ECLI:NL:RBZWB:2019:1896

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 april 2019
Publicatiedatum
25 april 2019
Zaaknummer
C/02/357613 / KG ZA 19-212
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • Mr. Van den Heuvel
  • Mr. Van de Kar
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van gekraakt bedrijfspand na verstekvonnis

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 april 2019 een vonnis gewezen in kort geding, waarin de eiseres, een besloten vennootschap, gedaagden heeft aangeklaagd die een bedrijfspand hadden gekraakt. De gedaagden zijn niet verschenen tijdens de rechtszitting, waardoor er verstek is verleend. De eiseres vorderde ontruiming van het pand en een machtiging om deze ontruiming zelf uit te voeren met behulp van de sterke arm. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de eiseres niet zelf de ontruiming mag uitvoeren, maar dat dit exclusief aan de deurwaarder is voorbehouden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres voldoende heeft aan een ontruimingsvonnis om de deurwaarder in te schakelen, mits het vonnis aan de gedaagden wordt betekend en hen een bevel wordt gegeven om binnen drie dagen te ontruimen. De rechtbank heeft de gedaagden veroordeeld om binnen 48 uur na betekening van het vonnis het pand te verlaten en te ontruimen. Tevens zijn de gedaagden hoofdelijk in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op € 1.353,83, te vermeerderen met wettelijke rente. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Locatie Breda
Cluster II Handelszaken
zaaknummer / rolnummer: C/02/357613 / KG ZA 19-212
Vonnis in kort geding van 24 april 2019
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
gevestigd te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. C.A. Gobbens te Breda,
tegen
[gedaagden]
gedaagden,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties,
  • de mondelinge behandeling,
  • het tijdens de behandeling tegen gedaagden verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
De mede gevorderde machtiging op eiseres om de ontruiming zo nodig zelf, met inroeping van de sterke arm, uit te doen voeren, wordt afgewezen. Uit artikel 556 lid 1 Rv volgt dat eiseres de ontruiming niet zelf ter hand mag nemen en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. Op grond van de parlementaire geschiedenis van artikel 3:297 BW heeft eiseres voldoende aan een ontruimingsvonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen indien gedaagden niet vrijwillig tot ontruiming overgaan. Eiseres heeft dus geen rechterlijke machtiging nodig om de hulp van de deurwaarder in te schakelen. Voorwaarde is dat het ontruimingsvonnis door de deurwaarder aan gedaagden wordt betekend en dat aan gedaagden overeenkomstig het bepaalde in artikel 555 Rv bevel wordt gedaan om binnen drie dagen te ontruimen. De deurwaarder zelf behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien de deuren gesloten zijn, of de opening geweigerd wordt. Die bevoegdheid ontleent hij immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv, waarin artikel 444 Rv van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Voorziet de deurwaarder problemen bij de ontruiming, dan kan hij op grond van artikel 3 Politiewet - zonder dat daartoe een machtiging van de rechter nodig is - bijstand van de politie inroepen.
2.2.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.3.
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 81,83
- griffierecht 639,00
- salaris advocaat
633,00
Totaal € 1.353,83
2.4.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
veroordeelt gedaagden om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis het pand aan het [adres] te ( [adres] ) [woonplaats] te verlaten en te ontruimen met alle de hunnen en het hunne, de onroerende zaak in oorspronkelijke staat geheel en ontruimd aan eiseres op te leveren en de onroerende zaak na de ontruiming ontruimd en verlaten te houden;
3.2.
bepaalt dat indien de ontruiming plaatsvindt met behulp van de sterke arm van politie en/of justitie de daarmee gemoeid zijnde kosten voor rekening van gedaagden komen;
3.3.
bepaalt dat deze veroordeling binnen de in art. 557a lid 3 Rv genoemde termijn van een jaar ook ten uitvoer zal kunnen worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging daar bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer dat zich voordoet;
3.4.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 1.353,83, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
3.5.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagden niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;
3.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Heuvel en in het openbaar uitgesproken op 24 april 2019 in tegenwoordigheid van mr. Van de Kar.