ECLI:NL:RBZWB:2019:1866

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 april 2019
Publicatiedatum
24 april 2019
Zaaknummer
BRE 18_5141
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T. Peters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing subsidieaanvraag voor het project Struikelstenen door de gedeputeerde staten van Zeeland

Op 18 april 2019 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen de gedeputeerde staten van de provincie Zeeland (GS) als verweerder en een werkgroep als eiseres. De eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van GS van 29 juni 2018, waarin de aanvraag om subsidie voor deelname aan het project Struikelstenen werd afgewezen. Dit project heeft als doel de herinnering aan Joodse medeburgers die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn weggevoerd en vermoord, levend te houden door het plaatsen van gedenkstenen in verschillende gemeenten in Zeeland.

Tijdens de zitting op 23 januari 2019 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. Eiseres stelde dat haar activiteiten een bovenlokaal, regionaal overstijgend karakter hebben en dat de afwijzing van de subsidie niet terecht was. GS daarentegen betoogde dat de activiteiten van eiseres lokaal van aard zijn en dat de provincie geen rol speelt in dergelijke lokale projecten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de activiteiten van eiseres inderdaad niet louter lokaal zijn, maar een breder regionaal belang dienen.

De rechtbank heeft geoordeeld dat het bestreden besluit van GS wegens een motiveringsgebrek gegrond is en heeft dit besluit vernietigd. GS is opgedragen om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres, met inachtneming van de uitspraak. Tevens is bepaald dat het griffierecht aan eiseres moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 18/5141 BELEI

uitspraak van 18 april 2019 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam werkgroep], te [vestigingsplaats] , eiseres,
en

de gedeputeerde staten van de provincie Zeeland (GS), verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 29 juni 2018 (bestreden besluit) van GS inzake de afwijzing van de aanvraag om subsidie.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Middelburg op 23 januari 2019.
Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door [gemachtigde 1] , [gemachtigde 2] en [gemachtigde 3]
.GS heeft zich laten vertegenwoordigen door [gemachtigde 4] en [gemachtigde 5] .
De rechtbank heeft de termijn om uitspraak te doen met zes weken verlengd.

