtoffer] een telefoon gegeven. [Slachtoffer] is met de Duitse man het hotel ingegaan om daar seks tegen betaling met hem te hebben. Toen [Slachtoffer] klaar was met de klant hebben ze haar opgehaald op het parkeerterrein waar zij haar hebben afgezet. [25] Verdachte heeft aan [Slachtoffer] gevraagd of zij vriendinnen had die dit willen doen. [26]
[Medeverdachte] verklaart dat hij gebruikmaakte van de auto van zijn vader. [27] Hij zag verdachte bij het station in Tilburg. Verdachte stapte in en toen zijn ze zijn vriendin gaan halen in Vught. [28] Ze waren aan het blowen. Iedereen heeft van de joint gerookt. [29] [Slachtoffer] was onderdanig. [30] Verdachte en [Slachtoffer] waren niet gelijkwaardig. [Medeverdachte] denkt dat [Slachtoffer] geen keuze heeft gehad. Verdachte heeft haar onder druk gezet. [Slachtoffer] , verdachte en [Medeverdachte] zijn uit de auto gestapt. De man bij het hotel is een Duitse man, die [Medeverdachte] heeft ontmoet in Helmond. [31] Die Duitser heeft opgemerkt dat hij seks zou willen hebben tegen betaling met een vrouw. Hij heeft gevraagd of [Medeverdachte] een goede hoerentent in de buurt wist. Op de foto die als bijlage 1 bij het proces-verbaal is gevoegd, staat de Duitse man waar [Medeverdachte] het over heeft. Hij is de man die in het hotel in Asten seks heeft gehad met [Slachtoffer] . [32]
De politie heeft onderzoek gedaan naar de onder verdachte en [Medeverdachte] in beslag genomen telefoons.
Telefoonnummer [Telefoonnummer 2]
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat het zou kunnen dat hij het nummer [Telefoonnummer 2] in gebruik had. [33]
[Naam 2] verklaart bij de politie dat het telefoonnummer van verdachte [Telefoonnummer 2] is. [34]
[Slachtoffer] verklaart bij de politie dat het telefoonnummer van verdachte [Telefoonnummer 2] is. [35]
Uit onderzoek van de politie is gebleken dat het telefoonnummer [Telefoonnummer 2] op naam van [Naam 6] , de vader van verdachte, staat. [36]
Op de kamer van [Verdachte] is een iPhone 6 met simkaart aangetroffen en in beslag genomen. Aan deze simkaart is het telefoonnummer [Telefoonnummer 2] gekoppeld. [37]
Voor de rechtbank staat op basis van deze feiten en omstandigheden in voldoende mate vast dat het telefoonnummer [Telefoonnummer 2] destijds in gebruik is geweest bij verdachte.
Telefoonnummer [Telefoonnummer 3]
Uit onderzoek van de politie is gebleken dat het telefoonnummer [Telefoonnummer 3] op naam van [Medeverdachte] staat, wonende op de [Adres 1] . [38] [39]
Voor de rechtbank staat op basis van deze feiten en omstandigheden in voldoende mate vast dat het telefoonnummer [Telefoonnummer 3] destijds in gebruik is geweest bij [Medeverdachte] .
Onderzoek telefoons
Op de bij verdachte in beslag genomen telefoon van het merk Samsung, type Galaxy S4 mini (GT-19195) is door verbalisant [Naam 7] onder het onderdeel “Contact” het volgende contact aangetroffen: Name: Duitser. Phone: [Telefoonnummer 1] . Toen werd gezocht op dit telefoonnummer zag de verbalisant dat er een foto aan dit telefoonnummer was gekoppeld. [40]
De rechtbank stelt vast dat deze foto dezelfde is als de foto die als bijlage 1 bij het proces-verbaal is gevoegd, en waarover verdachte heeft verklaard dat dit de Duitse man is waarmee [Slachtoffer] seks heeft gehad. [41]
Ook de inhoud van een iPhone in gebruik bij [Naam 2] is veiliggesteld. Op deze iPhone zijn vijf foto’s aangetroffen van een chatgesprek tussen verdachte en [Slachtoffer] . Hieruit kan worden opgemaakt dat verdachte in het bezit is geweest van de pinpas van [Slachtoffer] . Hierover verklaart [Naam 2] in de aangifte van 07-12-2017: “Ik had toen dus haar telefoon en zag berichtjes tussen verdachte op de Instagram van [Slachtoffer] . Dit waren berichten van een dag eerder, 30 november 2017. [Slachtoffer] schrijft: ‘Kijk, ik vind hem gwn eng, maar t verdient wel goeie’. Verdachte schrijft: ‘Ja daarom. Als jij jongere boys vind’. [42] [43]
Historische gegevens
Van de telefoonnummers [Telefoonnummer 3] en [Telefoonnummer 2] zijn de historische gegevens opgevraagd.
