Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
een (of meer) tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van5 augustus 2017
tot en met 6 augustus 2017te Almere
en/of Amsterdam, althans in Nederland,ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,
in elk geval een geldbedrag,de
werkelijke aard en/ofherkomst
en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing te verbergen en/ofte verhullen
en/of verbergen wie de rechthebbende op dat/die geldbedrag(en) is/zijnen
/of
in elk geval een geldbedrag te verwerven, voorhanden te hebben, over te dragen en/ofom te zetten,
althans van voornoemd(e) geldbedrag(en) gebruik te makenterwijl hij, verdachte en
/ofzijn mededader
(s)wist
(en
),
althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden,dat het
(een
)- onmiddellijk of middellijk- van
(al dan niet uit eigen)misdrijf afkomstig
(e)geldbedrag
(en)betrof
(fen), immers heeft
/hebbenverdachte
en/of zijn mededader(s) meermalen, althans eenmaal,geprobeerd te pinnen bij een pinautomaat met een niet op zijn, verdachtes, naam gestelde pinpas terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan de onder 2 en 3 tenlastegelegde feiten;
een gevangenisstraf van één maand;
bijzondere voorwaarden: