Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 april 2019 uitspraak gedaan in een belastingkwestie waarbij een belanghebbende, die in 2014 naar Thailand is geëmigreerd, in geschil is over de belastingheffing van zijn looninkomsten van de gemeente Rotterdam en een pensioenuitkering van het ABP die hij in 2015 heeft ontvangen. De rechtbank oordeelt dat deze inkomsten belastbaar zijn in Nederland op basis van artikel 19 van de belastingovereenkomst tussen Nederland en Thailand. De belanghebbende heeft zich beroepen op het vertrouwensbeginsel, stellende dat hij na zijn emigratie advies heeft gekregen van de Belastingdienst dat zijn inkomen niet meer belast zou zijn in Nederland. De rechtbank oordeelt echter dat het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat de belanghebbende de juiste en volledige informatie heeft verstrekt over zijn inkomsten. De rechtbank concludeert dat de inspecteur van de Belastingdienst terecht heeft gesteld dat de inkomsten belastbaar zijn in Nederland, aangezien deze voortkomen uit een (voormalige) publiekrechtelijke dienstbetrekking. De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.