Het eerste contact tussen het telefoonnummer [Telefoonnummer 3] en het telefoonnummer [Telefoonnummer 2] is op 22 november 2017 te 20:38:49 uur. Op die dag is er daarna nog drie keer contact. Voorts is er contact op 23 november 2017 (zes keer), 24 november 2017 (zeven keer) en 25 november 2017 (twee keer). Op 28 november 2017 wordt met het telefoonnummer [Telefoonnummer 2] 9 keer contact gemaakt met het telefoonnummer [Telefoonnummer 3] . Uit de mastgegevens blijkt dat het telefoonnummer [Telefoonnummer 3] tussen 19:49 en 20:55 uur in Asten was. Het laatste contact vindt plaats op 29 december 2017 om 18:17:44. Er is in totaal zes keer vanuit het telefoonnummer [Telefoonnummer 3] contact opgenomen met [Telefoonnummer 2] . Er is 61 keer contact opgenomen vanuit het telefoonnummer [Telefoonnummer 2] met [Telefoonnummer 3] . [44]
Het telefoonnummer [Telefoonnummer 2] straalt op 28 november 2018 tussen 20:32:29 en 20:52:57 uur zendmastlocaties aan die zich in Asten bevinden. [45]
Onderzoek naar het hotel en de Duitse man
Naar aanleiding van het aanstralen van voornoemde telefoonnummers op de zendmasten in Asten op 28 november 2017 en de aangifte en verklaringen van [Naam 2] heeft de politie contact gezocht met wijkagenten van de gemeente Asten/Heusden. Deze wijkagenten uitten het vermoeden dat het betreffende hotel [Naam 8] te Heusden zou kunnen zijn. [46]
Verbalisant [Naam 9] heeft de klantgegevens bij [Naam 8] opgevraagd. [Naam 9] heeft de gegevens geanalyseerd op de datum 28 november 2017 en op klanten met een Duitse naam. [47]
Verbalisant [Naam 10] heeft de namen van het nachtregister van het hotel op internet en social media bekeken. De naam [Naam 1] had slechts 1 profiel op Facebook. [Naam 10] zag dat hij uit [Adres 2] kwam. Op 10 mei 2018 is in zijn account een post in de Duitse taal geplaatst. In de reacties onder de post werd [Naam 1] alsnog gefeliciteerd met zijn verjaardag. Dit zou betekenen dat [Naam 1] de dag voor deze post jarig was. Dit zou dan [Geboortedag naam 1] zijn geweest. [Naam 10] is in de politiesystemen gaan zoeken op een [Naam 1] geboren op [Geboortedag naam 1] en zag een treffer op naam in Summ-it met geboortedatum [Geboortedag naam 1] 1980. Dat betekent dat deze persoon in november 2017 37 jaar oud was. [Naam 10] zag dat deze naam voorkwam in een onderzoek in Oost-Brabant. Er werd vervolgens contact gezocht met de politie te Helmond. Aangegeven werd dat de gegevens van [Naam 1] waren geregistreerd, nu [Naam 1] getuige was geweest van een diefstal met geweld, waarbij hij de navolgende gegevens op gaf. [Naam 1] , [Naam 1] , [Geboortedag naam 1] -1980 te [Geboorteplaats- en land naam 1] Duitse nationaliteit. Wonende: [Adres 2] . Tel: [Telefoonnummer 1] . [48]
Verbalisanten [Naam 11] en [Naam 12] hebben [Naam 8] bezocht. De eigenaren van het hotel bevestigden dat [Naam 1] daar op 28 november 2017 heeft verbleven. Op de factuur is te zien dat [Naam 1] van 20 november 2017 tot en met 29 november 2017 gebruik heeft gemaakt van de kamer met nummer 6. [49]
Op 7 september 2018 is bij het onderzoeksteam van de Duitse autoriteiten een e-mail binnengekomen, waarin is aangegeven dat het horen van [Naam 1] niet mogelijk is gebleken omdat [Naam 1] zelfmoord heeft gepleegd.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat er sprake is van eendaadse samenloop. Voorts is door de verdediging betoogd dat er ten aanzien van feit 2 geen sprake is van strafbare uitlokking. De rechtbank zal hieronder ingaan op deze verweren.
Specifieke bewijsoverwegingen
Eendaadse samenloop
Door de verdediging is betoogd dat er sprake is van eendaadse samenloop ten aanzien van de onder feit 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
Bij seksuele uitbuiting van kinderen is sprake van een zekere overlap tussen het in Titel XVII opgenomen artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), dat ziet op mensenhandel, en de bepalingen betreffende seksueel misbruik van kinderen in Titel XIV, waaronder ook het ten laste gelegde artikel 245 Sr valt. De rechtbank stelt vast dat de strafbaarstelling van artikel 273f Sr bescherming biedt tegen uitbuiting en tegen de aantasting van de lichamelijke en geestelijke integriteit en persoonlijke vrijheid van individuele personen. Het rechtsgoed dat met Titel XIV wordt beschermd, is de seksuele zeden. De strafbepaling van artikel 245 Sr biedt bescherming tegen het gedwongen worden tot ernstige seksuele handelingen. Het rechtsgoed dat met Titel XVII wordt beschermd, betreft de persoonlijke vrijheid. Nu voornoemde strafbepalingen verschillende rechtsgoederen en belangen beogen te beschermen, is er naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van eendaadse samenloop ten aanzien van de onder feit 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
De rechtbank zal het verweer van de verdediging dan ook passeren.
Strafbare uitlokking
De verdediging heeft betoogd dat niet kan worden bewezen dat er sprake is van strafbare uitlokking.
Om te komen tot een bewezenverklaring van strafbare uitlokking van de ten laste gelegde ontuchtige handelingen dient de rechtbank vast te stellen dat verdachte opzet heeft gehad op uitlokking van het feit, dat verdachte hiertoe een ander heeft aangezet, dat verdachte hierbij een of meerdere uitlokkingsmiddelen heeft gebruikt zoals misbruik van gezag, bedreiging of door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen, dat het uitgelokte delict is gevolgd en dat de uitgelokte strafbaar is.
