Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 14 november 2018 en de daarin genoemde processtukken;
- de beslagstukken;
- de akte vermeerdering van eis, tevens akte overlegging producties 6 tot en met 10, van Osuro;
- de antwoordakte, inclusief productie, van [gedaagde] ;
- het proces-verbaal van comparitie van 21 februari 2019;
- de akte uitlating voortprocederen van Osuro;
- het B3-formulier zonder bijlagen van [gedaagde] , waarin staat dat geen minnelijke regeling is bereikt.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
8 mei 2019voor uitlating door Osuro of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden juni, augustus en september 2019 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,