Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 10 oktober 2018 en de onderliggende stukken,
- het proces-verbaal van comparitie van 8 februari 2019.
2.De feiten
Based on the financial performance over 2017 from Ericsson SE and the reluctance of sharing information (beyond legal formal disclosures) regarding the involved operating companies our opinion is that this is feasible under a convenient bank guarantee for the amount as elaborated below. (…) Athlon is however willing, due to the already existing and long lasting business relationship, to reduce this by 1/3 to EUR 586.640,00.Ericsson heeft hierop gereageerd bij e-mail van 19 februari 2018 en heeft – kort samengevat - aangegeven dat zij geen grond ziet voor het verstrekken van een bankgarantie omdat het financiële risico voor Athlon beperkt is en is aangeboden een zogenaamde “
Letter of Awarenes”te verstrekken.
3.Het geschil
4.De beoordeling
the Bonus Condition”)
: “Parties enter into an agreement ultimately by the 1st of July 2017 pursuant to which Athlon is the sole supplier for Future Lease Agreements with the Ericsson fleet in The Netherlands, for a minimum of 4 years.”Deze bonusvoorwaarde houdt tekstueel bezien in dat tussen partijen uiterlijk 1 juli 2017 een nieuwe overeenkomst met een looptijd van ten minste vier jaar met betrekking tot leaseauto’s in Nederland tot stand moet zijn gekomen. Naar de rechtbank uit de stellingen van partijen begrijpt, is de datum 1 juli 2017 met het sluiten van het Tweede Addendum gewijzigd in 1 januari 2018. Partijen twisten over de uitleg van het woord “agreement”. Volgens Athlon is alleen een op schrift gestelde en door partijen ondertekende overeenkomst een “agreement” als bedoeld in artikel 7. Volgens Ericsson mocht zij op basis van de verklaringen en gedragingen van partijen over en weer redelijkerwijs begrijpen dat door aanbod en aanvaarding al per 1 januari 2017, althans per 31 maart 2017 een “agreement” als bedoeld in artikel 7 tot stand is gekomen. Ook al hebben partijen Engelse bewoordingen gebruikt, de beoordeling door de rechtbank heeft plaats naar Nederlands recht, zoals ook in het Addendum is overeengekomen. Partijen hebben in het verleden overeenkomsten steeds schriftelijk vastgelegd en ondertekend. Zij zijn te beschouwen als professionele partijen. Aan de totstandkoming van het Eerste Addendum zijn onderhandelingen vooraf gegaan. Bij de uitleg door de rechtbank komt dan weliswaar belangrijke betekenis toe aan de tekst van artikel 7, maar van belang bij de uitleg van het begrip “agreement” blijft wat partijen over en weer hebben verklaard en wat zij redelijkerwijs uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben mogen afleiden.
4.808,002 punten × tarief € 2.402,00)