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte samen met [Medeverdachte] de Duitse man, [Naam 1] , opzettelijk in de gelegenheid heeft gesteld met [Slachtoffer] seks te hebben. Uit de bewijsmiddelen blijkt weliswaar dat [Naam 1] bij [Medeverdachte] heeft geïnformeerd naar een goede hoerentent en derhalve seks wilde hebben tegen betaling. Uit niets blijkt echter dat [Naam 1] er vanaf het eerste moment op uit was ontuchtige handelingen te verrichten, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [Slachtoffer] . Dit specifieke plan vindt naar het oordeel van de rechtbank zijn oorsprong bij verdachte en [Medeverdachte] . Het zijn verdachte en [Medeverdachte] geweest die [Naam 1] hiertoe vervolgens hebben aangezet en hem daartoe gelegenheid hebben verschaft. [Medeverdachte] kende [Naam 1] en heeft het contact tussen [Naam 1] en verdachte gelegd. [Medeverdachte] heeft contact onderhouden met [Naam 1] , terwijl verdachte zorg droeg voor het contact met [Slachtoffer] nadat hij [Slachtoffer] heeft aangeboden. Een en ander heeft er op 28 november 2017 toe geleid dat [Naam 1] ontuchtige handelingen met [Slachtoffer] heeft gepleegd. Dit is strafbaar gesteld in artikel 245 Sr. De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat aan alle volgens de wet gestelde vereisten voor een strafbare uitlokking is voldaan.
De rechtbank zal het verweer van de verdediging passeren.
Conclusie
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder feit 1 primair ten laste gelegde mensenhandel en de onder feit 2 ten laste gelegde uitlokking van ontucht in vereniging heeft gepleegd.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in
of omstreeksde periode van 17 september 2017 tot en met
14 december 2017, althans op of omstreeks28 november 2017
, in elk geval in of omstreeks de maand november 2017 te Tilburg en/of Vught en/of Heusden, gemeente Asten en/of eldersin Nederland, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
A.
een ander, te weten [Slachtoffer] (geboren op [Geboortedag Slachtoffer] 2003),
* heeft geworven, vervoerd, overgebracht,
gehuisvest of opgenomen,met het oogmerk van
(seksuele
)uitbuiting van die [Slachtoffer] , terwijl die [Slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt (sub 2°), en
/of
*
(telkens)ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met
en/of vooreen derde tegen betaling
dan wel ten aanzien van die [Slachtoffer] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [Slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die (seksuele) handelingenterwijl die [Slachtoffer] de leeftijd van
achttien jaren nog niet had bereikt (sub 5°)
EN
/OF
B.
*
(telkens)opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van [Slachtoffer] met
of vooreen derde tegen betaling, terwijl die [Slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt (sub 8°)
immers heeft/is verdachte, tezamen en in vereniging met
(een
)ander
(en), althans alleen
- een
(korte)(seksuele) relatie met die [Slachtoffer] aangegaan en
/of
- die [Slachtoffer] gevraagd haar bankpas en
/ofpincode en
/of3 horloges van haar stiefvader aan hem, verdachte af te geven en
/of
- die [Slachtoffer]
(meermalen
)gedwongen en
/ofonder druk gezet en
/ofertoe aangezet en
/ofovergehaald om
(tegen betaling
)seks te hebben
/prostitutiewerkzaamheden te verrichten (met een
Duitser/Duitse man
) en/of in de gelegenheid gesteld/gebracht tot het verrichten van seks (tegen betaling)/prostitutiewerkzaamheden (met een Duitser/Duitse man)en
/ofdaartoe afspraken gemaakt
en/of laten makenen
/of
- die [Slachtoffer] in een auto meegenomen en
/ofvervoerd naar een hotel waar zij sex moest
/zouhebben met een
Duitser/Duitse man
, althans gezorgd voor het vervoer naar het hotel waar die [Slachtoffer] sex zou moeten/gaan hebben met een Duitser/Duitse manen
/of
- die [Slachtoffer]
(op weg naar het hotel
)van drugs voorzien en
/of
- die [Slachtoffer] bij het hotel opzettelijk dreigend de woorden toegevoegd: “je kunt mij nu niet voor schut zetten, ik sla je helemaal in elkaar”, althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [Slachtoffer] de woorden toegevoegd dat ze haar bij het hotel zouden achterlaten als ze weigerde om sex te hebben met die
Duitser/Duitse man
en/of dat de eerste keer altijd eng is en/of dat hij anders voor schut zou staan bij zijn vrienden en/ofdat ze beter een hoer kon zijn dan een slet
en/of dat ze wel moest doen wat de Duitser/Duitse man zei, althans woorden van deze strekking en
/of
- die [Slachtoffer] een bericht gestuurd met de tekst: “ga jij die Duitser pijpen” en/of
- die [Slachtoffer] een telefoon meegegeven toen ze het hotel in ging met die
Duitser/Duitse man
(zodat die [Slachtoffer] en verdachte
en/of diens mededader(s)contact met elkaar zouden kunnen onderhouden
)en
/of
- tegen die [Slachtoffer] gezegd dat ze moest zeggen dat ze 16 jaar was als die
Duitser/Duitse man daarnaar vroeg en
/of
- die [Slachtoffer] zonder condoom sex laten hebben met die
Duitser/Duitse man en
/of
- een groot deel van de verdiensten uit de verrichte prostitutiewerkzaamheden van die [Slachtoffer]
afgenomen en/of afgepakt en/of door die [Slachtoffer] aan hem, verdachte, en/of zijn mededaderts) laten afstaan en/of het door [Slachtoffer] verdiende geldingenomen
en/of beheerd en/of (deels) aangewend voor zijn/hun eigen gebruiken
/of
- zich agressief gedragen tegenover die [Slachtoffer] en/of
- zorg gedragen voor controleopen/of begeleidingvanen/of toezicht op (de prostitutiewerkzaamheden van) die [Slachtoffer] en/of
- de prijs
/prijzenbepaald waartegen die [Slachtoffer] de seksuele handelingen zou verrichten met die
Duitser/Duitse man en
/of
- die [Slachtoffer] ertoe aangezet/bewogen om andere meisjes te ronselen die voor hem, verdachte zouden
moeten/kunnen gaan werken;
2.
