AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Afpersing met geweld in Tilburg met een mes
Op 25 april 2019 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van afpersing. De verdachte heeft op 11 januari 2019 in Tilburg, onder bedreiging met een mes, het slachtoffer gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer 50 euro. De zaak werd behandeld op de zitting van 11 april 2019, waar de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie heeft wettig en overtuigend bewijs gepresenteerd, waaronder camerabeelden en getuigenverklaringen, die de betrokkenheid van de verdachte bij de afpersing bevestigden. De verdediging betwistte de bewijsvoering en stelde dat er geen valide bewijs was dat de verdachte bij het feit betrokken was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte inderdaad de persoon was die het slachtoffer had afgeperst, maar sprak hem vrij van medeplegen met een medeverdachte. De rechtbank legde een gevangenisstraf van tien maanden op, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, en stelde bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke straf, waaronder reclasseringstoezicht. De rechtbank hield rekening met de jeugdige leeftijd van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden, maar vond de ernst van het feit en de impact op het slachtoffer zwaarwegend.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld het eindproces-verbaal, met dossiernummer 2019008892, van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche Hart van Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 92.
2.Het proces-verbaal van camerabeelden, pagina’s 46 t/m 52 van voornoemd eindproces-verbaal.
3.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 53 t/m 55 van voornoemd eindproces-verbaal.
4.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 53 t/m 55 van voornoemd eindproces-verbaal.
5.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 58 t/m 59 van voornoemd eindproces-verbaal.
6.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 60 van voornoemd eindproces-verbaal.
7.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 53 t/m 55 van voornoemd eindproces-verbaal.
8.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 60 van voornoemd eindproces-verbaal.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 62 van voornoemd eindproces-verbaal.
10.Eigen waarneming rechtbank ten aanzien van de foto van verdachte op pagina’s 63, in onderling verband en samenhang bezien met het proces-verbaal van camerabeelden, pagina’s 46 t/m 52 van voornoemd eindproces-verbaal.
11.Verklaring verdachte ter terechtzitting, zittingsproces-verbaal d.d. 11 april 2019.
12.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, proces-verbaalnummer PL2C00-2019008892-26 pagina’s 2 en 3, in het proces-verbaal van voorgeleiding.
13.Het proces-verbaal van verhoor van [Medeverdachte] , pagina’s 73 t/m 79, in het bijzonder p. 76 t/m 78 van voornoemd eindproces-verbaal.
14.Het proces-verbaal van verhoor van [Medeverdachte] pagina’s 80 t/m 86 van voornoemd eindproces-verbaal.