Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 21 november 2018;
- het proces-verbaal van descente en van comparitie van 5 april 2019.
2.De feiten
Cliënte heeft moeten constateren dat u sedert enige tijd de enige toegangsweg tot het perceel van cliënte (kadastraal bekend gemeente [woonplaats] , [perceel nummer] ) heeft afgesloten door op de [adres] hekwerken te plaatsen. (…) Om meerdere redenen is het afsluiten van het laatste deel van deze [adres] , zoals door u is gedaan, niet toegestaan, zowel privaatrechtelijk als bestuursrechtelijk niet.
3.Het geschil
4.De beoordeling
De voorgestelde regeling geldt alleen voor openbare wegen. Zij begrijpt daaronder niet die wegen, welke slechts daarom voor een ieder toegankelijk zijn, omdat de rechthebbende – in de regel de eigenaar – het publiek niet weert. Het kan nuttig of nodig zijn mede ten aanzien van zulke wegen voorschriften te geven in het belang van de veiligheid van het verkeer. De strekking van dit ontwerp echter brengt beperking mede tot die wegen, die meer duurzaam de belangen van het openbaar verkeer dienen, zodat het publiek daarover verkeert niet slechts bij gedogen van de eigenaar, doch als daartoe gerechtigd”
.
De Wegenwet heeft naar het oordeel van de Afdeling betrekking op verkeersbanen die een functie vervullen ten behoeve van het afwikkelen van het openbare verkeer en die derhalve naar hun aard of functie een grote, onbepaalde publieksgroep dienen”
.
Voetpaden, dreven of wegen aan verscheiden geburen gemeen, en welke hun tot eenen uitweg dienen, kunnen niet dan met gemeene toestemming worden verlegd, vernietigd of tot een ander gebruik gebezigd, dan waartoe dezelfde zijn bestemd geweest”. Het instituut van de buurweg vond onder het oude recht zijn grond in het feit dat een erfdienstbaarheid van weg in beginsel niet door verjaring kon ontstaan en de maatschappelijke opvattingen eisten dat men aanspraak moest kunnen maken op een weg die men geruime tijd gewend was te gebruiken zonder dat daartegen verzet was gerezen. Een buurweg ontstaat door middel van een vormvrije overeenkomst, waarbij het gemeenschappelijk gebruik zijn grondslag moet vinden in de bestemming tot buurweg door de buren. Daartoe is een uitdrukkelijke of stilzwijgende wilsverklaring van de eigenaren of zakelijk gerechtigden op de tot buurweg bestemde grond vereist. Op grond van het overgangsrecht (artikel 160 Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek) dienen de rechten, bevoegdheden en verplichtingen met betrekking tot een buurweg onder het huidige recht gerespecteerd te worden indien komt vast te staan dat de betreffende weg vóór 1992 als buurweg kon worden aangemerkt.
922,00(2,0 punten × tarief € 461,00)