[Naam 1]
,althanseen (Duits sprekende) persoonop
of omstreeks28 november 2017
, althans in of omstreeks de maand november 2017te Heusden, gemeente Asten,
althans in Nederland,met [Slachtoffer] (geboren [Geboortedag Slachtoffer] 2003), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
een of meerontuchtige handeling
(en
)heeft gepleegd, die
bestond(en) uit ofmede bestond
(en
)uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [Slachtoffer] , hebbende die [Naam 1] zijn penis in de vagina van die [Slachtoffer]
geduwd en/ofgebracht
en/of gehoudenen
/of (vervolgens
) (met zijn penis
)op en neer gaande bewegingen gemaakt in de vagina van die [Slachtoffer] ,
welk feit hij, verdachte
op of omstreeks 28 november 2017, althansin
of omstreeksde periode van 1 november 2017 tot en met 28 november 2017
te Tilburg en/of Vught en/of Heusden, gemeente Asten, althansin Nederland, tezamen en in vereniging met een ander,
althans hij, verdachte,opzettelijk heeft uitgelokt
door giften en/of beloften en/of misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of misleiding en/ofdoor het verschaffen van gelegenheid
en/of middelen en/of inlichtingen,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader
(s)
- die [Slachtoffer]
(meermalen
)gedwongen en
/ofonder druk gezet en
/ofertoe aangezet en
/ofovergehaald om
(tegen betaling
)seks te hebben met die [Naam 1]
, althans die (Duits sprekende) persoonen
/ofin de gelegenheid gesteld
/gebrachttot het verrichten van seks
(tegen betaling
)met die [Naam 1]
, althans die (Duits sprekende) persoonen
/of
- afspraken gemaakt
en/of laten makenmet die [Naam 1] ,
althans die (Duits sprekende) persoon (om sex
/gemeenschapte hebben met die [Slachtoffer]
, althans een vrouwspersoon)en
/of
- die [Slachtoffer] in een auto meegenomen en
/ofvervoerd naar een hotel waar zij sex moest
/zouhebben met die [Naam 1]
, althans die (Duits sprekende) persoon, althans gezorgd voor het vervoer naar het hotel waar die [Slachtoffer] sex zou moeten/gaan hebben met die (Duits sprekende) persoonen
/of
- die [Slachtoffer]
(op weg naar het hotel
)van drugs voorzien en
/of
- die [Slachtoffer] bij het hotel opzettelijk dreigend de woorden toegevoegd: “je kunt mij nu niet voor schut zetten, ik sla je helemaal in elkaar”, althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [Slachtoffer] de woorden toegevoegd dat ze haar bij het hotel zouden achterlaten als ze weigerde om sex te hebben met die [Naam 1]
,althansdie (Duits sprekende) persoon en/of dat de eerste keer altijd eng is en/of dat hij, verdachte anders voor schut zou staan bij zijn vriendenen
/ofdat ze beter een hoer kon zijn dan een slet
en/of dat ze wel moest doen wat die [Naam 1] ,althansdie (Duits sprekende) persoon zei en/of vroeg, althans woorden van deze strekking en/of
- die [Slachtoffer] een telefoon meegegeven toen ze het hotel in ging met die [Naam 1]
,althansdie (Duits sprekende) persoon (om contact te kunnen onderhouden met verdachte
en/of diens mededader(s))en
/of
- tegen die [Slachtoffer] gezegd dat ze moest zeggen dat ze 16 jaar was als die [Naam 1]
,althansdie (Duits sprekende) persoondaarnaar vroeg en
/of
- zich agressief gedragen tegenover die [Slachtoffer] en/of
- de prijs
/prijzenbepaald waartegen die [Slachtoffer] de seksuele handelingen met
die[Naam 1]
, althans die (Duits sprekende) persoonzou verrichten.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring middels cursief verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert primair aan verdachte op te leggen een jeugddetentie voor de duur van het voorarrest, met aftrek van het voorarrest, en een PIJ-maatregel. De officier van justitie verzoekt de rechtbank daarbij in het vonnis op te nemen dat het de voorkeur geniet dat de PIJ-maatregel wordt uitgevoerd in [Naam Jeugdinrichting] Subsidiair vordert de officier van justitie aan verdachte op te leggen een voorwaardelijke PIJ-maatregel met een proeftijd van twee jaar en met als bijzondere voorwaarde een klinische opname bij [Naam Jeugdinrichting] gedurende twee jaar. Ook vordert de officier van justitie de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarde en het jeugdreclasseringstoezicht. De officier van justitie vordert voorts aan verdachte op te leggen een contactverbod met [Slachtoffer] en een straatverbod ten aanzien van de woning van [Slachtoffer] .