Overwegingen

1. Op grond van de stukken en de behandeling ter zitting gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Op 27 september 2017 heeft eiseres bij GS een aanvraag om subsidie voor het project Struikelstenen Zeeland ingediend.
Bij besluit van 21 november 2017 (primair besluit) heeft GS de aanvraag afgewezen. Tegen dit besluit heeft eiseres bezwaar gemaakt.
Bij het bestreden besluit is het bezwaar ongegrond verklaard.
GS stelt zich op het standpunt dat de activiteiten van eiseres een lokale activiteiten betreft waarin de provincie geen rol heeft.
2. Eiseres voert, samengevat, aan dat alles aangaande haar organisatie een bovenlokaal, regionaal overstijgend karakter heeft. Haar activiteiten volgen de doelstelling van de stichting, namelijk het in de regio Zeeland op de kaart zetten van de nagedachtenis (op persoonlijk niveau door middel van geïdentificeerde steentjes) aan de gruweldaden jegens medemensen (Joden) begaan in de Tweede Wereldoorlog.
3. Ingevolge artikel 2, eerste lid, van Algemene subsidieverordening Zeeland 2013 (Asv Zeeland 2013) wordt slechts subsidie verstrekt voor een activiteit die bijdraagt aan de realisering van één of meerdere beleidsdoelstellingen.
Volgens de toelichting op artikel 2 verleent de provincie alleen subsidie als de activiteit bijdraagt aan een provinciale doelstelling. Meestal zijn deze doelstellingen opgenomen in een beleidsnota, maar zij kunnen ook voorkomen in andere door provinciale staten vastgestelde documenten zoals de programmabegroting.
Op de aanvraag van eiseres is de Nota Provinciaal Cultuurbeleid 2017-2020 (Cultuurnota) van toepassing. In paragraaf 2.2 van de Cultuurnota zijn de doelstellingen van het cultuurbeleid vermeld. In paragraaf 2.3 van de Cultuurnota is onder meer vermeld wat de verantwoordelijkheidsverdeling is tussen Zeeuwse gemeenten en provincie. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de lokale culturele infrastructuur. Gemeenten en provincie zijn samen verantwoordelijk voor de regionale infrastructuur. De provincie is verantwoordelijk voor dat deel dat de lokale en regionale infrastructuur overstijgt.
4. Eiseres heeft tot doel om door middel van deelname aan het project Struikelstenen van de Duitse kunstenaar Gunther Demmig, de herinnering levend te houden aan de Joodse medeburgers die door de Nazi’s in de Tweede Wereldoorlog zijn weggevoerd en vermoord in de concentratiekampen. De gedenkstenen worden geplaatst in de stoep voor de huizen waar zij het laatst gewoond hebben. Het gaat om 55 adressen in de plaatsen Middelburg, Vlissingen, Zierikzee, Burgh, Goes, Hulst, Terneuzen en Veere.
5. De aan de rechtbank voorliggende vraag is of de activiteiten van eiseres moeten worden aangemerkt als een lokaal (gemeentelijk) project of dat sprake is van een project dat de lokale en regionale culturele infrastructuur overstijgt.
6. De rechtbank stelt vast dat de activiteiten van eiseres zien op het plaatsen gedenkstenen in gemeenten in de provincie met als doelstelling zowel de inwoners als de bezoekers van de provincie bewust te maken van de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog voor Joodse burgers in Zeeland. Nu sprake is van het plaatsen van gedenkstenen in meerdere gemeenten in de provincie met een zelfde doel, te weten de bewoners en bezoekers van de provincie bewust maken van de vervolging van de Joodse burgers in Zeeland, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden gezegd dat activiteiten van eiseres louter lokaal zijn. Het enkele feit dat niet elke gemeente kiest om invulling te geven aan het project en dat de bevoegdheid om gedenkstenen aan te brengen bij de gemeenten ligt, staat er niet aan in de weg om het project aan te merken als een project dat de lokale en regionale culturele infrastructuur overstijgt.
7. Het voorgaande leidt de rechtbank tot de conclusie dat het beroep vanwege een motiveringsgebrek gegrond is. Het bestreden besluit zal dan ook worden vernietigd.
8. GS heeft er nog op gewezen dat hun cultuurbeleid, verwoord in de Nota provinciaal Cultuurbeleid 2017-2020 voor wat betreft het herdenken van de gebeurtenissen die in de Tweede Wereldoorlog hebben plaatsgevonden, zich concentreert op het in herinnering brengen en houden van de Slag om de Schelde. Als de activiteiten van eiseres geen lokaal karakter zouden hebben, zou eiseres volgens GS nog steeds niet in aanmerking komen voor subsidie omdat de herdenking van de Slag om de Schelde dan prevaleert. De rechtbank overweegt in het kader van finale geschilbeslechting dat het provinciaal cultuurbeleid weliswaar in het bijzonder aandacht vraagt voor de herdenking van de Slag om de Schelde, maar dat dit niet uitsluit dat ook het project van eiseres binnen de doelstellingen van het provinciaal cultuurbeleid kan vallen. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten of zelf in de zaak te voorzien. Ook ziet de rechtbank geen aanleiding om een bestuurlijke lus toe te passen, omdat dat naar het zich laat aanzien geen doelmatige en efficiënte afdoeningswijze zou inhouden. GS zal daarom een nieuw besluit op het bezwaar moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak.
9. Nu het beroep gegrond wordt verklaard, dient het griffierecht aan eiseres te worden vergoed.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • draagt GS op een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
  • draagt GS op het betaalde griffierecht van € 338,- aan eiseres te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, rechter, in aanwezigheid van W.J. Steenbergen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 april 2019.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.