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging kan zich vinden in het strafadvies van de Raad voor de Kinderbescherming. De klinische setting binnen [Naam Jeugdinrichting] vindt de verdediging passend. Verdachte verblijft hier al geruime tijd. De verdediging verzoekt de rechtbank een jeugddetentie op te leggen gelijk aan de duur van het voorarrest, de gevangenhouding (de rechtbank begrijpt: het geschorste bevel voorlopige hechtenis) op te heffen en een voorwaardelijke PIJ-maatregel op te leggen met de voorwaarden zoals deze door de Raad zijn geformuleerd en een proeftijd van twee jaar of zoveel korter als de leiding van [Naam Jeugdinrichting] in overleg met de jeugdreclassering wenselijk acht. Dit biedt verdachte een stok achter de deur en voorkomt verdere verharding. Daarnaast verzoekt de verdediging ook de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarde en het jeugdreclasseringstoezicht op te leggen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Ernst van de feiten en strafblad verdachte
Verdachte heeft zich gedurende een periode van ruim twee maanden schuldig gemaakt aan het medeplegen van mensenhandel, hetgeen een zeer vergaande en ontluisterende manier van uitbuiting is. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van uitlokking van het plegen van ontucht. Verdachte heeft samen met zijn mededader het plan opgevat de 14-jarige [Slachtoffer] seksueel uit te buiten. [Slachtoffer] moest tegen betaling zonder condoom seks hebben met een 37-jarige man. In dit kader hebben verdachte en zijn mededader afspraken gemaakt met deze man. [Slachtoffer] is in een auto meegenomen en naar een hotel gebracht. Zij is van drugs voorzien en het grootste deel van het verdiende geld is ingenomen. Uit de wijze waarop verdachte met [Slachtoffer] is omgegaan, blijkt dat verdachte zich heeft gedragen als een loverboy. Verdachte heeft op nare manipulatieve wijze misbruik gemaakt van de kwetsbare positie waarin [Slachtoffer] verkeerde en van haar verliefdheid op hem. Door aldus te handelen heeft verdachte, met miskenning van de lichamelijke en geestelijke integriteit en de persoonlijke vrijheid van [Slachtoffer] , zijn eigen financiële gewin op de voorgrond gesteld. Dit wringt des te meer nu verdachte met [Slachtoffer] een (seksuele) relatie had en hij [Slachtoffer] niet met respect heeft behandeld. Het door [Slachtoffer] in verdachte gestelde vertrouwen heeft verdachte zeer ernstig beschaamd. De ervaring leert dat slachtoffers van feiten als de onderhavige nog gedurende lange tijd psychische schade ondervinden. Daarnaast is mede uit de slachtofferverklaring gebleken dat in dit geval niet alleen [Slachtoffer] enorm is getroffen, maar dat dit feit ook een grote impact heeft gehad en nog steeds heeft op haar familie. Verdachte heeft door zijn egoïstisch handelen meerdere levens beschadigd en met name dat van een jong meisje dat nog in de bloei van haar ontwikkeling is, en dat rekent de rechtbank hem zeer aan.
Naast de ernst van de feiten heeft de rechtbank rekening gehouden met het strafblad van verdachte.
Advies deskundigen
Ook heeft de rechtbank in ogenschouw genomen het rapport van psycholoog drs. [Naam 13] van 7 november 2017 en de toelichting hierop ter zitting. Bij verdachte is sprake van een stoornis in cannabisgebruik en van een zich ontwikkelende persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale trekken. De tekortschietende impulscontrole met tekortkomingen op het gebied van interpersoonlijke relaties, empathie en gewetensvorming zorgen ervoor dat verdachte niet nadenkt over de gevolgen van zijn gedrag, waardoor rapporteur niet adviseert tot volledig toerekenen van de ten laste gelegde feiten. De kans op recidive van een delict binnen de huidige context van dit moment is matig en op langere termijn hoog. Naast een behandeling is het belangrijk dat er een steunende en structurerende omgeving wordt gecreëerd met veel toezicht. Binnen een behandeling is het belangrijk om aandacht te besteden aan de rouw om zijn moeder, het herstel van de relatiebreuk met zijn vader, het toezicht op het stoppen van middelengebruik en het voorkomen van verdere aansluiting bij een meer antisociale/criminele peergroup. Verder is het van belang dat aandacht wordt besteed aan het delictscenario. Op basis van de wegingslijst PIJ wordt een voorwaardelijke PIJ-maatregel geadviseerd. Mede richtinggevend voor dit advies is de overweging dat de kans aanwezig is dat verdachte in het geval van een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel niet langer op [Naam Jeugdinrichting] kan verblijven en in een justitiële jeugdinrichting wordt geplaatst. Dit terwijl de huidige klinische setting binnen [Naam Jeugdinrichting] wat de psycholoog betreft het beste aansluit bij wat verdachte nu nodig heeft.
Daarnaast heeft de rechtbank meegewogen het rapport van psychiater drs. [Naam 14] van 17 november 2017 en de toelichting hierop ter zitting. Bij verdachte is sprake van een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de zin van een ernstige stoornis in cannabisgebruik en van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met narcistische en antisociale persoonlijkheidstrekken. Geadviseerd wordt om verdachte de feiten in verminderde mate toe te rekenen, vanwege de aanzienlijke doorwerking van deze psychopathologie op het handelen van verdachte. De kans op recidive van een soortgelijk delict wordt voor de korte termijn ingeschat als matig en voor de langere termijn als hoog. Geadviseerd wordt een voorwaardelijke PIJ-maatregel op te leggen. Het is belangrijk om te komen tot herstel van de relatiebreuk met zijn vader en herstel van het functioneren op school en om verdachte te motiveren voor behandeling. De huidige klinische setting van [Naam Jeugdinrichting] is passend bij het benodigde niveau van zorgintensiteit en beveiliging. Indien een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel wordt opgelegd, is de kans op verharding groter. Bij verdachte kan dan het gevoel ontstaan dat hij niets meer te verliezen heeft. Verdachte is nu gemotiveerd voor zijn behandeling. Ook speelt mee dat verdachte bij een plaatsing in een justitiële jeugdinrichting sneller zal kiezen voor de criminaliteit, nu hij beïnvloedbaar is. Gelet op de problematiek wordt verwacht dat het jaren zal vergen, voordat kan worden ingeschat of de situatie daadwerkelijk ten positieve is veranderd. Wel zal naar de mening van de psychiater bij de behandeling van verdachte, anders dan kennelijk tot nu toe het geval is, het cannabisgebruik moeten worden verboden aangezien dit de behandeling van verdachte in de weg zal staan. Ook geeft de psychiater aan dat schijnaanpassing mogelijk is, gelet op de persoon en de persoonlijke problematiek van verdachte. Hier zal aandacht voor moeten zijn bij zijn behandeling.
De rechtbank kan zich vinden in de conclusies van de deskundigen ten aanzien van de verminderde toerekeningsvatbaarheid en de problematiek van verdachte en neemt deze over.
Verder heeft de rechtbank het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming (verder de Raad) van 4 december 2018 meegewogen en de toelichting hierop ter zitting. Verdachte loopt op meerdere levensgebieden vast. De kans op recidive is hoog. De Raad acht een voorwaardelijke PIJ-maatregel noodzakelijk om de klinische behandeling te realiseren. Toezicht en begeleiding door de jeugdreclassering is derhalve eveneens noodzakelijk. De Raad adviseert de rechtbank verdachte een voorwaardelijke PIJ-maatregel op te leggen met daaraan verbonden een proeftijd van twee jaar met als bijzondere voorwaarden dat verdachte meewerkt aan een klinische behandeling bij [Naam Jeugdinrichting] en aan het nazorgtraject en dat verdachte zich houdt aan de aanwijzingen en begeleidingsactiviteiten opgedragen en opgesteld door de Jeugdbescherming Brabant, afdeling Jeugdreclassering.
Voorts heeft de rechtbank betrokken het rapport van de jeugdreclassering van 14 maart 2019 en de toelichting hierop ter zitting. Toen verdachte op [Naam Jeugdinrichting] werd geplaatst in het kader van de schorsing uit de voorlopige hechtenis, is zijn behandeling direct gestart. Bij de start van de behandeling gaf verdachte weinig openheid van zaken. De behandelaren hebben aangegeven dat verdachte de fase 0 tot en met 4 goed heeft doorlopen, totdat er een incident in januari 2019 plaatsvond waarbij verdachte toen in strijd met de schorsingsvoorwaarden toch (indirect) contact heeft opgenomen met [Slachtoffer] . De schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte is naar aanleiding van dat incident opgeheven en later opnieuw geschorst. Hij is op dat moment teruggezet naar fase 0. Inmiddels zet verdachte zich in. Hij realiseert zich steeds meer dat hij hulpverlening nodig heeft. Er is een basis voor vertrouwen gelegd. Er lopen op dit moment trajecten gericht op school, delictanalyse, EMDR, Brains4Use en systeemtherapie. Daarnaast wordt bekeken of schematherapie kan worden ingezet. Het is moeilijk in te schatten hoe lang de behandeling gaat duren. Er moeten nog veel stappen worden gezet. De jeugdreclassering sluit zich aan bij het rapport van de Raad. [Naam Jeugdinrichting] is voor verdachte de meest geschikte plek. Het benodigde traject wordt met een voorwaardelijke PIJ-maatregel voldoende gewaarborgd. [Naam Jeugdinrichting] doorziet de problematiek van verdachte en is alert op schijnaanpassing. Wanneer een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel wordt opgelegd, wordt door het ministerie bepaald waar verdachte zal worden geplaatst. De jeugdreclassering verwacht niet dat verdachte in dat geval op [Naam Jeugdinrichting] kan blijven gelet op het bestaan van een wachtlijst voor PIJ-plaatsingen bij [Naam Jeugdinrichting] , hetgeen zij onwenselijk vindt.
PIJ-maatregel
De rechtbank stelt vast dat de gepleegde feiten misdrijven zijn waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld. Op grond van hetgeen de deskundigen in hun rapporten vermelden en de aanvulling hierop ter zitting, is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat bij verdachte ten tijde van het begaan van het misdrijf een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond en daarnaast dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen het opleggen van een maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna te noemen: PIJ-maatregel) eisen. Bovendien is deze maatregel in het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van verdachte. Aldus is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de voorwaarden voor het opleggen van een PIJ-maatregel en zij zal deze dan ook opleggen aan verdachte.
De rechtbank overweegt verder dat de PIJ-maatregel zal worden opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen en gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen en dat bij verdachte tijdens het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond. Verlenging van de PIJ-maatregel is in dit geval mogelijk voor zover de maatregel daardoor de duur van zeven jaar niet te boven gaat.
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of er aanleiding is om deze PIJ-maatregel in voorwaardelijke zin op te leggen. De rechtbank stelt voorop dat de bewezenverklaarde feiten ernstig zijn. Bij verdachte is daarnaast sprake van meervoudige, complexe problematiek. Deze omstandigheden rechtvaardigen op zichzelf al de oplegging van een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel. Daar komt nog bij dat een intensieve en langdurige behandeling naar het oordeel van de rechtbank noodzakelijk is en zij betrekt daarbij mede de toelichting van de psychiater ter zitting die over ‘een proces van jaren’ sprak. Dat verdachte nog vele stappen moet zetten blijkt tevens uit het incident van januari 2019, waarbij verdachte na een maandenlange behandeling bij [Naam Jeugdinrichting] in strijd met de hem in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis opgelegde voorwaarden direct en indirect contact heeft gehad met [Slachtoffer] en wel op een hele nare manier. Verdachte heeft daarbij namelijk onder meer aangegeven dat hij dingen nooit vergeet en dat hij op een dag vrij komt. Hij heeft dit naar eigen zeggen geschreven om [Slachtoffer] te kwetsen. Dat verdachte dit heeft gedaan op een moment dat hij dus al maandenlang (intensief) werd behandeld bij [Naam Jeugdinrichting] , sterkt de rechtbank in haar overtuiging dat er nog veel tijd nodig is voor het zetten van alle stappen in het behandelingsproces en dat dit proces dient te worden omgeven met strenge waarborgen. Naar het oordeel van de rechtbank kan dit slechts worden geboden door de oplegging van een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel en niet door middel van de oplegging van de behandelverplichting in het kader van bijzondere voorwaarden.
Het administratieve argument van de deskundigen, dat verdachte bij het opleggen van een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel op een algemene wachtlijst wordt geplaatst waardoor de kans op een plaatsing en dus langer verblijf bij [Naam Jeugdinrichting] klein is, hetgeen in de visie van de deskundigen en overigens eveneens in die van de rechtbank onwenselijk is, kan en mag naar het oordeel van de rechtbank echter niet leiden tot het opleggen van een lichtere dan noodzakelijke maatregel. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank dan ook overgaan tot het opleggen van de in haar ogen noodzakelijke onvoorwaardelijke PIJ-maatregel.
Met de deskundigen is de rechtbank overigens wel van oordeel dat het onwenselijk zou zijn wanneer verdachte zijn behandeling in het kader van de PIJ-maatregel zal moeten ondergaan in een andere instelling dan [Naam Jeugdinrichting] , nu zijn huidige behandelaren inmiddels bij verdachte een ingang hebben gevonden. Om die reden adviseert de rechtbank dan ook nadrukkelijk de PIJ-maatregel ten uitvoer te leggen in [Naam Jeugdinrichting] .
Jeugddetentie
Om de ernst van de feiten te benadrukken zal de rechtbank hiernaast een onvoorwaardelijke jeugddetentie gelijk aan het voorarrest opleggen.
Vrijheidsbeperkende maatregelen
De rechtbank acht een contactverbod met [Slachtoffer] en een gebiedsverbod voor de omgeving waar [Slachtoffer] woont noodzakelijk om de kans dat [Slachtoffer] met verdachte wordt geconfronteerd te minimaliseren. De rechtbank zal deze verboden opleggen in de vorm van een vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v Sr en dat voor de duur van twee jaar. Voor elke keer dat verdachte een van de op te leggen verboden overtreedt, zal vervangende jeugddetentie voor een hierna te bepalen duur worden opgelegd. Voorts zal de rechtbank de dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregelen bevelen, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zich opnieuw belastend jegens [Slachtoffer] zal gedragen. [Slachtoffer] moet zich veilig kunnen voelen in haar (woon)omgeving. De op te leggen maatregelen beogen daar (mede) de voorwaarden voor te creëren.
Geschorste bevel voorlopige hechtenis
De rechtbank zal het geschorste bevel voorlopige hechtenis niet opheffen. Indien appel wordt ingesteld, hecht de rechtbank er belang aan dat de reeds geldende schorsende voorwaarden blijven voortduren.

7.De benadeelde partij

De benadeelde partij [Slachtoffer] vordert een schadevergoeding van € 28.639,26 voor de feiten 1 en 2, bestaande uit € 10.000,- immateriële schade en € 18.639,26 materiële schade ter zake van studievertraging, reiskosten en afgedragen geld.
De rechtbank is van oordeel dat de schade tot een bedrag van € 5.000,- ter zake van immateriële schade een rechtstreeks gevolg is van de bewezenverklaarde feiten 1 en 2, en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. Het gevorderde is tot dat bedrag voldoende aannemelijk gemaakt en zij zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
De rechtbank is van oordeel dat de behandeling van het overige deel van de vordering en daarbij met name het onderzoek naar het causale verband tussen de bewezenverklaarde feiten en de gevorderde schade een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij zal daarom voor het overige deel niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. Zij kan haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de hoofdelijkheid en de schadevergoedingsmaatregel opleggen. Op deze wijze zal de Staat zorgdragen voor uitkering en inning van het toe te wijzen bedrag. Daarbij zal echter geen vervangende jeugddetentie worden bepaald of opgelegd nu de rechtbank dit gelet op de leeftijd van verdachte en zijn persoonlijke situatie niet opportuun acht.

8.Het beslag

8.1
De verbeurdverklaring
De officier en de verdediging stellen zich op het standpunt dat het beslag op de in beslag genomen voorwerpen dient te worden gehandhaafd. Nu het Wetboek van Strafrecht een dergelijke beslissing te aanzien van in beslag genomen goederen echter niet kent zal de rechtbank hierover anders beslissen.
De hierna in de beslissing genoemde en in beslag genomen voorwerpen zijn vatbaar voor verbeurdverklaring. Gebleken is dat de voorwerpen aan verdachte toebehoren en de bewezenverklaarde feiten zijn begaan met behulp van de voorwerpen.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36f, 38v, 38w, 47, 63, 77a, 77g, 77h, 77i, 77l, 77s, 77v, 77gg, 77we, 245, 273f van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:mensenhandel, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl degene ten aanzien van wie de in het eerste lid omschreven feiten worden gepleegd een persoon is die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;
feit 2:door het verschaffen van gelegenheid opzettelijk uitlokken van het met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een jeugddetentie van 83 dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde jeugddetentie;
Maatregel
- beveelt de
plaatsingvan verdachte
in een inrichting voor jeugdigen;
- geeft het advies verdachte te plaatsen in [Naam Jeugdinrichting]
Contactverbod
- legt op de maatregel dat verdachte voor de duur van
2 jaren op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met de benadeelde partij [Slachtoffer] , geboren te [Geboorteplaats slachtoffer] op [Geboortedag Slachtoffer] 2003;
- beveelt dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende jeugddetentie bedraagt
twee weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan;
- bepaalt dat toepassing van de vervangende jeugddetentie de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet opheft;
- beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zich belastend zal gedragen jegens een bepaalde persoon;
Gebiedsverbod
- legt op de maatregel dat verdachte voor de duur van
2 jaren zich niet zal ophouden in de navolgende straat [Straatnaam] te Best;
- beveelt dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan.
De duur van deze vervangende jeugddetentie bedraagt twee weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan;
- bepaalt dat toepassing van de vervangende jeugddetentie de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet opheft;
- beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zich belastend zal gedragen jegens een bepaalde persoon;
Beslag
- verklaart verbeurd de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een telefoon Samsung s4 (goednummer: G1353917) en een iPhone 6 (goednummer: G_463880);
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [Slachtoffer] van
€ 5.000,-, ter zake van
immateriële schadeen vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 28 november 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [Slachtoffer]
€ 5.000,-te betalen en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 28 november 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Huiskamp, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. Meeuwisse en mr. Speekenbrink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Saelman, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 2 april 2019.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een paginanummer, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een pagina van het eindproces-verbaal met dossiernummer ZBRCC18002 van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 1482.
2.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 118 tot en met 119.
3.Het proces-verbaal van aangifte van [Naam 2] , pagina’s 95 tot en met 99 en 101.
4.Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [Naam 2] , pagina’s 107 tot en met 108, 113.
5.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 126.
6.Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [Naam 2] , pagina 124.
7.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [Slachtoffer] van 16 mei 2018, pagina 135.
8.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [Slachtoffer] van 28 mei 2018, pagina 137.
9.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [Slachtoffer] van 16 mei 2018, pagina 134.
10.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [Slachtoffer] van 28 mei 2018, pagina’s 137 tot en met 139, 141 tot en met 147.
11.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [Slachtoffer] van 28 mei 2018, pagina’s 137 tot en met 139, 141 tot en met 147.
12.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [Slachtoffer] van 28 mei 2018, pagina’s 137 tot en met 139, 141 tot en met 147.
13.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [Naam 3] , pagina’s 542 tot en met 546.
14.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 116.
15.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 12 juli 2018, pagina 688.
16.De verklaring van verdachte, afgelegd op de zitting van 19 maart 2019.
17.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 29 juni 2018, pagina 683.
18.De verklaring van verdachte, afgelegd op de zitting van 19 maart 2019.
19.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 29 juni 2018, pagina 683.
20.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 12 juli 2018, pagina 690.
21.De verklaring van verdachte, afgelegd op de zitting van 19 maart 2019.
22.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 29 juni 2018, pagina 685.
23.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 12 juli 2018, pagina’s 687 tot en met 689.
24.De verklaring van verdachte, afgelegd op de zitting van 19 maart 2019.
25.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 12 juli 2018, pagina’s 687 tot en met 689.
26.De verklaring van verdachte, afgelegd op de zitting van 19 maart 2019.
27.Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [Medeverdachte] van 26 juni 2018, pagina 761.
28.Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [Medeverdachte] van 28 juni 2018, pagina 769.
29.Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [Medeverdachte] van 28 juni 2018, pagina 770.
30.Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [Medeverdachte] van 19 juli 2018, pagina 781.
31.Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [Medeverdachte] van 28 juni 2018, pagina’s 770 en 777.
32.Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [Medeverdachte] van 19 juli 2018, pagina 780.
33.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 29 juni 2018, pagina 681.
34.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [Naam 2] , pagina 91.
35.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [Slachtoffer] van 28 mei 2018, pagina 137.
36.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 214.
37.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 518.
38.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 242.
39.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 214.
40.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 444 tot en met 445.
41.Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [Medeverdachte] , pagina’s 780 en 784.
42.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 276.
43.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 342.
44.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 242 tot en met 245.
45.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 215.
46.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 169 tot en met 170.
47.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 185.
48.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 370 tot en met 371.
49.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 197.